Away from her hoort thuis in de categorie melodrama,
die, als ik het goed zie, het overgrote deel van de filmproductie uitmaakt. Er
wordt ingezet op het gemoed van de kijkers, dat beroerd wordt door de
overtrokken gevoelens van de acteurs. Amerikaanse films scoren daarbij hoog,
wellicht om de gevoelswereld daar, de goede niet te na gesproken, nog altijd
die van de oermens niet is voorbijgestreefd. Ze zitten vast in schematische
voorstellingen, van man en vrouw vooral, ooit over de oceaan gebracht door
lieden die de eigen cultuur wilden vasthouden en daar vooral geen verandering
in wilden brengen. Voor deze Canadese film naar een verhaal van Alice Munro,
die toch juist in relaties prikt, geldt hetzelfde. De melodramatische kant van
het verhaal is door Sarah Polley uitvergroot.
Vasthouden en vooral niet loslaten, is het devies, dat Grant
Anderson omarmt als zijn vrouw Fiona (Julie Christie) vanwege Alzheimer naar
het verpleeghuis MeadowLake besluit te gaan. Doe het niet, roept hij haar toe.
Een van de eerste zinnen in de film luidt: I never wanted to go away from
her.
De film kent twee sporen: de geestelijke toestand van Fiona
met terugblikken op hun vierenveertig jarige huwelijk en als tweede spoor een
bezoek dat Grant aan Marian, de vrouw van zijn oud-collega Aubrey, die ook een
tijdlang in hetzelfde verpleeghuis opgenomen geweest is, maar die inmiddels
weer thuis is omdat de verpleegkosten te hoog waren. Langzamerhand, door het
larmoyante en voorspelbare losmakingsproces heen, begrijpen we wat Grant aan
Marian komt vragen.
Geen middel is geschuwd om het afscheid tussen Fiona en
Grant zo pijnlijk mogelijk te maken. Ze hebben al twintig jaar een comfortabel
huis in de natuur, met veel ongerepte sneeuw, waarin ze heerlijk kunnen
langlaufen. In plaats van een hulp te nemen of dagopvang te organiseren, wordt
Fiona meteen in MeadowLake opgenomen. Er is een regel die zegt dat bezoekers,
waaronder de naaste familie, de eerste maand niet langs mogen komen, om de
patiënten de kans te geven aan de nieuwe omgeving te wennen. Directrice
Madeleine doet poeslief, maar is vooral haar bedrijf aan het managen. Als Grant
dan voor de eerste keer, met een bosje narcissen, op bezoek komt, zitten de
patiënten niet te rummycubben maar te bridgen alsof ze clubleden zijn. Fiona
speelt samen met Audrey en ziet haar man nauwelijks staan.
Het is, ondersteund door zoetige muziek, allemaal
voorspelbaarheid troef, vooral wat die dementie betreft. Die begint ermee dat
Fiona na de afwas - op zich een wonderlijk verschijnsel in een film uit het
Noord-Amerikaanse continent - een koekenpan in de koelkast zet. Als Grant langs
gaat om het verpleeghuis te bekijken, hoeft hij de gesloten afdeling niet te
zien, want daar zal zijn vrouw toch nooit komen. De kijker voelt op zijn
klompen aan dat zij daar natuurlijk later wordt opgenomen.
Het enige lichtpuntje, buiten een sportverslaggever die niet
kan ophouden commentaar te leveren, is een zekere dreiging vanuit het verleden
toen Grant doceerde en altijd in het gezelschap van mooie meisjes was. Fiona
refereert tijdens de rit naar MeadowLake aan ene Veronica die dreigde zichzelf
van kant te maken, maar verder horen we daar niets meer over. Wellicht is het
een subtiele hint achter de wraak die Fiona neemt door, met haar zorgzaamheid
voor Audrey, haar man in de kou te laten staan.
De film is gebaseerd op het korte verhaal van Alice Munro The
Bear Came over the Mountain. Hier de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten