Toegewijd schrijver is aards en tegelijk lyrisch over het
leven
De Belgische dichter en schrijver David van Reybrouck is niet
iemand die niet opsluit achter zijn bureau en daar gedichten, fictie of non-fictie
werk schrijft, maar een grote betrokkenheid bij de wereld heeft. Als het dak
lekt, kan hij niet schrijven, zegt hij zinnebeeldig, al zou hij dat laatste het
liefst van alles willen. Zich afzonderen en zijn hoofd leeg maken om daaruit verrassingen
te laten opkomen is voor hem het summum van geluk, maar zover komt hij vaak
niet omdat andere taken zich opdringen. Geschiedenis, schoonheid en mededogen
ziet hij als de verbindende elementen in de fragmenten die hij heeft
uitgekozen.
Een van de vele projecten die Van Reybrouck op zich genomen
heeft is de burgerbeweging G-1000 waarin men tracht om tot een meer sociale
democratie te komen. Dat Wilfried de Jong het daarover zelfs niet met van
Reybrouck gehad, zegt veel over zijn dadendrang. Zo vertaalde Van Reybrouck werk
van de mij onbekende Friese dichter Tsjebbe Hettinga, die vorig jaar overleed
en deed hij mee aan een Belgische tentoonstelling waarin het herdenken van de
Eerste Wereldoorlog herdacht wordt door aandacht te besteden aan de vele
zelfmoorden die in zijn geboortestreek West-Vlaanderen voorkomen. Zijn
toewijding blijkt uit zijn fascinatie voor de Antwerpse kunstenaar Sam
Dillemans die op een maniakale manier voor zijn kunst leeft. Zelf is Van Reybrouck
een archeoloog, die niet wilde verwetenschappelijken maar met zijn benen op de
grond wil blijven staan. Het is dan ook niet vreemd dat hij van poëzie verlangt
dat ze meer uit het hart dan uit het hoofd komt en dat een schrijver geen
bloedeloze perfectie hoeft na te streven, zoals hij zegt over Marguerite Duras.
Van Reybrouck heeft veel fragmenten uitgekozen uit
speelfilms omdat zijn woonplaats Brussel een grote filmcultuur kent waar hij
graag deel van uitmaakt. Dat hij meer een kijker is dan een schrijver heeft,
zegt hij, te maken met zijn moeder die beeldend kunstenaar is. Het nonverbale van
schoonheid brengt hij onder andere tot uitdrukking in het laatste fragment
waarin Marion Hänsel wolkenpartijen toont, maar ook in de aftiteling van In the mood for love (Wong Kar Wai,
2000), waarmee van Reybrouck begint en waarin het, zoals hij stelt, over
hunkering gaat. Om terug te keren naar de dagelijkse realiteit is de aftiteling
- ofwel eindgeneriek zoals die in het Vlaams genoemd wordt - belangrijk. De
kijker krijgt soms nog een bonus voorgeschoteld. Zoals in de film Intouchables (Toledano, 2011) waarin op
het eind nog even een blik wordt gegund op de werkelijke personen op wie de
film gebaseerd was. Van Reybrouck selecteerde daarnaast een sterke scène uit La grande Bellezza (Sorrentino, 2013)
waarin een non hoofdpersoon Gambardella wijst op de waarde van het eten van plantenwortels
in plaats van het almaar zoeken naar schoonheid.
Het engagement van Van Reybrouck komt tot uiting in een
fragment betreffende de Waarheids- en Verzoeningscommissie in Zuid-Afrika. Daar
werd na het apartheidsregime gepoogd om op een andere manier met een schone lei
te beginnen dan door vergelding alleen. Van Reybrouck zegt dat vergelding niet
werkt. In België was het na de Tweede Wereldoorlog onmogelijk om die tot het
einde door te zetten, hetgeen betekende dat ressentimenten bleven voortleven.
Een waarheidscommissie, waarin de beklaagde zich duidelijk uitspreekt tegenover
slachtoffer of nabestaande, heeft meer waarde voor de gemeenschap omdat men de
pijn doorleeft en daardoor beter verwerkt.
Van Reybrouck heeft zelf ook ondervonden hoe weinig
betekenis vergelding heeft. Hij verloor tijdens een ski-vakantie vijf vrienden nadat
een Amerikaanse piloot een skilift ramde waarmee deze vrienden omhoog gingen en
was bij het proces in de Verenigde Staten, waar hij hoorde dat 210 jaar tegen
de man geëist werd. Hij zou het bevredigender vinden om precies van de piloot
te horen wat er was gebeurd en waarom hij onder de skilift door probeerde te vliegen.
Het is mooi zoals Van Reybrouck de tijd neemt om zijn gevoel daarover terug te roepen. Waarachtig en niet sentimenteel, zoals zelden op televisie
getoond wordt. Het ongeluk bracht een gevoel van urgentie bij hem teweeg en zette hem aan tot de roman Slagschaduw (2007).
Natuurlijk kan ook Congo,
een geschiedenis (2010) niet onvermeld blijven, waarvoor hij in datzelfde
jaar de AKO Literatuurprijs kreeg. Hij selecteerde over dit onderwerp twee
fragmenten, een wonderlijke begrafenisritueel waarin jongeren uit hoofdstad
Kinshasha lopend met de kist door de straten hun woede uiten op ouderen en een
fragment van een vissende stam gezien vanuit een koloniale blik. Het brengt Van
Reybrouck tot een uitleg van het verschil tussen een postkoloniale blik, die
het kolonialisme verwerpt, en zijn eigen post-postkoloniale blik waarmee hij
verder kijkt, de toekomst in en, zoals uit het eerste fragment over Congo
bleek, ook hedendaagse tendensen meeneemt.
Daarnaast vertelde Van Reybrouck ook nog over zijn fascinatie
voor de klimsport en voor een jonge stenenstapelaar, die een meditatieve
stemming bij de kijkers teweeg brengt. Met al deze boeiende onderwerpen kreeg
Zomergasten in deze laatste aflevering van het seizoen 2014 een nieuwe impuls en
een waardige afsluiting.
Hij was een fantastische zomergast!
BeantwoordenVerwijderengroet, Fenny