Conceptueel kunstenaar kijkt en stelt vragen
Vanwege het overlijden van de aimabele beeldend kunstenaar
Ger van Elk (1941) afgelopen zondag op 73-jarige leeftijd, hierbij een onvolledige
weergave van het drie uur durende VPRO -Marathoninterview
dat Anton de Goede in 2010 met hem had, in de tijd dat hij nog in goede
gezondheid verkeerde.
De Goede begint met de plaats in de Jordaan waar Van Elk,
die de helft van zijn leven in de Verenigde Staten doorbracht, tegenwoordig
woont en werkt. Het is een studio met het aanzien van een winkel. In het voorvertrek
bevindt zich een schildersezel met daarop een overgeverfde foto, die de randen
vrijlaat. Van Elk zegt dat hij zeker geen schilder is. Hij houdt zich niet
bezig met esthetiek, maar ziet verf als taalgebruik en wil bij inhoud de juiste
vorm vinden. Dat die vorm alles kan zijn maakt hem tot een conceptueel
kunstenaar.
Het tekent Van Elk dat hij zegt dat hij er weinig vanaf
weet. Hij wil niet de intellectueel uithangen, maar in dialoog treden met de
ander. Met de overgeverfde foto verzet hij zich tegen de enorme kleurenfoto’s die
tegenwoordig in de musea hangen en de intimiteit missen, hetgeen heel belangrijk
is voor een kunstwerk. Kunst is vooral kijken en controversiële vragen stellen.
Van Elk wil daarmee tot de kern van de zaak doordringen. Op dit moment is hij
bezig met een project waarin hij kleuren van steden weergeeft. Hij vindt het
belangrijk daarover met anderen te praten om zijn ideeën verder gestalte te
geven. Dat hoeven niet alleen collega’s te zijn. Net als de taal ontwikkelt zich
de kunst. Kunst is eveneens een hulpmiddel om gedachten te uiten. Omdat het altijd
over ideeën gaat, is alle kunst conceptueel. Zijn werk getuigt van hetgeen hij
in zijn leven tegenkomt. De Goede gaat in op het kunstwerp La Pièce dat Van Elk
in 1971 exposeerde. Het is een, in pure oceaanlucht, wit geschilderd blokje
hout op een rood fluwelen kussen en een statement over de maat der
dingen tegenover de steeds grotere installaties die Van Elk om zich heen zag.
De toestand van de kunstwereld vindt hij zorgwekkend. Kunst
is vaak de kleren van de keizer. Wat het echt is weet niemand. Afstand tussen het
grote publiek en de kunstenaar zal er altijd blijven. Het is daarom niet zinvol
af te dalen. Met het elitaire van de kunst is niets mis. Anderzijds moet een
kunstenaar niet op anderen neerkijken. Vanwege zijn kritiek op de
contraprestatie, die de vrije meningsuiting ondermijnde, stemde hij VVD. Hij
verzet zich tegen het clichébeeld van de kunstenaar als een armoedig,
overspelig wezen. Hij is tegen commissies, die de prijzen uitdelen. In de kunst
werkt het democratisch principe niet. Hij zou liever zien dat om de zoveel jaar
een deskundig persoon, zoals Eddie de Wilde was, de vrije hand krijgt om zijn
ideeën door te drukken, dat er een cultuurhuis komt dat vraag en aanbod op elkaar
afstemt en dat kunst fiscaal aftrekbaar wordt. Ooit wilde Van Elk minister
worden en Vlaanderen bij Nederland inlijven, maar dat idee werd in de Vlaamse
kunstwereld niet serieus genomen.
Als beginnend kunstenaar ging hij veel met anderen om. Hij
woonde in bij Belcampo, zat op het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs met
Bas Jan Ader, had contact met Wim T. Schippers en Willem Frederik Hermans. Daardoor
sprokkelde hij zijn kennis bijeen. Ongetwijfeld had hij het geluk dat de tijd
rijp was voor verandering. Hij reageerde op het oeverloos expressionisme van Cobra
en kwam tot zijn idee over conceptuele kunst door Dali. Als docent aan het Ateliers ’63 in Haarlem vond hij het belangrijk het eigen
oordeelsvermogen en de zelfacceptatie
van de student te versterken. Kom daar tegenwoordig nog maar eens om.
Van Elk groeide op tijdens de oorlog in Amsterdam Zuid, maar
verhuisde na de scheiding van zijn ouders op zijn zevende met zijn moeder en zijn
communistische stiefvader naar Nieuwendam. Hij was hervormd, maar zat later op
een openbare en nog later op een katholieke school. Ongetwijfeld heeft dit de
nodige vragen opgeleverd. Hij vindt elke godsdienst een systeem en meent dat de
waarheid in de mens zelf zit. De gevolgen van de scheiding van zijn ouders op zijn
leven acht hij niet groot. Hij was altijd al zelfstandig. Op zijn twintigste
ging hij naar zijn vader in Hollywood die daar cartoons tekende, onder andere
voor The Flintstones. Zijn vader had
weinig begrip voor zijn kunstenaarschap. Later bezocht hij wel eens kortdurend
een psychotherapeut.
Hij heeft twee zoons bij twee vrouwen, maar wilde niet met
de tweede trouwen. Hij vindt van zichzelf dat hij zich niet kan aanpassen of
een keuze maken op het gebied van de liefde. Afscheid nemen is moeilijk. Het
betekent dat er een nieuwe situatie optreedt. Elk afscheid is een begin. Dit
geldt ook voor ons afscheid van Ger van Elk. Met dank voor wat hij ons aan
integriteit en echtheid gegeven heeft.
Mooi IM
BeantwoordenVerwijderengroet
Laila