Stef Biemans reist, geholpen door researcher Barbara Smit,
door Zuid Amerikaanse landen die in de Andes liggen en is vooral
begaan met de gewone Zuid Amerikaan. Zijn toon is meteen goed. Hij maakt, in het begin tenminste,
aantekeningen zoals Ruben Terlou foto’s maakte, is betrokken bij de mensen en schuwt
zelfkritiek en kritiek op het Westen niet.
1: de berg die mannen eet
Biemans begint in de Bolviaanse stad Potosí, die de hoogste
ter wereld is en een zilvermijn bezit die al vijfhonderd jaar voor welvaart
zorgt, al neemt hij tegenwoordig meer dan hij geeft. Biemans koopt bijna pure
alcohol en cola voor de mannen die in de mijn werken. Een beeld van de oom
zorgt voor bescherming en wordt geëerd met bier. Diens erectie heeft volgens
een mijnwerker te maken met het machismo in hun cultuur. Het werk is volgens
hem zwaar. Hij kauwt op cocabladeren om het vol te houden, men wordt vaak niet
ouder dan vijfenveertig, maar hij is blij dat hij werk heeft. Zijn vrouw wil niet
dat haar zoons later ook de mijn in gaan. Ook tijdens de katholieke processies
wordt veel alcohol gedronken. Biemans bezoekt zieke mijnwerkers in het
ziekenhuis en neemt fruit voor hen mee. Vanwege stoflongen kan men nauwelijks
lopen of praten, maar men houdt de moed erin. Een man van vijfenveertig jaar
oud met zeven kinderen vindt het niet erg om dood te gaan, maar Biemans vindt
het toch vervelend dat hij daarover begonnen is, want misschien geloofde de man
nog wel in een wonder. De mijnwerkers worden op de goed verzorgde begraafplaats
bij hun collega’s begraven. Omdat er een tekort aan graven is, worden oude
graven leeg gemaakt en de gemummificeerde lijken gecremeerd. Een vrouw heeft de
foto van haar man verstopt om niet steeds het verdriet te voelen. Ze verwerkt
het verlies tijdens een individuele herdenking. Een historicus die lang in
Spanje is geweest, toont schedels van monniken die de Inca’s kerstenden en
tempels bouwden van zilver. Een mijnwerker stelt het gebrek aan eerbied voor de
natuur aan de kaak. Hij vindt dat men de rijkdom ook voor toekomstige
generaties moet bewaren in plaats van alle zilver te delven. Dat geldt ook voor
de winning van lithium uit de zoutvlaktes. We hoorden hier in 2013 al over in de
reisserie Paul Rosenmöller en de strijd
van Latijns Amerika. Een Chinees bedrijf is hiermee bezig, omdat de staat
het benodigde kapitaal mist. Biemans wijst op een tegenstelling tussen het eren
van moeder natuur tijdens processies en het verwoesten van de aarde. Hij vraagt
zich af of wij ook niet medeplichtig aan de wantoestanden zijn. Het antwoord
moge duidelijk zijn.
2: de wolkenkrabber van Santiago
De enorme woontoren in het centrum van Santiago de Chile is
een toonbeeld van economische macht. Deze werd in de tijd van Pinochet gebouwd
door een Duitse aannemer. De toren staat op het terrein van het Costanera
Center is veruit het hoogste punt in de stad en van alle kanten waar te nemen.
Een vrouw vertelt dat ze trots is op de toren maar de meeste mensen vinden het
een uiting van het kapitalisme dat de bevolking in arm en rijk verdeelt.
Biemans las dat veel Chilenen depressief zouden zijn en daarom wordt er op de
universiteit aan lachtherapie gedaan voor studenten die zwaar in de schulden
zitten. Biemans gaat, om de ziel van de Chileen te leren kennen, op bezoek bij een
krantenarchief en krijgt van de bibliothecaresse een editie voorgeschoteld uit
september 1973 waarin te lezen staat dat president Pinochet na de (zelf)moord
van Salvador Allende van Chili een rijk land maakte door privatisering en
liberalisering. Dat leidde echter bij de bevolking tot torenhoge schulden, die
ze alleen kunnen aflossen door heel hard te werken. De opvoeding komt daardoor
in het gedrang. Grootouders nemen de deel daarvan op zich en klussen bij om het
inkomen te verhogen. Biemans leest in de krant dat er dagelijks twee
zelfmoorden te betreuren zijn vanaf het Costanera Center. Dat geeft aan hoe
zwaar men lijdt onder het kapitalisme, dat zich daar veel bruter manifesteert
dan in West Europa.
Biemans vertrekt in de richting van Argentinië om te praten
met een Mapuche indiaan die zich tegen de globalisering keert en de jeugd wil
beschermen tegen de verlokkingen van de moderne tijd. Het is schokkend te horen
dat zijn oudste zoon na zijn studie op zeventienjarige leeftijd in de stad
zelfmoord heeft gepleegd omdat hij tussen wal en schip viel. De rook van de
vulkaan geeft de indianen advies en leert hen om mens te zijn. Deze rook weet
ook dat het verlangen naar de moderne cultuur op een illusie berust. De indiaan
praat met andere jongeren om te voorkomen dat ze het verkeerde pad op gaan.
Het is grappig dat Biemans een sofa geleend heeft en die in
het park heeft neergezet, zodat inwoners van Santiago kunnen vertellen over hun
grootste wensen die toch vooral op sociaal gebied liggen. Een jonge vrouw die in
een tent op straat woont nadat ze uit een psychiatrische kliniek is weggelopen,
overhandigt Biemans een tekening met daarop een uitnodiging voor een
miniconcert in de kliniek. Biemans laat die vermenigvuldigen en deelt die uit op
het terrein van de in armoede verkerende kliniek. Dat leidt tot een openhartig
gesprek met een patiënte die daar al lang zit na een zelfmoordpoging en geniet
van Gracias a la vida, ten gehore
gebracht door twee muzikanten. Biemans concludeert dat de belofte van
gelijkheid sterk botst met de bestaande ongelijkheid in Chili. Steeds meer
mensen staan er alleen voor.
3: El paraíso tecnológico
Met het technologisch paradijs wordt de economische toestand
op Vuurland bedoeld, het zuidelijkste deel van Zuid Amerika dat gedeeld wordt
door Chili en Argentinië. Om ervoor te zorgen dat het gebied niet aan Chili
verloren ging, zorgde Argentinië voor een economische impuls van de technologie
sector. Die trok allerlei latino’s aan die ontdekten dat ze niet alleen in het
noorden maar ook in het zuiden een beter leven konden leiden.
Biemans is in Ushuaia, de meest zuidelijke stad ter wereld,
waar Darwin ooit aanmeerde met zijn Beagle en die nog steeds de naam is van het
bier dat daar gedronken wordt. Biemans rijdt mee met een Indiaanse
taxichauffeur die het gebied nog kent toen het slechts bevolkt werd door schapenhoeders
en koeienjongens en niet veel op heeft met de economische voorspoed. Biemans
loopt rond in een fabriek waar televisies worden gemaakt, maar hij mag niet
spreken met het personeel, omdat dit ten koste zou gaan van de productiviteit.
Hij zit er met een bedrukt gezicht bij en gaat daarom naar hun houten
onderkomens die ze zelf gebouwd hebben. Hij spreekt de burgemeester van dit
kamp die vertelt dat ze droomde van een eigen huisje en dit dan ook heeft, al
is het van hout. In het nabijgelegen bos ontmoet Biemans een beverjager die
vertelt dat de bevers hier ooit vanuit Canada geïmporteerd zijn om de
bontindustrie een impuls te geven, maar dat die nooit van de grond gekomen is.
De bevers verstoren met hun geknaag wel de natuurlijke omgeving. Ook hij heeft
in zijn hutje in het bos meer op met kennis dan met materieel gewin. Hij zet
Biemans een hap bevervlees voor en vertelt over het liefdespad waar hij zijn
seksuele behoefte kwijt kan. Biemans gaat vervolgens op zoek naar dit pad en
wordt enkele malen met een kluitje in het riet gestuurd tot hij de baai gereikt
waar stelletjes, met uitzicht op de lichtjes van Ushuaia, de liefde met elkaar
bedrijven. De liefde is belangrijk in Zuid Amerika zegt Biemans maar die moet,
net als elders in de wereld, tegenwoordig concurreren met het
vooruitgangsdenken dat geleid wordt door kapitalistische geldzucht. In een
gokwinkel kan men loten krijgen met nummers die verwijzen naar een droom die
men de vorige nacht gehad heeft en die geluk moeten geven. Tenslotte is Biemans
met een ontveld lam bij een gaucho die graag de traditie in ere houdt. Biemans
zit met de familie aan tafel, eet van het lam en drinkt maté. Net als in de vorige
aflevering zijn de inkijkjes, dit maal met een drone, verrassend en de muziek
meeslepend.
4: het eeuwige leven
Biemans is in Ecuador en vliegt naar Vilcabamba dat grenst
aan Peru. De mensen leven daar langer dan elders. Hij kijkt naar oudjes die
gymnastieken en walsen, maar hoort van een 89 jarige dat ze niet lang meer wil
doorleven. Biemans is bang om het onderwerp levensbeëindiging aan de orde te
stellen en vindt daar pas aan het eind van de uitzending de moed voor. Hij
hoort dat men hier langer leeft door veel fruit te eten en een vuilnisman zegt
dat het klimaat hier gunstig is en dat er veel ijzer in het water zit. Biemans
staart over de rivier en denkt aan zijn vader van 77 die ooit zei dat hij hem
maar in zijn rolstoel het kanaal in moest rijden als het zo ver was. Dat is een
heel ander verhaal dan dat van de 104 jarige Don Segundo die zich nog altijd
sterk voelt en zelfs een dansje met Biemans maakt.
Indianen in het noorden van Ecuador denken dat ze oud worden
door de invloed van de vulkaan in hun omgeving. Een medicijnenvrouw met veel
plantenkennis voert rituelen uit die jonge kinderen moeten beschermen tegen
ongeluk. Ze behandelt ook de buikklachten van een moeder met een cavia, die de
klachten moet overnemen en is na een verzoek van Biemans bereid het beestje te
laten leven.
De kinderen in de hoofdstad Quito vertellen hem over hun
president Luis Moreno die in een rolstoel zit. Het precieze weten ze daar niet
van, maar de man zorgt in ieder goed voor hen en minder validen, zoals de
kleine mensen. Een dokter deed onderzoek naar de oorzaken van de groeistoornissen
en ontdekte dat die beschermen tegen diabetes en kanker. Hij zegt ook dat deze
mensen gelukkiger zijn dan hun valide medemensen omdat ze hun probleem
geaccepteerd hebben.
In een nonnenklooster met nonnen uit verschillende
Spaanstalige landen worden zieken verpleegd, waaronder een non met Alzheimer.
Een vrouw met terminale darmkanker brengt Biemans tenslotte tot zijn vraag aan
een jonge non over euthanasie maar zoals we konden raden is dat niet in
overeenstemming met de wil van God. Biemans is tenslotte op een begraafplaats
waar de doden geëerd worden. Er wordt zelfs door een oudere broer gerouwd over
een zus die als foetus overleed. Biemans vraagt zich af of dit komt door de
sterke invloed van de kerk of dat Zuid Amerikanen zo verknocht zijn aan het
leven.
5: mijn schoonmoeder bleef thuis
Biemans is nog steeds in Ecuador maar nu aan de grens met
Colombia, in een vallei waar men huwelijksceremonies houdt bij een oude boom.
Deze symboliseert een vrouw die getrouwd is met een man die weer wordt voorgesteld
door een meer. De boom staat zo hoog dat ze de man in de gaten kan houden.
Stelletjes komen bij de boom om hun huwelijksbelofte te bevestigen en dat kan
niet zonder de aanwezigheid van de schoonmoeder, over wie in Zuid Amerika veel
grappen worden gemaakt. De echtgenote van de man heeft een perceel land van de
schoonmoeder gekregen omdat haar zoon werkloos is. Dat veroorzaakt, zoals we
horen, frictie tussen de echtelieden in een land waar grondbezit belangrijk is.
De flauwe grappen over de schoonmoeder stemmen Biemans tot nadenken.
Een paar honderd kilometer verderop doen rijke boeren, die bekend
zijn onder de naam chagra’s, een rodeo. Biemans is te laat om met hen over hun
traditie te praten, want inmiddels is men al beschonken, maar hij spreekt wel
een vrouw die zegt dat de boeren opscheppers en macho’s zijn. Zelf gaat Biemans
breder lopen om niet uit de toon te vallen bij de mannen. De schoonmoeder is
een onderwerp waarover gesproken kan worden. Een man die een mislukt huwelijk
achter de rug heeft, is pisnijdig op zijn schoonmoeder omdat ze zijn vrouw aan
een ander gegeven heeft. Een andere vrouw die aanwezig is op het feest, legt
uit dat het machismo bij de moeder begint die haar zoon meteen aan haar wil
binden. Dat zegt veel over de opvoeding in Zuid Amerika, zegt Biemans en dat
maakt ook dat men voor de schoonmoeder op de hoede moet zijn.
Voorbij de Colombiaanse grens worden veel vrouwenmoorden
gepleegd. Dat heeft te maken met de dominantie van de man, die zijn vrouw in
een traditioneel patroon duwt terwijl de vrouw daar niet van gediend is.
Biemans kijkt naar een tienjarig, moederloos zoontje dat stil aan de tafel bij
zijn oma zit en het niet gemakkelijk heeft. Gelukkig is er een organisatie die
zich om de gezinsproblematiek bekommert. Door familiale omhelzingen probeert
men de problemen voor te zijn. Dan zijn er ook nog vrouwen die liever niet
trouwen maar met elkaar samenwonen en hun eigen leven bepalen. Ze zeggen dat ze
met de nek worden aangezien door mannen, die hetzelfde promiscue gedrag
vertonen. Tenslotte maakt hij een huwelijksaanzoek mee op een boot die op de
rivier Maria Magdalena vaart, maar die komt in de laatste aflevering nader ter
sprake.
6: de moeder van Colombia
Biemans is in de Colombiaanse havenstad Honda, die lange
tijd de belangrijkste stad van het land was, maar inmiddels vergane glorie. Hij
vraagt een communistische schilder een portret te maken van de rivier, die de
moeder van Colombia wordt genoemd, om daarin de ziel van het continent te
vangen.
Colombia staat na een lange drugsoorlog tegen Pablo Escobar
op een keerpunt in de geschiedenis en wil het verleden achter zich laten. De
brug die over de rivier gebouwd wordt en naar Bogota zal leiden, moet voorspoed
brengen, al zal dit volgens Biemans de rivier niet ten goede komen. Deze wordt
straks uitgebaggerd door Chinezen die een contract met de overheid hebben
gesloten, die daar ook weer aan verdiend. Biemans vraagt zich af of de
spoorlijn straks ook in Chinese handen komt een heeft een bijzondere ontmoeting
met een dove Finse priester die zich door een brommer over de spoorlijn laat
vervoeren, al is een gesprek over de vrouw Maria Magdalena moeilijk.
Hij laat aan de hand van een ceremonie rond de vereerde
medicijnman Mohan zien hoe het christelijk geloof doordrongen is van meer
traditionele elementen. De visser die Mohan speelt vertelt dat deze aan de
borsten van de meisjes sabbelt, een andere visser vertelt dat Mohan zijn netten
omkeerde, waardoor zijn vangst verloren ging. De schilder leest voor dat Mohan
staat voor de kracht van de voortplanting en dat hij vrouwen van vissers
ontvoert die zich niet aan de regels houden. Volgens Biemans houdt hij vooral
een waarschuwing in voor meisjes die zich te ver in de rivier wagen en ook voor
het natuurgeweld. Daarmee heeft hij een link gelegd naar het stadje Armero die
door een vulkaanuitbarsting is weggevaagd. Met meisje Omatra Sanchez die
bekneld zat en langzaam stierf in het water staat 32 jaar later nog op het
netvlies van de televisiekijker.
Biemans bezoekt gevaarlijke nijlpaarden die een erfenis van
Escobar zijn en vraagt de schilder of hij die ook op kan nemen in zijn
schilderij. De twee drinken een biertje in de deuropening van diens atelier,
hetgeen deuren genoemd wordt.
Een priester weet te vertellen dat Maria Magdalena met Jezus
een platonische verhouding had. Tijdens het feest van de conceptie van Maria is
deze priester nijdig dat de burgemeester een meer profaan kerstshow heeft
georganiseerd.
Biemans sluit af met een portret van een Venezolaanse
prostitué die illegaal naar Colombia is gekomen om geld voor haar arme familie
te verdienen. Ze vertrekt weer met de bus en heeft tassen met eten bij zich. Voor
Biemans symboliseert zij de hoop dat het beter wordt, niet als vroeger door
grote revoluties maar met kleine stappen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten