Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



donderdag 6 oktober 2011

All my tomorrows (2010), documentaire over kanker van Sonia Herman Dolz


Indringend verslag over verschillende facetten van kanker.

Deze hastenslowly-film begint heel mooi met een spreekbeurt van een jongen over kanker. Hij vertelt er zo duidelijk over en beantwoordt de vragen van klasgenoten zo vakkundig dat er later een bekwame kankerspecialist uit hem zal groeien.

‘Men moet nooit vergeten dat men niet sterft aan een ziekte, maar aan het leven.’ Het motto, ontleend aan Montaigne (1533-1592) zou niet misstaan tijdens de bijeenkomst waarbij medische studenten hun bul in ontvangst nemen en de eed van Hippocrates afleggen. De examinator die hen toespreekt zegt dat ze pas kunnen beseffen wat de ziekte voor de patiënt betekent als zij zelf aan de andere kant van het bureau zouden zitten.

Met dit uitgangspunt betreden we het UMC in Rotterdam, waar de kankerchirurg een man met vrouw en dochter toespreekt over diens leverkanker. De man heeft nog drie maanden tot een jaar te gaan, maar ziet niet op tegen de toekomst.
We zien de chirurg met lenzen op zijn bril aan het werk. Tijdens de operatie praat hij schertsend over de verrichtingen van het Nederlands voetbalelftal in Tunesië en belt hij met een patholoog over de toestand van de pancreas. Na afloop belt hij de familie dat de operatie geslaagd is. Zelf maakt hij een uitgeputte indruk. Hij spreekt het verloop van de operatie in en eet in de lege kantine een boterham met koffie en leest daarbij een krantje. Een vraag van een familielid naar de levensverwachting van een patiënt kaast hij terug. Het pessimisme van het familie moet hij helaas beamen.  

Een celbioloog toont ons de celdeling, zoiets die zich bij gewone en bij kankercellen afspeelt. Hij zegt dat hij nog steeds niet weet waat het over gaat. Hij doceert dat de mens in opgebouwd uit cellen en tussencelmateriaal, die de cellen bijeen houdt. Hij toont het verschil tussen luie en zeer actieve tumorcellen bij borstkanker. De laatste veroorzaken eerder uitzaaiingen. Hij spuit een muis in met een vloeistof en bekijkt vervolgens diens gedrag. Hij kijkt door een raampje (een window) in de muis in een humane tumor. Hij legt de muis onder de microscoop, ziet een toename van de tumor en vaatgroei en spreekt zijn bevindingen in. Hij onderzocht de werking van medicatie in tumorcellen en ontdekte dat die beter werkt als de medicatie in de kern terechtkomt.

Professor Eggermont is in de Verenigde Staten, maar spreekt graag op een conferentie in Parijs over vorderingen in de behandeling van huidkanker, zoals gepubliceerd in The Lancet. Zijn verhaal over het effect van interferon op melanomen is alleen voor vakbroeders begrijpbaar, en dan nog maken enkelen in de zaal een uitgebluste indruk. Tegen een uitgever van een medisch blad spreekt hij in New York over de verbeterde behandeling van melanomen. Toch blijft de indruk hangen dat de man een privé hobby uitoefent.

We horen, terwijl we uit het raam van het ziekenhuis op de Maas kijken, dat een man misselijk is. De nachtzuster zegt dat hij op zijn buik moet drukken. dat dat helpt. Ze geeft iemand, na een telefoontje naar anesthesie, een injectie tegen pijn.

De kinderoncoloog spreekt met een vader, die zijn baby in bad doet, in de deuropening over verschillende keuzen voor chemotherapie aan kinderen. Een jongen met een kaal hoofd zit achter de computer, een jochie van negen die al vanaf zijn tweede daar komt, hoort dat alles goed is en de kans dat zijn kanker terugkomt net zo groot is als bij een ander kind. Een moeder is geschrokken over de hersentumor van haar dochter. De oncoloog stelt haar gerust dat ze slechts één dubieuze cel gevonden hebben. Later spreekt hij met een vader van een veertien jarige dochter die aan hersentumor lijdt en die niet geopereerd kan worden. De man wil niet steeds de levensprognose van zijn dochter horen.

De patholoog ontleedt in de snijkamer de buikholte voor studenten. Hij onderzoekt ook de pancreas die de chirurg hem heeft toegezonden.  

José is een patiënte. De drie weken tussen de chemo’s zijn voor haar een wereld op zich, waarin ze kan schilderen en schrijven. Voor haar is die tijd van levensbelang. Ze is doodziek maar vol levenslust, zegt een vrouw tijdens een feestje voor haar.

All my tomorrows is een ingrijpende documentaire, waarin kanker vooral van de medische kant wordt belicht. Omdat er geen commentaar wordt geleverd is de toeschouwer direct getuige van de gang van zaken en de rol van diverse deskundigen. Van wetenschappers tot de verpleging. Aan het eind bedacht ik dat de uitspraak van de examinator, namelijk dat een arts zich moet voorstellen wat de ziekte voor de patiënt betekent, erg lijkt op de visie van Siddhartha Mukherjee die in februari met Wim Brands over de ziekte en zijn boek erover praatte (hyperlink lukt niet; zie eerder op dit blog).   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten