Veel gereis, maar weinig indrukken.
De hoofdpersoon van Magnus, Merlijn Kaiser, heeft een
litteken in zijn schedel vanwege een operatie als kind tegen epilepsie, die
echter nog steeds opspeelt. Omdat hij af en toe wegvalt heeft hij geen besef
hoeveel tijd er verloren is gegaan. Dat blijkt als Merlijn, een
scenarioschrijver - na het vertrek van zijn vriendin Caro in het slop gekomen -
weer eens zijn vriend Walter opzoekt, die weinig meer van hem wil weten omdat
hij nooit iets van zich laat horen. Achteraf blijkt dat de tijd na hun laatste
ontmoeting veel langer dan Merlijn dacht. Hij is wantrouwend. Is zijn vriend op
de hand van Caro? Laat men hem in de kou staan?
Behalve met epilepsie heeft Merlijn te maken met een vreemde
gang van zaken rond afschrijvingen van zijn bankpas. Hij wordt opgebeld door
Mastercard of hij onlangs in een pretpark in Zweden een groot geldbedrag heeft
opgenomen? In plaats van dat te ontkennen en zijn rekening te laten blokkeren
gaat Merlijn op onderzoek uit. Hij heeft toch niets te doen. Caro verweet hem
dat hij niet echt leefde. Dat zal hij gaan doen.
In Stockholm loopt Merlijn doelloos rond. Hij gaat naar de
wijk waar geld van zijn rekening in opgenomen en maakt foto’s van aanwezigen in
bars en restaurants. Een Vlaams barmeisje van het hotel waarin hij verblijft
helpt hem om de dader op de foto’s te traceren. Vervolgens komt Merlijn in
contact met de man, Magnus geheten, die zijn financiële schaduw is, en
vervolgens ook met diens achttienjarige dochter Cecilia, die ooit Cora als au
pair had.
Dat is zo’n beetje het grote verband. Op het gepassioneerde
begin na over de romance met Caro, die in Zweden herhaaldelijk opduikt in het
hoofd van Merlijn, is de roman niet echt gelukt. Merlijn doet wel van alles,
maar echt tot leven komt het verhaal niet. In plaats van een existentieel
dilemma - een jongeman verloren in een onbekende kille wereld - komt Merlijn in
een knus wereldje met dochter Cecilia. De afwerking is ongeloofwaardig, omdat
het uiteindelijk om een betaalpas van een gezamenlijke rekening van Merlijn en
Caro bleek te gaan. De dramatische afloop is matig, te zwaar aangezet, gezocht.
Wat ontbreekt is de noodzaak. Allerlei bijkomstigheden over
het noemen van de roman Wolkenatlas, het inlassen van muziekteksten en
overbodigheden – zoals fragmenten waarin weer wordt teruggaan naar avonturen
met Walter - houden het verhaal op en voor iemand die een Filosofische
Scheurkalender samenstelt zou meer beschouwing verwacht mogen worden.
De personages steken slecht in hun vel. De fotograaf Magnus en zijn dochter Cecilia zijn te bedacht en komen niet tot
leven. Ook de gebruikte beelden zijn niet sterk, zoals het vliegreisje van
Stockholm naar Kopenhagen, dat een splinter in de luchtvaartgeschiedenis
genoemd wordt.
Zijdelings komt aan het eind de calvinistische jeugd van
Merlijn ter sprake. Kinderen op het schoolplein staken de draak met zijn
schoenen die look-a-likes waren van het merk dat in de mode was. Ook kreeg hij
steeds te horen of hij zijn medicijnen wel had ingenomen. Merlijn kende geen
onbezorgde jeugd, maar als volwassene heeft hij van wantrouwen geen last meer.
Tot slot gaat hij met Cecilia naar de première van het toneelstuk dat hij
tussen de bedrijven door in Zweden schreef. De gebeurtenissen waren daarbij voor
hem een inspiratie. Misschien is onbewust op deze roman van toepassing wat de
verteller zegt over middelmatige scenarioschrijvers: ‘De stukken worden
redelijk bezocht, de acteurs geven je complimenten, negeren je in interviews…’
En anders is het wel de uitroep na afloop: ‘Het stuk schreeuwde om leven.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten