De omgang met honden zegt veel over het menselijk onvermogen
tot volwassen liefde
Ulrich Seidl is een filmer van de
menselijke zelfkant zoals we al zagen in de documentaire Models (1999) over meisjes die koste wat kost met hun lijf furore
willen maken. Een paar jaar daarvoor schetste hij in Tierische Liebe de omgang tussen mens en hond waar de treurigheid
nog meer van afdruipt. Werner Herzog vertelde dat hij, nadat hij deze film
gezien had nog nooit zo rechtstreeks in de hel had gekeken.
Honden dienen voor verschillende doeleinden: men kan er zijn
frustratie op kwijt, hem bevelen, het is een aanspreekpunt als er geen anderen
voorhanden zijn en zelfs kan de hond als bedpartner dienen als een menselijke
partner niet bevredigt, zoals we zien in een fragment van een beschaafde vrouw
die liefdesbrieven van minnaars aan haar poolhond Cajack voorleest en tenslotte
met hem in haar zachte bed beland.
Seidl last alle fragmenten waarin de bovenstaande doeleinden
te zien zijn, op een mooie manier aan elkaar. Door de afwisseling blijven de
fragmenten boeiend. De wat langere verhalen, zoals over twee oudere mannen die
besluiten een hond te nemen, naar een kennel gaan en een nogal agressief
exemplaar mee naar huis nemen dat niet goed is voor hun relatie, worden
afgewisseld met fotoportretten van mensen met hun honden, waarbij we zelfs een
schoothondje zien dat als een kostbaar atribuut op een dressoir zit en door
korte opnames van mensen die hun hond aan de voet leren lopen.
De belevenissen van het oudere stel mannen die steeds terugkeren
in de documentaire, spelen zich net als de meeste andere fragmenten af in een
desolate omgeving. Benjamin, de jongste van het oudere stel mannen, die
overigens in de aftiteling een andere naam heeft, fulmineert ook tegen het
teveel aan regels in de maatschappij, die hij als neurotisch bestempelt. Samen
met zijn partner bezoekt hij een koopjesmarkt om een tweedehandsbank op de kop
te slaan. Het leven is te duur om iets nieuws aan te schaffen. Ze weten maar
net de touwtjes aan elkaar vast te knopen.
De desolaatheid is het duidelijkst in een portret van de twee
jongere daklozen Erich en Franz, die de nacht met hun honden in een autosloperij
doorbrengen. Erich (zie poster, waarop hij met zijn hond zoent) is het meest aan het woord, vooral over zijn relatie met een
vrouw die het met hem uitmaakte omdat hij te direct tegen haar was. Hij vertelt
dat hij in een vuilniscontainer gevonden was en brengt de dagen bedelend op een
station door met een konijn op zijn arm die, zoals hij tegen omstanders zegt,
dringend voedsel nodig heeft. Tot een stationsbeambte Erich en zijn vriend
vertelt dat bedelen daar verboden is. De man begrijpt ook wel dat het minder
erg is dan een oud vrouwtje van haar tasje beroven met wet is nu eenmaal wet,
ook voor lieden die niet op een andere manier aan geld kunnen komen.
Een ander bijzonder stel bestaat uit een man en een vrouw dat
partnerruil wil. Terwijl de man telefonisch informeert naar de mogelijkheden,
staat de vrouw in een doorschijnend gewaad bij de schuifpui op het terras te
roken. Vervolgens neuken ze voor de camera op z’n hondjes. Ze ogen in ieder
geval minder ongelukkig dan de eenzame oudere man die het moet hebben van
telefoonseks en harde pornofilms, terwijl zijn hond doodgemoedereerd aan zijn
eigen ballen likt.
Bijzonder is een crematieplechtigheid voor een hond die,
zoals in de toespraak gezegd wordt, de mens tot helper moet dienen als die het
allemaal niet zo goed meer weet. Dat laatste wordt wel erg duidelijk in de
getoonde fragmenten, waarvan ik er nog diverse schrijnende zou kunnen opnoemen.
Eigenlijk gaat deze lange documentaire niet zozeer over de liefde tussen mens
en hond maar over het onvermogen tot liefde in de Oostenrijkse maatschappij, al
zal het elders in de wereld niet anders zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten