In de serie Mag het ergens over
gaan spreekt Ziggy Klazes dit keer in de kamer van Pieter Teyler met de
president van de Haarlemse rechtbank over veranderingen in de rechtspraak.
Herman van der Meer zegt dat de rechtbank zeker geen
stoffig bedrijf is, maar vlot en modern en middenin het leven
staat. Behalve criminelen komen er vreemdelingen langs, mensen met
familieproblemen, met hun buren, met verhuurders en bazen die ontslag geven. In
Nederland zijn er jaarlijks acht miljoen zaken en zaakjes, in Haarlem zo’n
100.000.
De overheid wil uit het oogpunt van kwaliteitsverbetering de
negentien rechtbanken terugbrengen tot tien. Haarlem wordt de hoofdvestiging
van Noord-Holland.
De laatste twintig jaar heeft de rechtbank meer oor gekregen
voor wat de maatschappij vraagt.
Ziggy Klazes vraagt of dat niet komt door de grotere media
aandacht voor zaken die mislopen.
‘Als de helft van de berichtgeving klopt, zijn we tevreden,’
antwoordt Van der Meer. Zelf probeert de rechtbank de standpunten beter uit te
leggen. Soms rectificeert men ook, bijvoorbeeld in de Chipshol-zaak toen NRC
een verkeerde voorstelling van zaken gaf. Overigens betekent meer aandacht voor
de rechtspraak dat die in de maatschappij meer van belang gevonden wordt.
Mensen die ermee te maken oordelen positiever, zelfs de helft van de
veroordeelden is positief over de rechtspraak.
Ziggy begint over de Klimop-zaak, een megazaak over fraude
in de vastgoedwereld, die ruim een miljoen euro kostte en leidde tot de
berechting van elf verdachten. Er werd zelfs een filmpje van gemaakt.
Van der Meer wilde het dossier van duizend pagina’s
samenvatten op Youtube. Een bureau maakte een weergave met Playmobilpoppetjes.
De kosten, 10.000 euro, werden door een landelijk ochtendblad ten onrechte
bekritiseerd. Er kwamen veel positieve reacties op, ook van advocaten. De
toonzetting van het requisitoir door het Openbaar Ministerie, gemaakt door een
tekstbureau, was streng.
Ziggy vindt de rechtspraak teveel een sitting duck
Van der Meer zegt dat voorzichtigheid geboden is. Het
filmpje over de Klimop-zaak mocht bijvoorbeeld niet openbaar worden vóór de
uitspraak van de rechter. Vertrouwelijkheid zit aan het beroep gekleefd, zegt
meneer de president.
Ziggy Klazes begint over wraking, dat tegenwoordig vaker
plaatsvindt, bijvoorbeeld nadat de voorzitter van de rechtbank, Rino Verpalen,
met het citeren van het gedicht Jantje zag eens pruimen hangen de indruk
wekte dat de verdachten in de Klimop-zaak dieven waren. Wrakingsverzoeken
worden behandeld door dezelfde rechtbank om te voorkomen dat tijdgerekt
wordt.
Ziggy Klazes haalt een rapport aan van Transparancy
international, waarin de rechtspraak in Nederland integer genoemd wordt,
alleen de toebedeling van zaken is onduidelijk.
Van der Meer is bezig met een werkgroep een betere regeling
op te zetten. Er is een ontwikkeling naar meer protocollen, met de mogelijkheid
voor een rechter om daarvan af te wijken. Het bestuur van de rechtbank kan de
rechter niet inhoudelijk op de vingers tikken, maar moet daarvoor in hoger
beroep gaan.
Het gesprek gaat verder over twee nagels aan de doodskist
van de rechtspraak, de verhoogde griffierechten, die het onmogelijk maken voor
de burger om nog een beroep te doen op de rechtbank en het voorstel van de
politiek om minimumstraffen in te voeren. Van der Meer
vindt dat de bepaling van een strafmaat in de rechtszaal
moet plaatsvinden. Iemand twee keer een ongewenste tongzoen geven, hetgeen
binnendringing is, zou op vijftien jaar gevangenis straf uitkomen.
Van der Meer is vol lof over een lezersjury in het Haarlems
Dagblad die in de krant schrijft over een bijgewoonde zitting. De nuance keert
daarmee terug. Vaak komt de straf van de jury overeen met die van de rechter.
Juryrechtspraak is te duur, omdat mensen lang uit hun werk worden gehaald. In
Amerika leidt het tot schikkingen.
Van der Meer zegt dat internet een belangrijker functie kan
vervullen in de wisselwerking tussen rechtbank en burger en dat Europa de
juridische gang van zaken complexer maakt. Zaken als kinderporno en
vrouwenhandel kunnen echter niet op nationaal niveau opgelost worden.
Een vraag uit de zaal gaat over de verhouding tussen
civiele, strafrechterlijke en bestuursrechterlijke zaken. Van der Meer
antwoordt dat de civiele en bestuursrechterlijke zaken zo’n zeventig procent
van alle zaken uitmaken en dat Haarlem veel megastrafzaken behandelt.
Ik had zijn opvatting nog willen horen over de toenemende juridisering in
Nederland, maar was helaas niet bij de zitting aanwezig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten