Arbeid: recht of plicht?
In deze eerste aflevering van een serie over de
verzorgingsstaat staat de plaats van de arbeid centraal. Wat is de functie van
arbeid: plicht of een recht of allebei? Gespreksleider Clairy Polak (zie foto) heeft drie
gasten aan tafel en begint, bijgestaan door Ad Verbrugge (rechts op de foto), met de plicht.
Politiek filosoof Rutger Claassen ziet meteen de bussen met
Rotterdamse werklozen naar het Westland voor zich. Het oogt afschrikwekkend.
Socioloog Ton Wilthagen stelt dat het idee van passend werk veranderd is in
maatschappelijk aanvaardbaar werk. Econoom Paul de Beer legt uit dat er nadruk
wordt gelegd op de houdbaarheid van de verzorgingsstaat. Als niet iedereen
meewerkt is de verzorgingsstaat straks niet meer te handhaven, is het idee.
Polak neemt het woord dwangarbeid in de mond. De Beer zegt
dat werklozen hun verplichte arbeidsdeelname aan de rechter voorlegden, maar
niet in het gelijk werden gesteld. Voor wat hoort wat, zegt Wilthagen. Ad
Verbrugge schetst de veranderende rol van de overheid. In de negentiende eeuw
begon die zich vanwege de slechte omstandigheden in de industrie met de arbeid
te bemoeien, bijvoorbeeld in de vorm van het verbod op kinderarbeid. Marx
bekritiseerde het kapitalisme dat alle verhoudingen in beweging zet.
Claassen ziet tegenwoordig meer de bemoeienis van de staat
om mensen in te schakelen in het arbeidsproces, ook studenten mogen niet te
lang studeren. Eerder was arbeid een noodzakelijk kwaad. Onder invloed van het
protestantisme werd arbeid een roeping en later een middel tot
zelfverwerkelijking, hoewel ook de noodzaak blijft bestaan zich middels arbeid
in leven te houden.
Withagen ziet een afname van humanisering van de arbeid. De
Beer meent dat de staat sinds de jaren negentig actief is om mensen naar banen
te helpen, omdat de anders verzorgingsstaat te duur wordt. Dat is een politiek
oordeel dat door velen gedeeld wordt. Behalve dat zoiets goed is voor de
economie en voor het levensgeluk houden we daarmee ook de voorzieningen
betaalbaar. Helaas kan ik het kapitalisme de werkgever niet verplicht worden
een werknemer aan te nemen.
Anders dan in de jaren tachtig toen men werklozen onbetaald
werk liet doen, is tegenwoordig iedereen nodig. Wilthagen zegt dat onbetaald
werk zoals mantelzorg betaald moet gaan worden, ,maar Claassen signaleert een
zwalkend beleid van de overheid als het gaat om gratis kinderopvang.
Verbrugge spreekt van kapitalisering als huishoudelijk werk
wordt uitbesteed. Volgens Wilthagen worden mensen gelukkiger in een baan. De
Beer zegt dat dit komt door de waarde die we aan betaalde arbeid toekennen.
Werkloosheid betekent vaak niet veel goeds, behalve voor vutters die vrijwillig
uit het arbeidsproces stappen. Volgens Verbrugge heeft dit te maken met Hegels
principe van Anerkennung: de norm wordt geïnternaliseerd en werkt op het
zelfbeeld in. Huisvrouwen hebben daardoor een slecht zelfbeeld. Als ze het
huishouden overlaten aan een betaalde kracht en zelf ook gaan werken, zou
iedereen gelukkiger zijn. Clairy Polak vindt het een lachwekkend idee. Ik neem
aan dat ze de gedachte bedoelt om het zelfbeeld te volgen in plaats het te
veranderen.
Claassen signaleert vervreemding op de werkvloer door het
opdelen van de arbeid in taken. Ook zorgtaken krijgen een andere inhoud. Stress
en burnout vormen een grote kostenpost. Verbrugge komt, tot (gespeeld)
ongenoegen van Clairy Polak die vreest dat het publiek denkt dat ze met
allemaal marxisten om de tafel zit, terug op Marx. Wilthagen ziet de
herontdekking van de buurtzorg door de thuiszorg als een goede ontwikkeling.
Polak snijdt de flexibilisering aan. Daarover verschillen de
meningen. De Amerikaanse socioloog Richard Sennett stelt dat flexibilisering
botst met arbeidszekerheid en daarmee ook het gezinsleven op losse schroeven
zet: trouw wordt in plaats van een vaste waarde iets oubolligs. Ook Verbrugge
ziet een erosie van het karakter. De arbeidsverhouding zou in een tijd van
verandering een anker moeten zijn. Claassen zegt dat een grote groep nog een
vast contract heeft en dat jongeren als ze een huis willen kopen ook graag een
vast contract willen. Wilthagen ziet zzp-ers die zich onderling verenigen in
broodfondsen en daarmee voor-kapitalistische verhoudingen aangaan.
Ondanks het nogal abstracte karakter van het onderwerp met
veel zijtakken was het toch een interessante discussie, wellicht ook omdat men,
anders dan in de huidige kortzichtige politieke discussies, naar elkaar
luistert.
Hier
mijn blog over de aftrap van de debatten over de verzorgingsstaat op 14 april
j.l., hier de discussie over het programma op Facebook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten