Sarah Meuleman zit - als een kleuter lijkt het wel - op een
gigantische kunstdrol en zegt dat het niet veel barbaarser kan. Maar het is
kunst en kunst verandert, ook in de manier waarop we ernaar kijken. Barrico
schreef erover. Over het verschil tussen hoge en lage cultuur dat diffuus is
geworden. Dat is niet erg, maar meer een vorm van culturele mutatie. De
barbaren inspireerde Meuleman om vier verschillende kunstenaars op te
zoeken en te horen over hun creatieve proces. Ze bezoekt het atelier, vraagt
over jeugd en inspiratiebronnen, spreekt met intimi en kunstkenners en vraagt
de kunstenaars naar hun toekomst.
De jonge
vrijgevochten Britse moslima Sarah Maple bijt de spits af. Meuleman
ontmoette haar op een festival in Amsterdam. Maple ziet eruit als een meisje om
op te eten. Meuleman zegt dat ze zo lief oogt op een foto in rood ondergoed,
maar volgens Maple is dat een manier om te zeggen: pas maar op, ik ben niet
zomaar een meisje. Ze schildert, poseert en acteert voor kunstzinnige foto
shoots in een oude garage in een achterbuurt van Londen, ver weg van de
kunstscène. Ze is in haar werk persoonlijk
en controversieel
en ze wil mensen aan het denken zetten. Ze gebruikt elementen uit de popcultuur
omdat die haar inspireren. Ze gelooft in het verschil tussen hoge en lage
cultuur en verzet zich tegen de eerste. Ze schilderde een menstruerende vrouw
in een witte jurk, won de Saatchi New Sensations prijs in 2007 en voelde daarna
de zwaarte dat ze zich moest bewijzen.In 2008 ontstond er een internationale
rel rond The
artist blows
Ze denkt diep na over haar werk en haar identiteit. Ze is
opgegroeid in het Zuiden van Engeland zonder veel moslims om haar heen. Soms
weet ze nog steeds niet waar ze thuishoort. Geloven is voor haar belangrijk dan
de regels die daarin gelden. Die inspireren haar juist. Ze houdt van humor in
haar werk. Tijdens een dinerparty bij haar thuis vertelt een vriendin dat haar
werk heel toegankelijk is en dat het jammer is dat de burka-foto’s zo veel
aandacht kregen. Zelf had de vriendin meer met de menstruerende vrouw, al voelt
ze zich ongemakkelijk daaronder. Ze is wel dapperder door Sarah is geworden.
Meuleman vraagt zich af of Maple niet teveel de heldenrol op
zich neemt, maar zij legt uit dat zij de enige is die weet hoe ze het wil en
daarom ook het beste het zelf kan doen. Internet biedt mogelijkheden voor haar
omdat ze haar werk online zet en op grond van reacties verder kan. Uit emails
krijgt ze een idee dat haar werk wel overkomt. Laatst mailde een meisje dat
dacht dat ze de enige was met een bepaalde gedachte toen ze het werk van Maple
zag.
Ze brainstormt met verloofde en assistent Jamie over een
nieuw project als Disney’s Belle (Doornroosje) in een voetbalstadion. Het is
een gewaagd project. Jamie zegt dat het feminisme boze reacties oproept, net
als een aanval op Disney. Zijn vriendin belichaamt een idee van seksualiteit
dat anders is dan het gangbare. Maple schopt aan tegen de wereld van Barbie.
Skater
en kunstenaar Ed
Templeton (38) uit Los Angeles is een veelzijdige talent. Hij schildert en
fotografeert en geeft Meuleman een lesje skateboarden. Hij is geheelonthouder
en veganist en voelt zich ergens tussen de skate en kunstenaarswereld in: hij
is te oud om te skaten en voelt zich evenmin thuis in het kunstwereldje. Hij
wil waarheid tonen, gemonteerde waarheid.
Hij komt uit een arm milieu. Zijn vader verliet het gezin
toen hij acht jaar oud was en zijn moeder heeft een hersenbeschadiging, maar is
wel creatief. Hij werd opgevoed door zijn grootouders. Zijn oma knutselde met
ze, nam ze mee naar musea waar ze als kinderen geboeid werden door de
kunstzinnige interesse van volwassenen.
Templeton is altijd aan het denken en kijken en deelt zijn
gedachten op een visuele manier met anderen. Hij brengt een ode aan de jeugd en
de onkwetsbaarheid. Hij is onafscheidelijk van zijn muze, de fotografe Deanna.
Hij maakte intieme
foto’s van haar maar publiceert die alleen met haar toestemming. Zo ook
heeft zij zijn foto’s van haar opgebaarde moeder nooit gezien. Deanna zegt dat
Ed gedreven wordt door oprechtheid en dat hij openhartig is en verlegen.
Meuleman en Templeton bekijken streetart in een museum. Zijn
band met straatkunst is zwak hoewel hij zelf wel veel op straat fotografeert.
Hij zegt dat graffiti in een museum onschadelijk wordt gemaakt. Hij ziet het
liever op de stadsmuren. Hij werd niet opgeleid om te schilderen en kan niet
naar een voorbeeld werken. Hij is dan bang dat men zijn werk afkeurt. Hij is
beïnvloed door Egon Schiele en Gustav Klimt.Met schilderen
komt er meer uit zijn eigen hoofd dan met fotograferen. Dat laatste is een
ingekaderde realiteit. Soms mengt hij beide. Deanna houdt hem op de grond als
hij teveel wil. Ze denkt ook fotografisch.
Galeriehouder Benett Roberts zegt dat Templeton iets bloot
legt wat men liever niet ziet. Hij toont meer waarheid dan illusie over de
menselijke conditie.
Sarah is wat bang om aan te kloppen bij de Antwerpse modeontwerper
Walter Beirendonck in diens
keurige huis in Zandhoven, omdat Walter een beer van een kerel is en erg boos
kijkt op foto’s. Gelukkig valt hij reuze mee. Later in het programma zegt hij
dat de boosheid een image is, bedoeld om mensen nieuwsgierig te maken.
Zijn kunst en zijn persoon zijn één. Als jongetje was hij al
een Einzelgänger, die in een eigen wereld leefde. Hij luisterde tijdens het
tekenen naar David Bowie en Lou Reed. De eerste heeft veel invloed op hem gehad
door kameleontische verschijningen als Ziggy Stardust. In zijn kunst probeert Walter
grenzen te verleggen. Hij wil niet het geijkte schoonheidsbeeld nabootsen.
Vandaar ook een collage met prothesen. Modellen op de catwalk zijn een mantra
tegen de grijsheid. Ook in zijn seksuele getinte kunstuitingen gaat het hem om
vrijheid.
Erwin Wurm, een Oostenrijks kunstenaar fotografeert de
ontwerpen van Walter in Middelheim. De samenwerking is bijzonder omdat ze
beiden individualistische kunstenaars zijn. Anders dan Wurm heeft Walter wel een
boodschap.
Sarah vindt hem moeilijk te peilen. Ze bezoekt een
retrospectief in zijn atelier. Walter is trots op de veelheid die hij gemaakt
heeft. Hij werkt hard in een strak ritme. Dat went, zegt hij. Hij maakte een
ontwerp voor een optreden voor U2. Daarover wordt hij ook uitgelachen, zegt
hij. Zijn Hand
on hearts collectie heeft een spirituele intentie. Hij wil niet zijn wil
opleggen maar heeft wel een missie. Zijn mode-ontwerpen zijn producten, dus
toegepaste kunst, maar op de catwalk als collectie is het kunst.
Sarah vraagt naar het verband met zijn keurige huis. Walter
antwoordt dat men veel over hem kan ontdekken in zijn werk. Zijn merk is zijn
persoon. Sarah vindt hem compulsief en beheerst. Ze kijkt rond op de
mode-academie in Antwerpen waar hij lesgeeft en hoort positieve berichten van
zijn studenten over hem. Een jongeman zegt dat Walter inzicht geeft, direct is,
kalm en aardig en hun taal spreekt. Volgens Walter heeft internet veel op zijn
vakgebied veranderd. Men heeft de neiging om oppervlakkiger met beelden om te
springen en men moet daarom gestimuleerd worden de diepte op te zoeken. Dat
doet er nog steeds toe, benadrukt hij tegen Sarah die wellicht liever zou horen
dat alles lekker oppervlakkig mag zijn.
De veelzijdige
Sebastian Gögel uit Leipzig, ook wel het
nieuwe Berlijn genoemd vanwege de moderne kunstscène, tekent, schildert,
beeldhoudt en zet tattoo’s. Hij had vorig jaar een tentoonstelling in het Cobra
museum en heeft zijn atelier in een oude bioscoop, waarin hij macabere,
monsterlijke en vadsige wezens maakt. Sarah bewondert de expressieve sculptuur
Medusa. Volgens Gögel moet een kunstwerk dynamisch zijn. Hij tekende al als
kleuter. Werd getroffen door de vingers van Michelangelo en de negende symfonie
van Beethoven. Zijn vader werkt in de bouw en schildert in zijn vrije tijd,
zijn moeder is kleuterjuf. Een voorbeeld voor hem is de tegendraadse jazzmuziek
van Sun Ra. Hij wordt geïnspireerd door materialen in een
aggregatietoestand. De helft van wat hij maakt is rotzooi. Hij groeide op in
Oost-Duitsland en behoort tot de vooraanstaande Neue Leipziger Schule,
die veel aan Amerika verkoopt, al is het op dit moment minder. Gelukkig kan hij
zich bedruipen.
Sarah vindt hem charmant en gaat met hem naar b2, een niet
commerciële galerie waar de kunstscène bijeenkomt. Oost-Duitsland bevindt zich
op het ogenblik in de Oekraíne of in Moskou zegt Gögel. Het thema ligt nogal
gevoelig, denkt Sarah.
De andere dag bezoekt ze zijn grillige woonhuis met vriendin
Sylvia en hun baby. Volgens beproefd recept praat Sarah ook met Sylvia. Ze zegt
dat Sebastian meerdere kanten heeft, dat hij perfectionistisch is, kritisch,
wat zeggen wil dat alles in de wereld gecompliceerd is en onvriendelijk, veel
ambivalentie toont, dat hij zijn agressie in zijn werk kwijt kan en dat ze geen
tattoo van hem wil.
Weet je welk medium je voor welk idee gaat gebruiken? vraagt
Sarah de kunstenaar op straat. Gögel doceert dat hij van de verschillende
materialen de mogelijkheden kent. Soms is een tatoetage kunst, namelijk als die
esprit bezit. Sarah wijst hem op zijn apocalyptische beelden. Gögel zegt dat
hij niet somber is, maar dat het anders kan in de wereld, al is de dood altijd
aanwezig. Zijn kunst kent ook humor. Die heeft een waarde als tegenwicht tegen
het gewichtige. Een tattoo is nooit af, zegt hij. Sarah noemt zoiets
neurotisch.
Galeriehouder Emmanuel Post zegt dat de kracht van Gögel
eruit bestaat dat hij uit veel bronnen put. Hij is bezeten, rigoreus, somber,
humoristisch, extreem en de verscheurdheid is wezenlijk. Hij polariseert en
weet het publiek te bespelen. Zijn kunst is niet gemakkelijk, maar
maatschappijkritiek is niet zijn drijfveer. Het komt eerder voort uit angsten
en verlangens.
Sarah zegt dat hij het randje opzoekt, het weerbarstige
randje. Ze vraagt zich af hoe hij de onschuld in zijn thuiswereld met zijn
macabere werk verenigt en geeft zelf als antwoord dat hem dat op een of andere
manier wel lukt, maar dat was een goede vraag aan de kunstenaar zelf geweest.
Ze vraagt voor het afscheid wel of hij wil confronteren met
zijn kunst. Zeker wil hij dat en het is nog mooier als men daardoor met
zichzelf geconfronteerd wordt. Over tien jaar wil hij onafhankelijker zijn, af
en toe wegvliegen en dan op zijn nest weer terugkeren om kunst te maken. De
nuchtere junk, de bezielde barbaar, zegt Sarah tegen ons.
Het meest onder de indruk was ik van Sarah Maple met haar
krachtige wat ondeugende charisma. De andere kunstenaars, vooral de laatste twee heren,
bleven erg op afstand en waren, wat Sarah ook zei, moeilijk peilbaar. Is het niet mogelijk zijn om een paar interessantere kunstenaars te vinden of is de kunstenaar bij uitstek iemand die moeilijk benaderbaar is, omdat hij anders ook geen kunst hoefde te maken?
De stelling van Barrico dat hogere en lagere kunst zich zouden mengen, zag ik niet bewaarheid. Kunst is nog steeds
kunst, al verandert die steeds. Zoals Beirendonck stelde, neemt elke kunstenaar
de ideeën van anderen in zich op en gaat zelf weer een stapje verder. Misschien
kan Sarah de volgende keer een paar echte barbaren opzoeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten