Fascinerende beelden en wijze uitspraken van een bejaarde
twaalfjarige.
De documentaire begint met jeugdfoto’s van een, zoals Pam
het noemt, meedogenloos mooie vrouw. Hij vraagt haar of ze haar schoonheid
bewust zo ervaren heeft, maar Haasse vond het gewoon, ze was met andere zaken bezig,
ze vond het zelfs vervelend omdat een mooie gymnasiaste vaak als niet intelligent
gezien werd. Ze ging er niet tegen in, maar vond het wel vervelend dat mannen die
ze niet wilde verliefd op haar werden. Ze wilde zelf haar vrienden uitkiezen.
Het was in Batavia normaal dat een meisje later ging studeren.
Haar moeder was pianiste, had gestudeerd aan het conservatorium in Amsterdam. Haasse
toont een film uit 1939 toen men in Indië een feestmaal organiseerde voor Hella’s
21ste verjaardag. De film was voor haar gemaakt, maar ze kreeg hem pas
tien jaar geleden te zien vanwege de Japanse bezetting. Haar moeder bewaarde hem
in het interneringskamp.
Haar vader was trots op haar, omdat Hella deed wat hij gewild
had. Zelf had hij HBS gedaan en zich daarna verdiept in de klassieke cultuur. Hij
gaf haar van alles te lezen. Haar broer was sportiever, praktischer. Van haar zesde
tot haar negende was Hella niet thuis omdat haar moeder voor een longaandoening
naar Davos moest en zij in een kinderpensionaat werd ondergebracht, waar het niet
leuk was. Het deed haar verdriet haar ouders te verlaten en ze ervaarde later nooit
meer die veilige verhouding. Ze had geen warme band met haar ouders.
Ze toont oude schriften met aantekeningen voor De scharlaken
stad. Ze begint met een idee in grote lijnen en daarbinnen kan het wel eens
anders gaan dan ze heeft bedacht. Pam merkt
op dat ze een klein handschrift heeft en vraagt of het geordend is. Voor mij wel,
lacht Haasse. Ze spreekt een beetje Zweeds, had een obsessie met leren, omdat dat
zo leuk was. Ze zat vaak in de Koninklijke Bibliotheek. Studeren betekende een uitbreiding
van haar levensgevoel en inzicht krijgen in het gedrag van anderen, zoals ze bijvoorbeeld
heeft beschreven in het eerste deel van Mevrouw Bentinck waarin Sophie versmaad
wordt door haar geliefde.
Pam vraagt op welke romanpersonen ze lijkt. Haasse zegt overal
wel wat van haar in zit. Een Nieuwer Testament vindt ze haar beste boek.
Ze ziet daarin achteraf met welke onderwerpen ze bezig was en waar ze mee zat. Ze heeft nooit de behoefte gehad aan
een psychiater omdat het schrijven die functie vervulde.
Ze is zestig jaar getrouwd maar vindt dat geen prestatie. ‘Je
houdt van die persoon, je leeft met elkaar,’ zegt ze. Ze is wel nieuwsgierig naar
anderen, maar dat betekent geen breuk met de eenheid waarmee ze is. In intimiteit
zit ook distantie, respect om jezelf te kunnen zijn. Pam vraagt of haar wereld instort
als haar man sterft, maar Haasse zegt dat hij als een onvervreemdbaar deel in haarzelf
zit.
We zien beelden uit Indië, waar het gewoon was om bedienden te
hebben. Haar moeder wordt tijdens een uitstapje gedragen in een stoel, hetgeen Pam
wel een erg koloniaal beeld vindt, maar haar moeder was net ziek geweest, zegt Haasse.
Van 1940 tot 1946 had ze geen contact met haar ouders. In de jaren voor de oorlog
hoorden de Japanners in de maatschappij als zakenlui, kruideniers en vissers. In
de jaren dertig kwam het gele gevaar op. Haar vader sprak daarover met anderen.
Haasse schreef een opstel over een Japanse inval in hun school, die door haar leraar
als morbide fantasie werd gekwalificeerd.
Haasse toont het ingedroogde zand, dat ze in 1969 meenam en dat
bedoeld was om in het graf over de borst te strooien van uitgeweken Javanen. Zelf
wordt ze liever gecremeerd. Ze is agnost en ziet wel hoe het na haar dood verder
gaat. Ze bezit de absolute leeftijd van twaalf jaar, zegt ze. Toen ging de wereld
voor haar open en zag ze de dynamiek van de werkelijkheid die haar nooit meer verlaten
heeft.
In Het woud der verwachting schreef ze over de Middeleeuwen. Daarin was ze
al sinds de kindertijd geïnteresseerd. Een
spannende tijd in Frankrijk met een burgeroorlog, inval door de Engelsen en een
veldslag. Men is alleen vrij in de verbeelding, leerde ze van een levenslange gevangene.
Vrijheid is geestelijke vrijheid. Ze is optimistisch van aard, zegt Pam. Haasse
wijst hem op de harde realiteit, zoals het dochtertje dat ze in 1947 verloor door
de difterie-epidemie.
We zien een fragment uit het tv-programma Hou je aan je woord,
waarin Haasse optrad met Godfried Bomans, Harry Mulisch en Victor van Vriesland.
Ze schreef ook mee aan licht satirische teksten voor Wim Sonneveld en declameert
Het pierement. Ze stopte ermee omdat ze liever bekend wilde worden als schrijfster.
Ze wijst vanuit haar raam op het appartement van Mulisch, met wie ze geen woorden
uitwisselt.
Pam meent dat ze een plooibaar karakter heeft. Haasse zegt dat
ze zich aanpast op rationele basis, een typische Indische eigenschap om harmonieus
en vloeiend te zijn in contacten. Ze kon goed opschieten met W.F. Hermans, die die
eigenschappen niet bezat. Ze doorzag dat hij reageerde op onbehoorlijke behandeling.
Ze liet zich daardoor niet provoceren door diens prikkelende uitspraken.
Haasse heeft geen lage dunk van Nederland, maar vindt het wel
erg kleinburgerlijk en rommelig bestuurd op het gebied van onderwijs en zorg. Het
lijkt alsof men geen zelfkritiek kent, geen kennis heeft waar het om gaat. Van de
mondiale cultuur weet men niets. Historische personen worden snel vergeten. Op de
vraag van Pam of zij als schrijfster dan ook snel vergeten zal worden, antwoordt
Haasse dat het haar een zorg zal zijn. Ze wilde haar fascinatie voor de geschiedenis
overbrengen. Wij staan op de geschiedenis. Het is van belang om die te kennen om
de eigen tijd te kunnen begrijpen.
Rob Riemen verweet haar geen duidelijke standpunten in te nemen.
Zelf zegt ze dat ze in gesprekken een balans probeert te vinden tussen verschillende
opvattingen. Ze is overwegend links en kan wel keuzes maken. Ze onthoudt alles.
Dat is haar innerlijk reservoir, waaruit ze kan putten. Ze vindt het een voorrecht
terug te keren naar vroeger tijden. Ze herinnert zich de grote varens in Buitenzorg
toen ze twee jaar oud was. De vierde leeftijd is de ouderdom, die vaak onplezierig
is, maar ze heeft geen keuze. Met enige waardigheid en humor slaat ze zich erdoorheen.
Ze wil niet dat haar traplift gefilmd wordt. Die voegt niets toe. Ze ziet het niet
als een verdienste om rustig te sterven. Ze leest het eind
voor uit Berichten van het blauwe huis.
Hier een beginfragment uit Het vierde
leven
Zie voor informatie over Hella Haasse ook de Facebook
pagina.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten