Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



donderdag 23 augustus 2012

Recensie: Het boek Ont (2012), Anton Valens


Flauwe Groninger koek

De nieuwe, dikke roman van Anton Valens werd met veel tam tam aangekondigd. Het zou gaan over de angsten van een man, een taboe in onze maatschappij en volgens John Cale omschreven als A mans best friend. Een onderwerp dat door Valens, getuige zijn sterke persoonsbeschrijvingen in de roman Meester van de hygiëne en in de novelle Vis, met veel overtuiging behandeld zou kunnen worden, maar dat, helaas voor dit veelbelovende talent, zwaar teleurstelt. Het is een rommeltje dat Valens presenteert. Het verhaal zwabbert alle kanten op en komt tenslotte nergens op uit.

Het is bijna 2001. De euro komt eraan en die vermag weinig goeds te brengen. De net niet afgestudeerde bioloog Isebrand Schut acht zichzelf te sloom voor de nieuwe wereld. Hij werkte bij callcenter Altex Communications, maar werd vanwege zijn te lange klantencontacten door cheffin Manja van der Ziel weggebonjourd en werkt inmiddels als toiletdame in de metro, een ondergronds openbaar toilet in de binnenstad van Groningen. Hij heeft er een probleem mee of hij mensen wel of niet moet groeten. Het overwinnen daarvan is mischien wel zijn ultieme doel, zegt hij zelf. Hij probeert dat te verwezenlijken in het praatgroepje Man & Post, dat hij in het leven heeft geroepen voor mannen die moeite hebben met het openen van hun brieven. Deelnemers zijn Sylvio, een psychiatrisch verpleegkundige, die een carrière als vj nastreeft, Jean Luc, een Limburger die een wietplantage in zijn huis heeft en mbd-er Boudewijn. Later komt ook nog zijn baas van de metro Ebel bij die een sterk tegen Europa en voorstander van regionalisering is.

Het verhaal komt op gang als een oude vriend van zijn moeder zich tijdens het onweer bij hem meldt als deelnemer voor Man & Post. Deze Cor Meckering is iemand die zich als een vis in het water voelt in een nieuwe tijd. Hij verdient, anders dan de sappelende Isebrand, geld als water. Het zou een boeiende tegenstelling kunnen opleveren, maar dat zit er helaas niet in.
Het verhaal ontbreekt aan vormkracht, aan noodzaak. De verhaalelementen blijven losse bouwstenen. De korte columnachtige hoofdstukjes kunnen ook niet tot een verdieping leiden. Het blijft vaak hangen in het beschrijven van de couleur locale. Zelfs de verteller merkt dit op. Het is vooral oninteressant, wat Valens ons voorschotelt, zoals het gemekker van Meckering over etymologische betekenissen van woorden en voorvoegsels, hetgeen meteen verwijst naar de titel: het geraaskal van Meckering leidt tot de ontdekking van Isebrand dat ont zoals in ontbijten het begin is van bijten. Ook de saaie werkzaamheden in de metro leiden niet tot veel spanning. Flauw is dat de deelnemers aan de praatgroep worden aangeduid met hun adres en dat linker- en rechterhanden of - voeten worden aangeduid als l-voet of r-hand.

Valens was eerder sterk in zijn persoonsbeschrijvingen, maar de deelnemers aan de praatgroep Man & post krijgen geen smoel en blijven van bordkarton. De loser Isebrand zelf is ook geen sterk karakter. Hij staart vaak wat voor zich uit, drinkt een kop thee en eet daar nog net geen Groninger koek bij.

Behalve op de inhoud en de persoonbeschrijvingen is ook veel aan te merken op de stijl. Het begint er al mee, dat hoofdpersoon Isebrand een winters noodweer gadeslaat vanuit zijn etage tegenover een Groningse kerk. Er staat: ‘Het onweerde en een sluierdichte plasregen sloeg en beukte op het kerklichaam.’ Van dit soort zwabberende zinnen zijn veel andere voorbeelden te geven, zoals: hij had daar weinig spanning bij; om zichzelf de gelegenheid te geven moed te verzamelen; zich aan zijn lot overgelaten voelend. Het is een struikelen door de taal.

Het zou me, gezien het povere stilistische niveau, niet verbazen als Valens een ouder werk heeft ingeleverd, misschien ook wel op verzoek van een happige uitgever die een kassakraker nodig had. Dit brengt echter schade toe aan een schrijfcarrière, waarin Valens als een soort undercover a la Günter Wallraff een sterk beeld schetste van de maatschappij om hem heen. 

3 opmerkingen: