De televisieregistratie van de theatershow Live (2012)
komt uit het sfeervolle Amsterdamse openluchttheater, waarin het toestroomde
publiek aan de gezichten te zien duidelijk opgetogen is over de sympathieke
cabaretier. Behalve dan een jonge vrouw die na een half uur wegloopt. Het is te
merken dat Jan Jaap van der Wal ook als stand-up comedian zijn mannetje staat. Hij
veronderstelt dat zij hem waarschijnlijk door de war haalde met Hans Liberg en
dat ze thuis nog eens op de hoes van diens cd gaat kijken hoe Liberg er ook
alweer uitzag. Of dat ze van haar psychiater niet naar buiten mag en wellicht
bang is gesnapt te worden. Van der Wal waarschuwt meteen stellen die met hun minnaar
of minnares naar deze voorstelling zijn gekomen, al lijkt het hem niet voor de
hand liggend dat ze op zo’n gratis evenement zijn afgekomen.
Van der Wal begint verrassend met een nogal onbeduidend
voorval: een concert dat Keith Jarrett in 1975 in Keulen gaf. Ondanks het feit
dat alles in de voorbereiding misliep en er geïmproviseerd moest worden, werd
het toch een fantastisch optreden. Dat brengt Van der Wal tot de conclusie dat
intuïtie belangrijk is en dat wordt door de politici wel eens vergeten.
Hij verstaat zich met enkele jongeren onder zijn gehoor en
zegt dat die zich ongetwijfeld denken dat er ieder jaar verkiezingen gehouden
worden, net als de liedjesprogramma’s op de commerciële omroep waar ze graag
naar kijken. Hij pleit voor een charismatisch leider, iemand die zegt:
‘Jongens, volgens mij moeten we dit niet doen.’ Hij verwijst daarmee naar
burgemeester Cohen die de uitspraak gedaan zou hebben toen in Amsterdam een Gay
Pride samenviel met een voetbalwedstrijd in de Arena tegen een Engelse club.
De anekdote waarmee hij opent komt nog twee maal terug in
het programma. Halverwege vertelt hij die vanuit het perspectief van de jonge
Vera Brandes, die de organisatie van het concert op zich nam en op het eind
vanuit het idee dat er toch iemand ook achter Brandes moet hebben gestaan,
iemand met ervaring die haar zijn steun gaf. Hij komt erop uit dat naast intuïtie
ook ervaring belangrijk is in onze hedendaagse wereld waarin het alleen nog
maar om cijfers lijkt te gaan.
Van der Wal komt net als Doutzen Kroes en Lutz Jacobi uit
Friesland. Hij vertelt dat hij vroeger knikkerde en vraagt hoe die grote
knikkers hier in het Westen heten. Bonken, roept het publiek. In Friesland
heetten ze natuurlijk anders. Daar hadden ze ook de ongeschreven regel dat wie
blut was zijn knikkers terugkrijgt. Van der Wal plaatst daar een opmerking
achteraan over de Grieken die daarmee ook een eind gekomen zijn.
Hij accepteert iedereen op Facebook. De vraag: wat ben je
aan het doen zou moeten luiden wat was je aan het doen. Hij wás aan
het werk en kijkt nu of zijn ex al lelijker is geworden. Hij is kortgeleden getrouwd.
Hij toont zijn ring. De hedendaagse communicatie is in ieder geval gemakkelijker
dan bij de indianen die rooksignalen afgaven, maar ook trivialer. Hij doet een
sketch over de uitvinder van het spelletje Angry Birds die wekenlang achter de
computer zag om het te maken en door zijn vrouw wordt meegenomen naar en
feestje en zich daar schaamt voor zijn activiteit.
In het brugrestaurant over de A4 bestelde hij door de
intercom een soort kipstrips en kreeg een emmer vol, die niet meer
geretourneerd kon worden. Ook heeft hij een en ander uitgezocht over Henk en Ingrid
die met hun modale inkomen precies dat ene huis in een Vinexwijk in Tiel kunnen
kopen. Hij sneert nog eens over het Kunduz-accoord, waarmee Alexander Pechtold
en Jolande Sap de Afghaanse politie onbewapend wil opleiden tot een soort
stadswachten met veel kennis van de Europese regelgeving en de homorechten.
Een aangenaam, rustig optreden passend bij de mooie zomeravond
in Amsterdams groen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten