Deze hastenslowly-film begint heel mooi met een spreekbeurt
van een jongen over kanker. Hij vertelt er zo duidelijk over en beantwoordt de
vragen van klasgenoten zo vakkundig dat er later een bekwame kankerspecialist uit
hem zal groeien.
‘Men moet nooit vergeten dat men niet sterft aan een ziekte,
maar aan het leven.’ Het motto, ontleend aan Montaigne (1533-1592) zou niet misstaan tijdens
de bijeenkomst waarbij medische studenten hun bul in ontvangst nemen en de eed
van Hippocrates afleggen. De examinator die hen toespreekt zegt dat ze pas
kunnen beseffen wat de ziekte voor de patiënt betekent als zij zelf aan de
andere kant van het bureau zouden zitten.
Met dit uitgangspunt betreden we het UMC in Rotterdam, waar
de kankerchirurg een man met vrouw en dochter toespreekt over diens
leverkanker. De man heeft nog drie maanden tot een jaar te gaan, maar ziet niet
op tegen de toekomst.
We zien de chirurg met lenzen op zijn bril aan het werk.
Tijdens de operatie praat hij schertsend over de verrichtingen van het
Nederlands voetbalelftal in Tunesië en belt hij met een patholoog over de
toestand van de pancreas. Na afloop belt hij de familie dat de operatie
geslaagd is. Zelf maakt hij een uitgeputte indruk. Hij spreekt het verloop van
de operatie in en eet in de lege kantine een boterham met koffie en leest daarbij
een krantje. Een vraag van een familielid naar de levensverwachting van een
patiënt kaast hij terug. Het pessimisme van het familie moet hij helaas beamen.
Een celbioloog toont ons de celdeling, zoiets die zich bij
gewone en bij kankercellen afspeelt. Hij zegt dat hij nog steeds niet weet waat
het over gaat. Hij doceert dat de mens in opgebouwd uit cellen en
tussencelmateriaal, die de cellen bijeen houdt. Hij toont het verschil tussen
luie en zeer actieve tumorcellen bij borstkanker. De laatste veroorzaken eerder
uitzaaiingen. Hij spuit een muis in met een vloeistof en bekijkt vervolgens
diens gedrag. Hij kijkt door een raampje (een window) in de muis in een humane
tumor. Hij legt de muis onder de microscoop, ziet een toename van de tumor en
vaatgroei en spreekt zijn bevindingen in. Hij onderzocht de werking van
medicatie in tumorcellen en ontdekte dat die beter werkt als de medicatie in de
kern terechtkomt.
Professor Eggermont is in de Verenigde Staten, maar spreekt
graag op een conferentie in Parijs over vorderingen in de behandeling van
huidkanker, zoals gepubliceerd in The Lancet. Zijn verhaal over het effect van
interferon op melanomen is alleen voor vakbroeders begrijpbaar, en dan nog
maken enkelen in de zaal een uitgebluste indruk. Tegen een uitgever van een
medisch blad spreekt hij in New York over de verbeterde behandeling van
melanomen. Toch blijft de indruk hangen dat de man een privé hobby uitoefent.
We horen, terwijl we uit het raam van het ziekenhuis op de
Maas kijken, dat een man misselijk is. De nachtzuster zegt dat hij op zijn buik
moet drukken. dat dat helpt. Ze geeft iemand, na een telefoontje naar
anesthesie, een injectie tegen pijn.
De kinderoncoloog spreekt met een vader, die zijn baby in
bad doet, in de deuropening over verschillende keuzen voor chemotherapie aan
kinderen. Een jongen met een kaal hoofd zit achter de computer, een jochie van
negen die al vanaf zijn tweede daar komt, hoort dat alles goed is en de kans
dat zijn kanker terugkomt net zo groot is als bij een ander kind. Een moeder is
geschrokken over de hersentumor van haar dochter. De oncoloog stelt haar gerust
dat ze slechts één dubieuze cel gevonden hebben. Later spreekt hij met een
vader van een veertien jarige dochter die aan hersentumor lijdt en die niet
geopereerd kan worden. De man wil niet steeds de levensprognose van zijn
dochter horen.
De patholoog ontleedt in de snijkamer de buikholte voor
studenten. Hij onderzoekt ook de pancreas die de chirurg hem heeft toegezonden.
José is een patiënte. De drie weken tussen de chemo’s zijn voor
haar een wereld op zich, waarin ze kan schilderen en schrijven. Voor haar is
die tijd van levensbelang. Ze is doodziek maar vol levenslust, zegt een vrouw
tijdens een feestje voor haar.
All my tomorrows is een
ingrijpende documentaire, waarin kanker vooral van de medische kant wordt
belicht. Omdat er geen commentaar wordt geleverd is de toeschouwer direct
getuige van de gang van zaken en de rol van diverse deskundigen. Van
wetenschappers tot de verpleging. Aan het eind bedacht ik dat de uitspraak van
de examinator, namelijk dat een arts zich moet voorstellen wat de ziekte voor
de patiënt betekent, erg lijkt op de visie van Siddhartha Mukherjee die in februari
met Wim Brands over de ziekte en zijn boek erover praatte (hyperlink lukt niet;
zie eerder op dit blog).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten