De verwarring van een Informeel Medewerkster
Het is boeiend te vernemen wat burgers in de voormalige DDR
na de tweede wereldoorlog hebben meegemaakt, wat ze in hoofd en lijf hebben
moeten verhapstukken, hoe ze de communistische tijd beleefd hebben en hoe ze
inmiddels tegen de afgesloten periode aankijken. Julia Franck (1970) schreef
onlangs Rug aan rug over de vreselijke begintijd. Christa Wolf
(1929-2011) was na de tweede wereldoorlog overtuigd van de betere maatschappij
die men in de Democratische Republiek zou scheppen. Ondanks haar kritiek op het
rigide karakter van het bewind, bleef ze het regime lang steunen. Aan het eind
van haar leven werd bekend dat ze als Informeel Medewerkster voor de Stasi had
gewerkt.
In Stad der engelen blikt het alter ego van Christa
Wolf terug op een verblijf van enkele maanden op uitnodiging van het Getty
Center in Los Angeles in 1992. Het is het jaar van de rassenrellen in de stad.
In dezelfde tijd staat met grote koppen in de kranten vermeld dat zij met het
oude bewind heulde, hetgeen haar in verwarring brengt. Behalve op haar crisis
is het boek ook een terugblik op de DDR-tijd en kent het door het
terugvertellen vele tijdslagen.
De ik-figuur wil in Los Angeles een zekere Lily opsporen,
een psycho-analytica, die een intieme briefwisseling had met haar oudere
vriendin Emma. Beide vrouwen kozen voor de oorlog een andere weg. Lily vluchtte
net als veel Duitse intellectuelen naar Amerika. Los Angeles werd zelfs Weimar
onder de palmen genoemd. Emma bleef. De ik-figuur toetst haar opvattingen
aan die van de emigranten, maar komt er niet uit en doet van haar crisis
melding op een schrijfmachientje. ‘Zo zit het oeroude feit dat er in het
lineaire schrijfsel op papier nooit tegelijkertijd sprake kan zijn van alles
wat er gelijktijdig gebeurt en wordt gedacht en gevoeld, me opeens weer zo
dwars dat de twijfel aan het werkelijkheidsgehalte van mijn schrijfwerk kan
uitgroeien tot een schrijfblokkade.’
De ik-figuur leed al tijdens die Wende aan
hartritmestoornissen en is door gewrichtsklachten slecht ter been. Ze bezoekt
een wijze acupuncturist en een Feldenkrais therapeute. De vraag hoe het toch
mogelijk was dat ze niet eerder actie ondernam tegen het starre regime blijft
haar bezighouden. In Los Angeles met zijn daklozen en bedelaars ziet ze een
kant van de medaille die haar ook niet bevalt. Ze zoekt een antwoord in haar
dromen en ze haalt Freud erbij. De ondertitel van het boek luidt zelfs The
overcoat of Dr.Freud. Ze bevraagt hem over de functie van het
geheugen.
Het zelfonderzoek is, zoals we dat van een Duitse kunnen
verwachten, gründlich, maar ook
beschouwelijk. Om afstand te scheppen tot het verleden beschrijft de ik
figuur zichzelf in de jij vorm. De ik-verteller trekt in Los Angeles veel op
met de jood Peter Gutman, die zijn leven wijdt aan een filosoof waarin Walter
Benjamin herkenbaar is, aan wie ook het motto van het boek ontleend is. ‘Zo
zullen werkelijke herinneringen niet zozeer beschrijvend te werk gaan als wel precies
de locatie aangeven waar de onderzoeker ze in zijn vingers kreeg.’
Boeiend zijn de gesprekken tussen de ik-verteller en Gutman,
die als advocaat vna de duivel dient. ‘Dus als je zou moeten schrijven, kun je
niet schrijven en als je niet kunt schrijven, zou je niet moeten schrijven.’
De middle-class vriendinnen komen minder goed uit de verf:
Sally voelt zich in de steek gelaten door haar vriend Ron en Therese kreeg een
overdosis religie toegediend. Sally geeft haar het boek The wisdom of no
escape van een boeddhistishe non Pema, waarin de intellectuele ik-figuur de
nodige raadgevingen vindt. Ze verdiept zich op het eind van haar verblijf in de
leefwijze van de Hopi- indianen en heeft ook Angelina, een engel, nodig om haar
bij te staan in haar verwarring. ‘De werkelijke consistentie van geleefd leven
kan geen enkele schrijver weergeven,’ zegt Doctorow al aan het begin van het
boek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten