Mensen als koeien in het Vlaamse achterland
In een drassig winterlandschap werkt de bonkige jonge boer
André Demester op zijn boerderij. Hij krijgt af en toe gezelschap van zijn
buurmeise Barbe Dethoor. Ze maken een ommetje door de kale weilanden (zie foto). Aan het
eind spreidt ze in het hooi haar benen voor hem.
Ze lopen nog net hand in hand, maar verder lijken de gevoelens van André voor Barbe niet te gaan. De menselijke sexualiteit verschilt op het platteland weinig van die van de dieren. Het is stoten tot het hoogtepunt en daarna worden de alledaage boerenbezigheden weer opgenomen. De sneeuwranden en waterplassen rond de boerderij geven een desolate indruk van het menselijk bestaan.
Ze lopen nog net hand in hand, maar verder lijken de gevoelens van André voor Barbe niet te gaan. De menselijke sexualiteit verschilt op het platteland weinig van die van de dieren. Het is stoten tot het hoogtepunt en daarna worden de alledaage boerenbezigheden weer opgenomen. De sneeuwranden en waterplassen rond de boerderij geven een desolate indruk van het menselijk bestaan.
Eigenlijk is hiermee alles gezegd, maar het verhaal van
Bruno Dumont gaat verder. Uit boosheid over de geringe romantiek zoekt Barbe
haar genot ook bij anderen, zoals bij hun leeftijdsgenoot Blondel. Haar
vriendin France waarschuwt haar dat men haar een hoer noemt, maar Barbe trekt
zich daar weinig van aan. Veel te verwachten van het leven heeft ze niet.
De toekomst is onzeker. André heeft, net als andere jongens
uit de buurt, zoals Blondel, een oproep gekregen om deel te nemen aan een
oorlog in Afrka. Met een legervoertuig worden de dienstplichtigen opgehaald.
In het kamp in Noord-Afrika heerst animositeit tussen de
zwarte en blanke soldaten, maar ze werken op patrouille professioneel samen. Ze
gaan op weg naar een stad waar hun commandant wordt gedood. Uit wraak doden ze
arme burgers en ze verkrachten een jonge soldate, die later, als zij zelf
gevangen genomen worden, weer wraak op hen neemt. Blondel en André weten,
ondersteund vanuit de lucht, uit de handen van hun vijanden te ontkomen. Als
Blondel op de vlucht gewond raakt, laat André hem in de steek.
Ook in Vlaanderen gaat het leven verder. Een jongen op een
brommer die te oud was om in dienst te gaan probeert het met Barbe aan te
leggen, maar Barbe wil alleen wat met hem drinken. ‘Niet geschoten is altijd
mis,’ zegt de jongen en rijdt weg. Later op de boerderij laat ze zich toch als
een koe door hem dekken. Barbe heeft inmiddels ontdekt dat ze zwanger is van
Blondel en laat zich op verzoek van haar vader aborteren. De dokter raadt haar
vader aan haar op te laten nemen in een psychiatrische kliniek. Ze is overstuur
door de dwangverpleging die ze krijgt.
Beelden van de oorlog in de hitte van de Noord-Afrikaanse
woestijn vormen een mooie tegenstelling met die van het Vlaamse land, waar het
rijp op de weilanden ligt.
Tenslotte ontmoeten André en Barbe elkaar weer. Het is
inmiddels zomer in Vlaanderen. De kilheid is verdwenen maar de trauma’s niet.
Dumont brengt de sfeer van eenzaamheid op het Vlaamse
platteland treffend in beeld. Gesproken wordt er nauwelijks. De zwijgzaamheid
kennene we uit andere Belgische films. Die versterken de doodsheid die over het
land hangt. Mensen zijn niets meer dan hun functie. Hun verhoudingen ontberen
menselijkheid. Dumont houdt ons een spiegel voor.
Flandres is, net als La vie de Jésus (1997),
opgenomen rond Bailleul dat in het Vlaamse land op de grens ligt van Frankrijk
en België.
Hier
een fragment van tien minuten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten