Jonge verzorgster in een supermannelijke
omgeving
Met Een van de jongens
wordt Martine Hulsman bedoeld, een veertiger die in het leger werkt als
humanitair geestelijk verzorger, zoals dat vroeger in katholieke kringen
voorbehouden was aan een aalmoezenier. Martine verleent bijstand aan het 42
Pantserinfanterie Bataljon van de Limburgse Jagers, in de volksmond afgekort
tot 42 LJ. We zien het bataljon zich voorbereiden op een oefening van drie weken
in Duitsland. Martine gaat, anders dan in echte gevechten, ook mee, maar blijft
een gemilitariseerd burger. Zoals een kapitein aan het eind van de documentaire
zegt, verdwijnen de problemen van de soldaten niet tijdens zo’n oefening.
Die problemen liggen, zo vertelt Martine, liggen op het vlak
van uitzendingen naar crisisgebieden, de machteloosheid om niets te mogen doen,
maar ook op het gebied van relatieproblemen, zoals met het thuisfront. Veel
militairen komen uit probleemgezinnen, hebben een lage eigenwaarde en vinden in
het leger een vangnet. Daar is niets mis mee. Ze wil er voor hen zijn. Omdat ze
niet valt onder de bevelsstructuur kan men gemakkelijker tegen haar aanpraten,
al is er nog wel een drempel te nemen in deze macho cultuur.
Ze vindt de camera lastig, vertelt ze aan Dorothée, maar
hoopt wel dat ze kan duidelijk maken waar haar werk uit bestaat. Vaak zien we haar
wat rondhangen bij de soldaten, informeren hoe het gaat, de stemming peilen. Ze
doet, om een band met de soldaten te krijgen, mee aan een stormbaan en wordt daar
letterlijk op handen gedragen. Zoals zij bewondering heeft voor de soldaten, zo
hebben de soldaten achting voor deze knappe, vrolijke vrouw. Ze meent dat
vrouwen door het supermannelijke van het leger worden aangetrokken, al zeggen
soldaten zelf dat ze in het café niet meteen omhelsd worden, dus dat is wel
iets van Martine.
Ze vindt de basishouding van de soldaat interessant. Het
gaat daarbij om risico’s nemen en verantwoordelijkheid nemen. Tijdens een les
aan soldaten in opleiding vraagt ze in hoeverre ze zich al soldaat voelen. De
meesten missen nog dat gevoel omdat ze nog weinig hebben meegemaakt. Later gaat
het over zaken betreffende leven en dood, onder andere aan de hand van
videobeelden. Het doden van een ander roept vaak walging op en het is niet iets
waar een soldaat gemakkelijk over praat. In de opleidingsgroep gaat iedereen voor
zelfbehoud. Martine die haar afstudeerscriptie als geestelijk verzorger heeft geschreven
over het verwerken van het doden van een ander, noemt het een intieme ervaring
en geeft daarbij als kader aan dat het doden van een vijand moet passen binnen
de opdracht en binnen het eigen geweten.
Een soldaat die werd uitgezonden in het kader van Isaf in
Afghanistan, vertelt op een tankwagen gezeten over een aanslag met een bomvest,
waarbij veel slachtoffers gemaakt werden. Bewoners raapten de ledematen van hun
kinderen op en namen die in een doek mee naar huis. Hij is er nog steeds niet
uit. Ook niet over de lijken en de schreeuwende gewonde kinderen in een
primitief ziekenhuisje. Hij kan er moeilijk woorden voor vinden, maakt zich
minder druk over zaken die niet essentieel zijn.
Martine studeerde eerst Russisch, verdiepte zich in de Groot
Servische gedachte en ging tolken in Bosnië, waar ze het effect van
oorlogvoeren meemaakte. Zes jaar later begon ze aan de opleiding voor
geestelijk verzorger. Een televisie-uitzending over de problemen van
uitzendingen was de aanleiding. Ze heeft inmiddels een jong kindje dat ze meeneemt
naar de basis in Oirschot. Ongetwijfeld wordt dat daar in een crèche opgevangen.
Op de vraag van Dorothée wat een humaniste in het leger moet, antwoordt Martine
dat ze bijvoorbeeld iets wil verbeteren aan de positie van de vrouw in
Afghanistan. Ook als ze niet achter de missie staat, gaat ze toch mee om de
manschappen bij te staan.
Hier een
trailer op de site van Humandoc.
Bedankt voor weer een stukje in een puzzel van een dochter van een veteraan. Gr elma
BeantwoordenVerwijderen