Vechtfilm gaat over de top maar komt op zijn pootjes terecht
De Amerikaanse filmregisseur David Fincher (Denver, 1962)
maakte veel video’s voor popmusici, maar daartegenover staat de extra lange
speelfilm Fight club, gebaseerd op de
gelijknamige roman van Chuck Palahniuk. Fight club spat met een ongelooflijke
energie van het doek, vliegt na een ijzersterk begin over de kop, maar komt op
het eind weer op zijn pootjes terecht.
Het verhaal gaat over een slapeloze werknemer van een
bedrijf dat de schade taxeert van auto’s die zwaar beschadigd zijn na een
ongeluk, vaak met dodelijke afloop. Zijn dokter wil hem geen slaappillen geven
en raadt hem een praatgroep aan, een bezigheid waar de man verslaafd aan raakt.
Hij voelt zich als een vis in het water te midden van anderen die allemaal hun
ellende tegen elkaar uiten, zoals Bob die voor een vrouwenlichaam met dikke
tieten gekozen heeft, maar is minder te spreken over Maria Singer, die volgens
hem haar sores, net als hij overigens, acteert. De twee komen overeen om de
groepen onder elkaar te verdelen, zodat ze geen last van elkaar hebben.
Als onze hoofdpersoon in het vliegtuig zit op de terugweg
van een taxatie, maakt hij kennis met zeepverkoper Tyler Durden. Het blijkt dat
ze precies dezelfde koffer hebben. Bij de douane wordt onze hoofdpersoon
aangehouden omdat de koffer verdacht trilde, hetgeen volgens de dienstdoende
luchtvaartmedewerker vaak te wijten is aan een dildo die spontaan begon te
werken. Als de man eenmaal bij zijn appartement gekomen is, blijkt die juist
afgebrand. Hij belt daarom eerst Maria, maar komt, omdat die niet opneemt, bij
Tyler terecht.
Het is nogal bizar dat Tyler graag wil dat onze man hem
slaat. Dat heeft volgens hem te maken met ons extreem aangepast zijn aan de
maatschappij waardoor we het contact met onze emoties zijn kwijtgeraakt. Door
een vechtpartij komt de natuurlijke gesteldheid weer naar boven. Tyler woont in
een kraakpand waar Maria tot bevreemding van onze man ook langskomt, om ruwe
seks te hebben met Tyler.
Het zijn vooruitwijzingen naar de clou in de film die ik
niet wil verklappen, maar in ieder geval gaat hij allemaal met erg veel geweld
gepaard omdat Tyler een Fight Club begint waarbij men niet alleen met elkaar
vecht om een persoonlijke katharsis te bereiken maar ook gewelddadige acties in
de stad pleegt. Daarmee gaat de film m.i. teveel over de top. De subtiliteit
van het begin gaat daarmee verloren. De eigenaar van het pand die verhaal komt
halen en niet wil dat ze zijn kelder gebruiken wordt dermate mishandeld dat hij
maar toegeeft, de baas van de taxateur wordt gechanteerd om het project dat de
naam Puinhoop heeft, te sponsoren. Het geweld is nihilistisch van aard en de
leden van de groep worden eerst gehersenspoeld voor ze worden toegelaten. Als
de taxateur vindt dat ze met de dood van Bob een grens bereikt hebben, reageren
de groepsleden heel werktuiglijk door de naam van de dode te scanderen. De taxateur
gaat op zoek naar Tyler die in het land allerlei filialen aan het opzetten is.
De hoofdrollen van Edward Norton als de verteller van het
verhaal, Brad Pitt als Tyler Durden en Helena Bonham Carter, die ook als
stemactrice te horen is in films van Wallace & Gromit als Maria Singer,
maakten Fight club ondanks het
buitensporig geweld tot een film die boven het gemiddelde uitsteekt. Vooral de
vrijmoedige teksten zijn een verademing in de over het algemeen erg puriteinse
Amerikaanse filmwereld.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten