Het ongewisse terrein van de geest.
Het zondagse VPRO-boekenprogramma begint het nieuwe jaar met
een verontrustend en aangrijpend onderwerp: de psychose. Drie ervaringsdeskundigen schreven er een
boek over: Huub Mous, Daan Muntjewerf en Egbert Tellegen. De laatste twee zijn
in de studio aanwezig en worden vergezeld door de uitgever en psycholoog Ed
Brand.
Wim Brands begint tegen bedrijfseconoom Muntjewerf over de
verwarring die de psychose is. Op het moment dat Muntjewerf, die een joodse
achtergrond heeft, bij de Universiteit van Amsterdam aanbelde voor een
gastcollege over een economisch onderwerp werd hij herkend door de portier die
hem drie jaar eerder uit het gebouw had weggestuurd omdat hij personeel lastig
viel met zijn waanbeeld dat hij de wereld moest redden. Muntjewerf werd zes
weken opgenomen in een inrichting met een joodse signatuur.
Tellegen zat langer in een inrichting. Drie en een halve
maand. Hij was sociologie student, raakte in 1960 in een psychose, schreef gedreven
over zijn jeugd en sprong daarna vanwege zijn rolverwarring in de gracht met de
bedoeling om zijn leven te beëindigen. Hij kreeg in de inrichting ongeveer
vijftien electroshocks, die geen pretje waren.
Psycholoog Brand ligt uit dat een psychotisch iemand in een
eigen wereld leeft en dat contact onmogelijk is. Men kan zich euforisch
gedragen of angstig en teruggetrokken. Omstanders boezemt het psychotisch
gedrag snel angst in. Een psychose staat voor een persoonlijke ontwikkeling die
uit de hand gelopen is. Verlieservaringen spelen vaak een rol bij het ontstaan
ervan. Vooral in de leeftijd tussen puberteit en volwassenheid is men er
gevoelig voor. Een psychose kan overgaan in schizofrenie. Tegenwoordig kan men
met medicatie veel ongewenste gevoelens onder de duim houden. Genezen is niet
mogelijk, beheersing wel.
Muntjewerf kreeg een psychose na de dood van een vriend van
zijn broer en een relatie die uit ging. Hij liep in de inrichting rond als een
ziektebeeld. Bij het verlaten daarvan voelde hij zich chronisch ziek en
gestigmatiseerd. Op het ogenblik wordt hij behandeld vanwege een bipolaire
stoornis. De medicijnen herinneren hem er dagelijks aan dat zijn geest niet in
orde is. Terugdenkend aan de confrontatie met de portier van de universiteit zegt
hij dat een persoon een momentopname is: dat iemand op verschillende momenten
anders kan zijn.
Tellegen had een medestudent verloren door een ongeluk,
kampte met onzekerheid over zijn identiteit en viel van zijn vroegere
protestantse geloof. Hij zegt dat de psychiater hem niet begreep. De medische
wetenschap interesseert zich niet voor het verhaal van de persoon achter de
psychose. Het medische model is de norm. De geest past er niet in. In de jaren
zeventig was er meer aandacht voor de persoon. Door latere successen van de
medisch biologische wetenschap verdween de persoon weer naar de achtergrond.
Psychische problemen worden als een hersenziekte opgevat.
Psycholoog Brand onderkent dat medicatie tegenwoordig
onomstreden is bij de behandeling maar zegt dat het herstel begint met de
herstelde communicatie tussen persoon en hulpverlener. ‘Weet je waar je bent?’
is de eerste vraag die Brand stelt, om te checken of de persoon zich in het
hier en nu bevindt. Daarna reconstrueert hij samen met de persoon het
psychotisch proces. De persoon weet namelijk het beste welke stappen hij moet
zetten om daaruit weg te blijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten