Grappen en grollen in vermakelijk rockersdrama
In de film met de fraaie titel Je suis mort mais j’ai des amis wordt de
as van een bevriende rocker door zijn bandleden meegenomen naar de Verenigde
Staten waar men een tournee in Californië zal geven. Dat doet denken aan de
film Last orders (Schepisi 2001) naar
het prachtige boek van Graham Swift uit 1966 over een vergelijkbaar onderwerp:
vrienden die de as van de overleden Jack Dodds gaan uitstrooien in Margate.
Helaas haalt de Waalse film van de broers Guillame en Stéphane Manlandrin het
inhoudelijk niet bij de film van Fred Schepisi, maar anderzijds zijn de grappen
en grollen en de haat liefdeverhouding tussen de bandleden Yvan (Bouli Lanners)
en Wim (Wim Wilaert) zeer het aanzien waard.
In het begin van de film zien we
een optreden van Les Grand Ours. De rockband met zanger Jipé verovert de harten
van het publiek, ook als de microfoon uitvalt. In het busje terug naar huis
stoppen de mannen bij een frietkot, zoals dat in Vlaanderen schijnt te heten.
Jipé heeft geen trek in patat, zet een cd op en gaat plassen, maar valt in een
kuil. Omdat hij geen stem meer heeft en de muziek hard aan staat, wordt hij te
laat ontdekt.
Als de bandleden op de crematie
komen is die al bijna voorbij. Ze werden een kunstje geflikt door de broer van
Jipé die de vrijgevochten langharige beren niet bij de ceremonie wilde hebben.
Yvan probeert na de dienst de kist van Jipé te ontdekken te midden van anderen,
maar dat valt niet mee. Als wraak besluiten ze de as van hun vriend te stelen.
In een mooie scène gaan Yvan en Wim op de motor op weg naar het huis, waar de
broer achter de vleugel zit te zingen. Yvan gooit een kei door de schuifpui en pakt
de urn die op de piano staat. Ze gaan ermee naar een café om hun triomf te
vieren (zie poster). De caféhouder doet de as voor de zekerheid over in een plastic emmer
waarin waarschijnlijk de mayonaise werd bewaard. Het tournee kan beginnen. De
band is weer voltallig.
Als de vrienden in het huis van
Jipé komen om daar nog een laatste maal te gebruiken stuiten ze op vliegenier
Dany die al vijf jaar een geheime relatie met Jipé had. Yvan nodigt hem uit mee
te eten en te drinken en staat, omdat andere vriendinnen ook niet mee mogen,
met tegenzin toe dat Dany meegaat naar Californië. Ze delen in ieder geval de
as. Op de luchthaven worden Yvan en Wim aangehouden. Eerst zeggen ze dat de as
gewoon van een houtvuur is, maar later doen ze het voorkomen dat het tandoori
poeder is. Als Yvan een broodje ermee bestrijkt en opeet mogen de mannen door.
In het vliegtuig droomt Yvan al van
een rit in een Amerikaanse slee door Las Vegas die echter eindigt met een
lekkende radiator waardoor Yvan zich in de wolken waant en daar zelfs Jipé
terug ziet. Wim heeft zo’n grote vliegangst dat hij op Amerikaanse bodem de
trein neemt, waarop de mannen achter hem aan moeten en daardoor niet in
Californië maar in Canada belanden. Een vrouwelijke Inuit neemt Yvan na een
ruzie met Wim in huis. Zijn liedjes vindt zij maar niets maar hij mag wel bij
haar op de bank slapen. Tenslotte begraven de mannen de strijdbijl en treden ze
op het eind zelfs nog op.
De film wordt omlijst door een
oudere Inuit die in het begin vertelt over een oudere rocker, die alle eer
verdient, en op het eind met een lach afsluit. Het scenario is van de
regisseurs. Bouli Lanners is naast een zeer gevraagd acteur tegenwoordig ook
actief als regisseur, onlangs nog met de film Les premiers les derniers (2016), daarvoor met Les géants (2011) en Eldorado
(2008). Ook Lyes Salem die de rol van Dany speelt is regisseur, onder andere
van Mascarades (2008).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten