De Tweede Wereldoorlog komt in de literatuur op velerlei
wijze aan de orde gesteld, maar . het ooggetuigenverslag is vaak het meest
indringend. Dit geldt voor de boeken van Primo Levi, maar ook voor dit debuut
van Mario Rigoni. Zijn beschrijving van zijn martelgang als sergeant majoor in
het Italiaanse leger tijdens de slag om Stalingrad in 1943 is van begin tot
eind adembenemend.
Sergeant in de sneeuw
is opgedeeld in twee delen. In het eerste deel bevindt het peloton van sergeant
Rigoni zich in een loopgraaf aan de oever van de Don. De Russen zijn zo dicht tegenover
hen gelegerd dat men elkaar kan zien en horen. Rigoni maakt sporadisch melding
van brieven van zijn meisje. Alle levenskracht is nodig om te overleven. Dit
geldt nog sterker voor het tweede deel als het peloton de onhoudbare stelling verlaat
en de terugtocht onderneemt die een zelfs voor een Alpenman barbaars is.
‘Nadat ik mijn wanten
had uitgedaan, voelde ik een onvoorstelbare stekende pijn in mijn handen en was
ik niet in staat de kaas te snijden. Mijn handen deden niet meer wat mijn
hersenen wilden. Ik keek ernaar als naar vreemde dingen die niet van mij waren,
en ik moest huilen om deze arme handen die niet meer bij mij wilden horen.’
Dromen en herinneringen lijken echter dan de oorlog. De identiteit
van Rigoni begint te vervagen. Wie is de enige die daar voortstrompelt
eigenlijk? Het is aanlokkelijk om in de sneeuw te gaan liggen en vergetelheid te
zoeken. Rigoni ontkomt niet aan dit verlangen maar wordt door een superieur weer
op zijn benen gezet. Met het mantra Tot in
het uur van onze dood op zijn lippen zet hij de ene voet voor de andere.
Veel van zijn vrienden vinden de dood, vooral op 26 januari 1943, de dag dat er
een hevige strijd gevoerd wordt.
Rigoni beschrijft het soldatenleven in eenvoudige woorden van
binnenuit. Dat gaat van de stevige polenta die ze maken tot de zware verwondingen
die ze oplopen. De spanning in de loopgraaf is slopend. De kogels fluiten hen om
de oren. Iedere gevechtshandeling kan het einde betekenen. De terugtocht kan Rigoni
zich niet helemaal meer herinneren. Soms moet zijn eenheid voor de grote colonne
uit een dorp veroveren dat in handen is van de Russen. In de nacht dringt men
een ibza, een hut, binnen, in de hoop dat die door de vijand verlaten is en dat
men daar enige rust en iets te eten zal vinden. Rigoni krijgt last van
dysenterie en komt nauwelijks vooruit vanwege een schrijnende wond aan zijn
voet. Eenmaal veilig herkent hij zichzelf niet meer in de spiegel. Zijn
groepsgenoten zetten hem aan om zich te wassen en te ontdoen van zijn zware baard
en verzorgen zijn etterende voet. Vervolgens moet men opnieuw eindeloos de
sneeuw in voordat men bij de trein komt die hen naar Italië vervoerd. Zelfs dan
is het leed voor Rigoni nog niet geleden, maar dit valt buiten het bestek van
dit boek.
Bijzonder is ook de mentale gesteldheid waarmee Rigoni de
oorlog beschrijft. De vijand is net als hijzelf op weg gestuurd. Als Rigoni een
vader van een gesneuvelde soldaat uit zijn groep verteld heeft dat zijn zoon
omgekomen, kijkt de man naar het portret van Mussolini, bijt op zijn tanden en balt
zijn vuist als Rigoni.
Bloedstollend is het moment dat Rigoni een Russische hut
binnengaat en daar tot zijn verrassing een Russische eenheid aantreft die juist
een maaltijd gebruikt.
‘Als versteend kijk ik
ze aan. Ze zitten rond de tafel te eten. Met een houten lepel scheppen ze het
eten uit een gezamenlijke soepkom. Zij kijken me aan, hun lepels bevroren in de
lucht. (…) Er zijn ook vrouwen bij. Een van hen pakt een bord, vult het met een
soeplepel melk en honing uit de gedeelde soepkom en reikt het me aan. Ik doe
een stap naar voren, hang het wapen aan mijn schouder en eet. De tijd bestaat
niet meer. De Russische soldaten kijken naar me. De vrouwen kijken naar me. De
kinderen kijken naar me. Iedereen houdt zijn adem in. Er is alleen het geluid
van mijn lepel in mijn bord. Van elke hap die ik neem.’
Deze anekdote brengt Rigoni ertoe op te merken dat de Russen
niet anders waren als zijzelf. Dat zij allemaal onder hetzelfde juk leefden.
Hij hoopt dat de kinderen die erbij waren zich de ervaring zullen herinneren en
die in hun hart meenemen. Wie weet dat in de hedendaagse strijd in Oekraine dit
soort ervaringen ook wel weer opgedaan worden in de waanzin die oorlog heet.
Een kleine moeilijkheid had ik met het onderscheid tussen
bataljon, compagnie of peloton. Het was moeilijk voorstelbaar hoe omvangrijk de
verschillende onderdelen waren. Ook de rangen van sergeant, kapitein of
luitenant zijn voor een leek op legergebied moeilijk te plaatsen. Rigoni had ieder
geval de leiding over een peloton Alpenjagers, dat peloton zwaar werd genoemd omdat men met zware wapens werkte.
Vertaler Asker Pelgrom had daarover in zijn nawoord iets
kunnen uitleggen. Hij vertelt wel een en ander over de leven van Rigoni, die de
bijnaam Stern kreeg. Hij deed eerder de nodige militaire ervaring op in de
Alpen en bekwaamde zich later in het schrijven. In een concentratiekamp waar
hij later door de Nazi’s werd opgesloten, schreef hij Sergeant in de sneeuw. Dit om de ontberingen in het kamp te boven
te komen. In 1953 werd het boek op voorspraak van schrijver Italo Calvino door
Einaudi uitgegeven.
De vertaling maakt onderdeel uit van een serie Oorlogsdomein
van de Arbeiderspers. De uitgever kreeg voor deze uitgave van een Schwob-bijdrage
van het Nederlands Letterenfonds.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten