Tegen het eind van deze roman komt Tony Soprano zijdelings
in beeld, namelijk als de hoofdpersoon, de Kroatische huurmoordenaar Toxic, de
maatschappij voorstelt als een cirkel met ‘de predikende, afvalscheidende en
fietsende meerderheid bovenaan (al die mensen die nooit bij rood licht de
straat oversteken maar telkens als Tony fokking Soprano op tv is het scherm
beginnen te likken)’.
Dit citaat geeft al aan dat het om een robuust boek gaat,
met een ruw taalgebruik, die door liefhebbers van The Sopranos zeer zal
worden gewaardeerd.
Om het beeld van de cirkel te voltooien: ‘Helemaal rechts
hebben we de ouderwetse vuurwapenliefhebbers, die hun vrouwen liever slaan dan
neuken, en links zitten de antiglobalisten, het zure zootje dat tegen alle
goede dingen van het leven is, zoals vlees, porno en klimaatverandering. Ikzelf
zit ergens onderin, waar extreem rechts samenkomt met gewelddadig links. Waar
godvrezende mannen en vrouwen verkeren met moordenaars en kunstdieven.’
Toxic heeft, zijn vele slachtoffers in de Joegoslavische
oorlog niet meegerekend, al zo’n zestig ‘kauwgomkauwers met een vierkante knar
en een hamburgerreet’ omgelegd, wanneer het misgaat en hij de V.S. uitvlucht
door op de luchthaven JFK dominee Friendly te vermoorden, die op het punt staat
naar IJsland te vliegen om daar een collega te bezoeken en op te treden in
diens televisieshow.
De Kroaat verandert van identiteit als een kameleon van
kleur. Hij ziet zichzelf als
‘een baboesjkapop met de kop van een Amerikaanse
televisiedominee. In hem woont de Russische wapensmokkelaar Igor Iljitsj en in
hem huurmoordenaar Toxic. In hem leeft de pas gelande Tom Boksic. En tot slot,
helemaal binnenin, vinden we ‘Champ’, het schattige kleine kampioenskind uit
Split, Kroatië.’
Diep verscholen in de ruwe bolsters zit dus nog een zacht
invoelend kind, dat worstelt met de dood van zijn vader. Daarom vind ik dat dit
boek ook meer diepgang heeft dan de film Pulp fiction van Tarantino
bijvoorbeeld.
Het is hilarisch om te lezen hoe de huurmoordenaar zich
steeds uit penibele situaties redt, maar nog knapper om te zien hoe de
schrijver heen en weer schuift met de verschillende subpersonen. Als de
huurmoordenaar met de knappe Gun, de rebelse dochter van de IJslandse dominee,
in een café zit, wordt dat als volgt beschreven: ‘De dominee lijkt zich zorgen
te maken over haar relatie met haar vader en vraagt haar daarom of ze een hekel
aan hem heeft.’
Hetgeen er tenslotte natuurlijk opuit draait dat wij
allemaal kinderen Gods zijn.
De toon is goed, het eind niet sentimenteel en de zwarte
humor prachtig, bijvoorbeeld als de huurmoordenaar, die zich voordoet als een
Poolse bouwvakker met vegen latex in zijn gezicht, de politie aan de deur
krijgt die hem meedeelt dat er een criminele dominee in Amerika wordt gezocht
en hij antwoordt: ‘Ghebben ze daar dan nog niet genoeg criminelen?’, waarop de
twee IJslandse agenten vriendelijk glimlachen, hem succes wensen met het
klussen en vertrekken.
Je ziet het voor je ogen gebeuren; ik verwacht dat deze
beeldende roman snel verfilmd zal worden, net als het ijzersterke Reykjavik
101.
Maar ook aan het boek valt veel plezier te beleven,
misschien nog wel meer dan de film, door de prachtige taal, zoals het
consequente gebruik van de term Talianen voor Italianen of zoals de nummers die
de huurmoordenaar steevast gebruikt om de schoonheid van de IJslandse meisjes
aan te duiden. Met een ‘dagdriemeisje’ zou hij het bijvoorbeeld na drie dagen
aanleggen als hij in zijn eentje in de woestijn zou vertoeven.
Deze recensie verscheen eerder op de site van literairnederland.nl
Huurmoordenaar, zestig man omgelegd...
BeantwoordenVerwijderenzucht...
weer een boek voor de oud-papierbak,
mooi taalgebruik of niet:
http://selmasalo.wordpress.com/2012/07/04/voetbal-moord-bizarre-seks-moord-en-nog-eens-moord/
Kan niet wachten tot er een film van gemaakt wordt
BeantwoordenVerwijderen