Als ik in de uitzending val, rijdt het peloton nog achter de
wagen van de wedstrijdleiding. De wedstrijd die over 197 kilometer van Pau naar
Bagnères-de-Luchon gaat is nog geneutraliseerd, zoals dat geloof ik heet. Tijd
om de stramme spieren los te maken. Sommige renners, hoorde ik eerder van
Michael Boogerd, komen een rustdag minder goed door. Hij was een van hen.
Herbert Dijkstra en Maarten Ducrot, het stel dat dit jaar weer getekend heeft
voor het commentaar, bespreekt uitgebreid het dopingincident met Fränk Schleck.
Dijkstra heeft het over een vochtafdrijvend middel. Ducrot vindt het
opportunistisch over hem heen te vallen, wil eerst de toedracht afwachten.
Dijkstra noemt Fränk Schleck een ideale schoonzoon, net als hij zelf trouwens.
Die dopinggevallen zijn inmiddels een zaak voor experts, geloof ik. Ergens een
biefstukje eten is er niet meer bij. Een groeihormoon kan je de kop kosten.
Zelfs de kok van Van Hummel die eerder afstapte wegens maagproblemen voelde zich
aangevallen.
Het is bloedheet in de Pyreneeën, zegt Dijkstra. Een
vochtafdrijvend middel kan vandaag beter niet ingenomen worden. De verwachting
is dat het 35 graden wordt. Hij zegt het bijna schoorvoetend, om de Hollandse
kijker niet te kwetsen. De tocht gaat over twee reuzen van de de
buitencategorie: de Aubisque en de Tourmalet en twee reusjes van de eerste: de
Aspin en de Peyresourde. Hij raadt de renners aan te wachten tot de Tourmalet
om te ontsnappen, maar Ducrot vindt dat ze meteen moeten gaan beuken om straks
gele trui-drager Wiggins te kunnen slopen.
Dijkstra spreekt van een explosief begin. Laurens ten Dam
(zie foto) van de geplaagde Rabobank ploeg meldt zich van voren, net als Johnny
Hoogerland. Ducrot onderscheidt drie groepen renners: de klassementsrenners die
het liefst bij elkaar blijven, degenen die op een dagzege uit zijn en de
overlevers die het liefst zich verschuilen in een bus en hopen dat ze de dag
ongeschonden doorkomen.
Volgens Dijkstra loont het om het begin van de Touretappe
mee te maken omdat dan de groepen nog niet gevormd zijn. Als we een kasteel in
beeld zien met een nummer op het scherm geprojecteerd, zegt hij dat kastelen
geen rugnummers hebben maar dat getoond wordt in welk arrondissement het gebouw
staat. Ducrot zegt dat de Tour elke dag net een klassieker is omdat veel goede
renners door de valpartijen laag geklasseerd staan en omdat het niveau
genivelleerd is.
Dijkstra weet dat de renners tweeëneenhalve liter water per
uur verbruiken, maar Wiggins zweet nog helemaal niet. Inmiddels is er na
twintig kilometer een grote groep vandoor gegaan, waarin tot hun geluk Steven
Kruijswijk, Hoogerland en Ten Dam zich bevinden. Ook Jens Voigt is erbij, zegt
Ducrot. Dijkstra durfde hem niet te noemen omdat hij een fan van Voigt is.
Ducrot spreekt van een lasso dat het peloton naar ze toe probeert te werpen,
maar dat mislukt. Ze mogen gaan. De Sky-ploeg houdt wel een straf tempo aan
omdat er toch renners uit de top twintig bij de vluchters zitten. Ducrot ziet
meteen twee wedstrijden: één om de bolletjestrui en de ritzege en een ander om
de gele trui.
Als Pineau op de flanken van de Aubisque een heilloze poging
onderneemt om bij de vluchters aan te sluiten legt Dijkstra de term chasse patate uit.
Rondom vliegen gieren. Op zoek naar uitvallers, zegt
Dijkstra. ‘Als u denkt dat u verkeerd bent ingeschakeld, op National Geografic,
dan kan ik u gerust stellen, dit is de Tour de France.’
Als Horner (VS) op de Aubisque een nieuwe fiets aanpakt legt
hij uit dat Horner na een rit in de Ronde van Italië pijn had in zijn
linkervoet, maar dat men niets kon vinden. Hij is vandaag de dag, met renners
die door hun helmen en identieke zonnebrillen erg op elkaar lijken, herkenbaar
aan de stand van zijn linkerbeen in de toeclips. Hij stelt een huiskamervraag
over Hincapie (VS). Hoeveel kilometer Tour heeft die straks in totaal achter de
rug? Hij geeft zelf het antwoord: 60.000. Als of het zo moet zijn wordt Horner
uit een ravijn gevist. Hij was tegen een muurtje aangereden. Ducrot zegt dat
hij de eerste renner is die bergopwaarts in een ravijn rijdt.
De Skyploeg is in training voor de Olympische Spelen. Ook de
kermiskoersen zullen daardoor dit jaar op minder coureurs kunnen rekenen.
Dijkstra vindt Bradley Wiggins van constante kwaliteit. Ducrot herinnert zich
dat hij ooit achteraan het peloton bungelde. Ze zijn het erover eens dat de man
mentaal sterk gegroeid is.
Tijdens de beklimming van de Tourmalet meldt Michel Boogerd
bij de commentaarpositie. Dijkstra vraagt hem naar het maskerend effect van een
vochtafdrijvend middel. Helaas is Boogerd niet zo’n prater en heeft hij een
vervelende knauwerige stem. Hij voegt ook niet zoveel toe, maar dat zei ik
vorig jaar ook al. Laatst ging het over de beharing van Laurens ten Dam. Zelf
vond hij dat een renner gesoigneerd aan de start moest verschijnen, maar dat
was geheel zijn eigen mening.
Omdat er weinig te beleven is in de Tour, toont Dijksta nog
eens het ICU-communique van die ochtend. Ook begint hij over legendarische
verhalen van vroeger toen renners nog geen hulp mochten aannemen en zelf een as
moesten gaan lassen in een smederij.
Ducrot vraagt zich af waarom de Skyploeg in het zwart rijdt.
Dat reflecteert niet in de onbarmhartige zon. ‘Dat is een goede,’ antwoordt
Dijkstra. Hij vraagt zich af of Wiggins tegen de hitte kan. ‘Gebraden renners
zakken door het rooster,’ weet Ducrot. Ten Dam sluit aan bij de Ierse darkhorse
Martin en de Zweed Keskiakoff die in de bolletjestrui rijdt. Ook anderen
sluiten. De Tour is een poppenkast waarin renners wegvallen en weer te
voorschijn komen. Ducrot waarschuwt Ten Dam om niet te veel te geven vanwege
het gevaar te ontploffen.
Als een renner een spray in zijn schoen gespoten krijgt gaat
het gesprek over brandende voeten, een typische wielrennerskwaal, waar weinig
aan te doen is. Dat wordt later door Boogerd beaamd als hij zich vlak voor de
top van de Tourmalet weer aansluit.
‘Zet die man op de man op de film en arresteer hem,’ zegt
Dijkstra over een toeschouwer die al te enthousiast voor de wielen van de
renners loopt. De Fransman Voeckler is bij Keskiakoff gekomen. Deze showman,
zoals Boogerd hem noemt, heeft zijn zinnen op de bolletjestrui gezet. Op de top
van de Tourmalet wacht hem een premie van vijfduizend euro.
Het peloton is inmiddels op tien minuten gereden. Daartussen
zitten nog renners uit de vluchtgroep, zoals Voigt die langzaam daalt omdat hij
hier in het verleden zwaar ten val kwam. Volgens Ducrot zit de angst in zijn
lijf. Hincapie is gevallen in de afdaling van de Tourmalet en krijgt verband en
een spray met een ontsmettend en tegelijk afdekkend middel dat volgens Ducrot
minder pijnlijk is dan vroeger.
Basso leidt het peloton om het op te schudden met als gevolg
dat Evans met nummer 1 door het net valt, maar Nibali komt niet weg en Wiggins
blijft zitten tot ergernis van Ducrot, die vindt dat de gele trui zich moet
laten zien. Voeckler staat zijn voorsprong niet meer af, vergroot hem zelfs,
zodat hij naast de bolletjestrui en de ritzege mogelijk ook nog het rode
rugnummer voor de meest strijdvaardige renner kan gaan ophalen. Vinokourov had
zijn laatste Tour willen afsluiten met een mooie zege, maar kwam er niet meer
aan te pas. Van Dam eindigt als tiende, Wiggins als twaalfde op zeven minuten.
De moraal van dit verhaal is de moraal van de 159
overgebleven renners die op zo’n stikhete dag zich zes uur uit de naad fietsen,
dopingschandalen, ziekte en ongevallens voor lief nemend. Fietsen is nog altijd
een volkssport. De ware in dit soort ritten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten