Zwak drama over de gevolgen van een scheiding voor de zoons
in een middleclassgezin
Ik had het kunnen weten. Op grond van mijn bespreking van de
latere sentimentele film van Noah Baumbach uit 2010, Greenberg geheten, viel van de voorganger van vijf jaar daarvoor
weinig goeds te verwachten. Dit echtscheidingsdrama valt misschien in de smaak
bij de Amerikaanse middenklasse, die, onder de stolp die hun leven geworden is,
weg kan zwijmelen bij personages die onder dezelfde emotionele problemen gebukt
gaan als zijzelf, maar een meer afstandelijke Europese kijker prikt door dit
oppervlakkige relationele geharrewar heen. De manier waarop een schrijversgezin
neergezet wordt, is erg cliché. Literatuur heeft meer te maken met effectbejag
dan met schoonheid en wijsheid en wellicht komen daar ook de problemen met
elkaar uit voort.
We bevinden ons in Brooklyn, New York, 1986. Voormalig
bestsellerauteur en universiteitsprofessor - wat die term in de Verenigde
Staten ook inhoudt - Bernard Berkman speelt een dubbelpartij tennis met zijn
vrouw Joan en hun beide zoons, Walt van zestien en Frank van twaalf, waarbij
meteen al de conflictjes heen en weer gaan. Dat Joan het stokje of misschien
beter gezegd de pen van haar man heeft overgenomen, is nog niet eens de
belangrijkste reden voor de meningsverschillen tussen de ouders. Dat is eerder
de geheime relatie met een psychiater die Joan erop na houdt. De zoons zijn de
dupe van de disharmonische sfeer en reageren die alle twee op hun eigen manier
af. Walt probeert iets te bereiken in de muziek en Frank op tennisgebied maar
beiden hebben weinig succes.
Al vrij snel wordt duidelijk dat het samenleven niet meer
gaat. Bernard verhuist naar een huis in een andere buurt, waardoor co-ouderschap
nog wel tot de mogelijkheden blijft behoren. De kleinzielige manier waarop
Bernard en Joan met elkaar omgaan komt tot uiting in de verdelen van de boeken.
Joan verstopt een doos met boeken onder het bed van Frank om te voorkomen dat
Bernard die overhevelt naar zijn nieuwe huis. De regeling van de dagen dat ze
de zorg voor de zoons hebben is rond, alleen over de kat des huizes hebben ze
niet goed nagedacht, maar die vormt in het verdere verhaal niet het probleem.
Nieuwe relaties van de ouders, Joan met hun tennisleraar en
Bernard met Lili een leerlinge van hem, die vrijmoedig is en scabreuze teksten
schrijft, zorgen voor een verdere verwijdering tussen de twee broers. Frank
trekt naar de moeder en Walt naar zijn vader, maar allebei komen ze aandacht tekort
en gaan dat op een andere manier compenseren. Frank ontwikkelt de vreemde
gewoonte om bier te gaan drinken en zijn spermasporen overal achter te laten,
Walt zoekt intiem contact met zijn schoolvriendinnetje Sophie en probeert zich
te onderscheiden als singersongwriter.
Beide ontwikkelingen lopen dood. Frank wordt betrapt wordt
op school en Walt omdat hij een nummer van Roger Waters heeft gejat. De laatste
gaat op advies van de school naar een psychiater die hem vraagt eens iets leuks
te vertellen. Dat wordt het verhaal over een museumbezoek met zijn moeder waar
hij geïmponeerd werd door een inktvis en een walvis. De beesten moeten volgens
mij een symbolische betekenis hebben maar zelfs dat wordt niet uitgewerkt. Smaakmakers
als seks en literatuur, die de nodige pit aan The squid and the whale moeten geven, falen daarin, net als Jeff
Daniels in zijn rol van vader. Van iemand die zijn sporen in de literatuur
verdiend heeft, valt toch meer te verwachten dan gepijpt worden door een hitsige
studente.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten