Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zondag 25 mei 2014

Theaterrecensie: Ashes to ashes, Harold Pinter, Toneelschuurproductie, 24 mei 2014



Beklemmende eenakter over menselijk onvermogen om elkaar te bereiken

In een van zijn laatste toneelstukken Ashes to ashes uit 1996 toont Harold Pinter (1930-2005) opnieuw de broosheid van ons menselijk bestaan. In de gecondenseerde vorm van een huwelijksrelatie wordt de onmogelijkheid om elkaar te bereiken getoond. Hoewel er af en toe in de Bovenzaal van de Toneelschuur een lach opklinkt is de inhoud somber. Als we niet snel andere manieren vinden om onze sociale relaties anders vorm te geven, dreigt de ondergang van onze beschaving.

Het begint heel onschuldig met Our house van The Beatles, al verraadt de houding van Rebecca (Jessie Wilms) en Devlin (Sander Plukaard) niets veel goeds. Rebecca zit vooraan op het toneel, met haar benen naar voren en naaldhakken aan haar voeten niet meteen een toonbeeld van zedelijkheid, Devlin slaapt achterin met alleen een onderhemd aan op de vloer van houtsnippers. Terwijl Rebecca hem vertelt over een heftige sadomasochistische ervaring met een andere man, kleedt deze onmachtige zich langzaam als een Engelse gentleman.  

Devlin wil alles van Rebecca weten, niet zozeer hoe de minnaar haar bijna heeft gekeeld, maar hoe hij heette, hoe hij eruit zag, hoe lang geleden het was dat zij met hem was, want voor Devlin maakt het een groot verschil of de seksuele verhouding zich heeft afgespeeld voor of na hun huwelijk. Rebecca (what’s in the name?) blijft steken in droomachtige vertellingen: visioenen van deportaties en verdrinkingen. Haar minnaar speelde daarbij een bedenkelijke rol als gids, maar zij voelde zich niet slecht als zij samen een fabriek (!) bezochten waar men de petten voor hen afnam.

Terwijl Devlin met al te logische vragen duidelijkheid probeert te krijgen en de minnaar probeert voor zich te zien, lijkt Rebecca hem niet te horen, al schreeuwt hij haar razend toe. Ze heeft haar eigen preoccupaties. De twee zijn ondanks hun verschillende instelling aan elkaar gewaagd. Met echo’s worden hun stemmen kracht bij gezet, Rebecca probeert Devlin seksueel te overmeesteren of weet hem in zijn houding te verstarren, Devlin duwt zijn vuist in Rebeca’s gezicht om die te laten kussen, net zoals haar minnaar deed. Het loopt zelfs uit op een gevecht. 

Niet dat dit huiselijk geweld iets oplost. De twee gaan gewoon verder, al verdwijnt Devlin tijdelijk achter het grote scherm op de achtergrond dat een plantenwereld verbergt. Het is mooi bedacht dat Rebecca met hem in contact probeert te treden, terwijl zijn schim tussen de kleurloze varens af en toe zichtbaar wordt. Als hij weer terug is, zingen ze samen heel fraai a capella: Ashes to ashes, dus to dust, if women don’t get you, the liquor must, want het zijn liedjes die hen verbindt.

Taal draagt bij aan de verwarring tussen Devlin en Rebecca, bijvoorbeeld over het begrip eindigen, of dat eenmalig is (Devlin) of steeds opnieuw kan (Rebecca), bijvoorbeeld in een relatie (!). Ook de aard van de werkelijkheid is niet eenduidig: heeft een schrijfpen ouders heeft of niet? Haarkloverij is niet aan de orde. In de kunst, zei Pinter tijdens zijn lezing bij het aanvaarden van de Nobelprijs voor Literatuur in 2005, bestaat er geen waarheid of onwaarheid. Anders dan in de politiek heeft iedereen zijn eigen waarheid. In de kunst bestaan er meerdere werelden naast elkaar.

De lichte Vlaamse tongval van Jessie Wilms geeft diepte aan haar wanhoop, die heel tastbaar is als ze een sirene hoort en hoopt dat die voor haar klinkt omdat ze daarmee wordt opgemerkt. Opgelost is er tenslotte weinig, hetgeen de poster duidelijk maakt, waarna het stel terugkeert naar de beginpositie, alleen ligt Rebecca dan naast Devlin, eerst nog met haar rug naar hem toegekeerd, maar dan toch maar naar zijn rug toegewend.

In de regie van de pas afgestudeerde Olivier Diepenhorst die eerder al tekende voor Berenice, meewerkte aan Caligula en met Ashes to ashes toetreedt als vaste kracht van Toneelschuurproducties, werd de onmogelijkheid van de moderne mens om vrede te vinden in een barbaarse wereld pijnlijk duidelijk. Wie om zich heen kijkt, op de televisie beelden ziet uit Oekraïne of het circus rond de Europese verkiezingen zal dit vandaag beamen. Om te ontkomen aan de ondergang moet er meer gebeuren dan een wat andere zetelverhouding in het Europees parlement.  








Geen opmerkingen:

Een reactie posten