Oude man worstelt met verleden.
België en Congo hebben een intieme band met elkaar, een
trauma waarover Van Reybrouck onlangs nog in extenso berichtte. Dit pijnlijke
onderwerp kan ook in een kleinere opzet uitgestald worden. Dat bewijst Elvis
Peeters in de vorm van de herinnering van een 77 jarige ex-huurling in een
buitenwijk van Brussel.
We beleven een een doordeweekse dinsdag uit het leven van
deze man, waarop hij een boodschap doet, wat gras snijdt om daarmee, als het
eenmaal tot stro verdroogt is, de kieren mee te dichten tussen de dakpannen.
Sinds zijn vrouw Simone naar het rusthuis ging, slaapt hij op zolder. Het
rusthuis staat ook niet ver van zijn bed. Hij krijgt regelmatig bezoek van een
meisje van de sociale dienst, dat wil dat hij zijn huur opzegt zodat men kan
beginnen met sociale woningbouw op de plaats van zijn huis. Hoewel ze hem
beloofd heeft dat hij vanuit het rusthuis terug kan keren naar de nieuwbouw, is
de man daar niet voor te porren.
Fascinerend is de terloopse manier waarop de man de lezer
inlicht over zijn leven. Seks speelde daarin altijd een belangrijke rol. ’Mijn
lul wijst niet langer naar de hemel, denkt hij. Als ik hem nu achternaga, zak
ik in het graf,’ mijmert hij bij het opstaan.
Als hij vervolgens in de ochtend de straat overziet, trekt
hij de volgende conclusie: ‘Ik stel met tussenpozen vast dat ik er nog ben, dat
het anderen zijn die vertrekken en dat van degenen die blijven er mij steeds
minder interesseren.’
We weten inmiddels dat de man veel rookt en een maaglijder
is en we krijgen nog te horen dat hij
een hoerenloper was, die, voordat hij Simone ontmoette, kennis kreeg met de
oudere prostituée Erna.
Temidden van de herinneringen aan deze vrouwen herkauwt hij
zijn herinneringen aan Congo. Nadat hij een meisje uit het dorp verkracht had,
werd op zijn achttiende door zijn ouders naar de koffieplantage van zijn zus in
Congo gestuurd. De man werkte daar eerst een tijdje, maar zijn vrijheidsdrang
en zijn seksuele lust wonnen het van zijn plichtsbesef. Hij maakte per scooter
een tocht langs verschillende werkplekken in de mijnprovincie Katanga. Later
vocht hij als huurling voor de Simba’s, een groep zwarte rebellen, in de oorlog
rond de Congolese onafhankelijkheid.
Mooi is de dialoog met zijn moeder daarover:
‘Ik heb jaren op een brief van jou uit Congo gewacht. Je
schreef niet graag. Pen en papier, dat was niets voor jou, dat wisten we. Maar
een paar woorden, zei ze.
Een paar woorden, zei hij.
Ja, een paar woorden maar.
Nee, zei hij, een paar woorden maar, dat ging niet, dat was
nooit genoeg geweest.’
Hij heeft zijn vrouwen nimmer veel verteld heeft over de
oorlog. Terug in België werd hij vrachtrijder. Hij probeerde goederen te
verdonkeremanen zoals waspoeder, dat hij verborg in de ouderlijke boerderij,
die overgegaan is in handen van zijn broer. Als Erna en Simone hem wel eens
zagen schieten op de kermis, verbaasden ze zich over zijn vaste hand. Het
richten van een geweer ging hem gemakkelijk af
De man strooit kwistig met algemeenheden als: ’Een man moet
zijn plek kennen en die ligt uiteindelijk altijd onder de grond.’ Tegelijk
haalt hij prachtige anekdotes aan over zichzelf als kind toen hij tot
ontsteltenis van zijn moeder in het hok van de waakhond gekropen was, over de
commandant van de Simba’s die een stukje in Guido Gezelle leest of toen hij als
vrachtrijder een keer alle lampen in de Sint Bernardtunnel aan gort reed.
Behalve door de herinneringen aan Afrika, wordt de man
bedreigd door het meisje van de sociale dienst dat vaak in zijn gedachten is,
omdat hij niet echt meer in staat is om goed voor zichzelf te zorgen. Af en toe
lijkt ze bij hem te zin en hem daarover aan zijn kop te zeuren.
Mooi is het Vlaamse taalgebruik zoals over Simone’s hoofd
dat bleef verkazen. Opmerkelijk de soepele wisseling tussen de eerste en de
derde persoon, waardoor het verleden terugwijkt en weer terugkomt. Het enige
kritiekpunt zou kunnen zij dat het plot niet dwingend is, net zoals de dag in
de week wat willekeurig lijkt gekozen, maar dat wordt ruimschoots goed gemaakt
door de levensechte wijze waarop Elvis Peeters zijn personage heeft
geschilderd.
Deze recensie verscheen eerder op de vernieuwde en zeer lezenswaardige site van Literair Nederland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten