Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



dinsdag 6 mei 2014

Hafid Bouazza over Meriswin, VPRO-Boeken, 4 mei 2014



Schrijver neemt kijkje in de uithoeken van de geest

Wim Brands leest de beknopte beschrijving van de roman Meriswin op de achterflap voor. Volgens hem vertelt die in een notendop wat de roman behelst. Het gaat over de werkelijkheid en het delirium die in elkaar overlopen en over het geheugen dat door het overvloedige drankgebruik niet verloren hoeft te gaan.

Brands wil het niet over drankmisbruik hebben. Dat is afgezaagd. Maar wel over het delirium dat daarvan een gevolg was en waardoor Bouazza enkele malen in het ziekenhuis belandde, de laatste keer een week, waarin hij op het onderwerp van zijn roman kwam.  
Een beeld van een vrouw in een bos, Merijne, was het beginpunt van een liefdesverhaal dat bestaat uit herinneringen, hallucinaties en fantasieën afkomstig uit de roes van de alcohol. Hij wilde die drie beeldende elementen onderzoeken en niet alleen de narigheid beschrijven die met zijn leverziekte te maken had, want dat is zo cliché. Hij wilde ook niet moraliseren, maar het wijnlied van de roes schrijven zoals hij zelf zegt, een ode aan de verbeelding. In Meriswin lopen de drie verschillende bronnen in elkaar over.

Op de vraag van Brands of hij ooit bang was voor de dood, antwoordt Bouazza ontkennend.  
Het was de jeugdige overmoed die hem in leven hield, al was hij de drankzucht niet altijd meester. Hij heeft er in ieder geval geen spijt van dat hij deze bijzondere ervaringen heeft gehad. Die hebben zijn geest rijker gemaakt en waren goed voor zijn creativiteit.

Brands looft de eerste pagina in het boek omdat er een beheersing van de taal uit spreekt maar komt weer terug op het delirium dat Bouazza meemaakte, de eerste keer drie weken, de tweede keer één week. Zijn toenmalige vriendin maakte aantekeningen naast zijn ziekenhuisbed, waaruit bleek dat de toestand waarin hij zich bevond heel anders was dan die hijzelf beleefde. Hij was echt in een andere wereld.

Brands herhaalt de uitspraak op de achterflap, waarin gesteld wordt dat het geheugen in de alcoholische ellende niet verloren hoeft te gaan en complimenteert de schrijver voor zijn gave om zijn ervaringen zo wonderschoon te kunnen verwoorden, maar vraagt zich af hoe Bouazza dat zo op papier kreeg.
Bouazza antwoordt dat hallucinaties op zich saai zijn om te beschrijven maar dat hij een structuur zocht en vond om zijn ervaringen in te vangen. Hij hoopt de sensaties die hij zelf beleefde, waarvan hij niet wist dat het sensaties waren, over te kunnen brengen.

Op de vraag van Brands hoe lang hij gesleuteld heeft aan de lyrische zinnen, zegt Bouazza dat het eerst ging om de structuur en dat de zinnen daarna redelijk vanzelf kwamen, al heeft hij in het redactionele stadium nog het nodige gesleuteld.

Brands lijkt zeer onder de indruk van de prestatie van Bouazza en vraagt, niet met een moralistische bedoeling, of men absint nodig heeft om zo’n boek te kunnen schrijven .
Bouazza weet niet of absint voor het schrijven nodig was, maar wel om zijn geest te verruimen. Hij is in de uithoeken van de geest geweest en wil daar graag weer naar terug. Zijn lievelingsschrijver is Nabokov vanwege diens verlustiging aan de zintuiglijke wereld. Hij wekt een kroonluchterseffect op door de verwonderde blik waarmee hij de werkelijkheid waarneemt en ontdekt de wereld steeds opnieuw. Dat is volgens Bouazza een van de essenties van de literatuur. Hij is in ieder geval niet bang dat de verwondering bij hem zelf om zeep geholpen wordt en spreekt zijn waardering uit voor de Nederlandse gezondheidszorg.  

Het tegenovergestelde van roem snelde Hafid Bouazza vooruit door zijn optredens in nieuwsshows. Zijn boek werd onder andere door Ann De Craemer in de Haagse Post gekraakt. Wellicht dat Wim Brands het daarom voor hem opneemt.

Hier een leesfragment op de site van Athenaeum Boekhandel met daarop ook de tekst van de achterflap, hier de recensie van Ann De Craemer in HP/De Tijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten