Opstel over asielzoekers met tegenstrijdige
oorlogsverhalen.
Soms valt een boek meteen al zo tegen dat de lust ontbreekt
om verder te lezen. De formuleringen zijn zwak en de verteltrant gekunsteld. Wat te denken van zinnen als deze
over de hoofdpersoon, de gepensioneerde kok Onno:
‘Hij haalde zijn tuingereedschap uit het schuurtje achter
het huis en begon te wieden. Daarna ging hij verder met het snoeien van een
plant met weelderige groene bladeren die het klinkerpad overwoekerde dat naar
het huis leidde; zorgvuldig, takje voor takje, terwijl hij van alle kanten
controleerde of de vorm er wel in bleef. Nadat hij zo de halve tuin had gewied
en tussendoor de planten en bloemen had verzorgd en de papiertjes had opgeraapt
die tussen de planten waren blijven steken, nam hij even pauze.’
Ik ken Vamba Sherif niet, die mogelijk een immigrant is. Op
schrijfgebied is hij in ieder geval een beginneling.
Ik las door omdat ik benieuwd was naar het verloop van het
verhaal over Onno die in een dorp zijn dagen slijt en op een dag een zwarte
vrouw ziet die hem het hoofd op hol brengt. Door snel te lezen, probeerde ik
voorbij te gaan aan de formuleringen. Onno heeft een matig contact met zijn
zoon Harry die in een flatgebouw in een stad verderop woont en zich heeft
bekeerd tot de islam. Rond 9 september 2001 geen eenvoudige keuze.
De zwarte vrouw die Mercy heet, heeft contact met de buren
van Onno. Zij willen geld inzamelen voor de oorlogsslachtoffers in het
Afrikaanse land, dat niet met name wordt genoemd. Mercy houdt het contact met
Onno af. Ze woont in een asielzoekerscentrum, waar Onno, om bij haar in de
buurt te komen, als vrijwilliger in de keuken gaat werken. In de tijd dat Onno
net getrouwd was had hij een seksueel contact met een vergelijkbare zwarte
vrouw.
In het asielzoekerscentrum treft hij een zwarte reus, die de
rol van kwade genius krijgt, althans van Onno. Mercy vlucht voor de reus weg.
Na enige tijd verschaft Mercy zich toegang tot de woning van Onno, maar ze
blijft onaardig. Ze verschanst zich in Harry’s kamer en gaat haar eigen gang.
In het tweede deel van dit boek dat totaal uit 28 hoofdstukjes
bestaat, draait ze om als een blad van een boom en gaat ze voor Onno koken. ‘Onno
genoot van de verscheidenheid aan smaken van de hapjes waarin zout, zuur en
zoet elkaar afwisselden.’ De reus, Kollie, weet zich toch met een pistool
toegang te verschaffen tot het huis van Onno. Volgt een nogal knullige scène
waarin we kennis nemen van hun tegenstijdige standpunten over de oorlog waarbij
ze beide betrokken waren.
Het nogal abstracte, in de lucht hangende verhaal en de
vrijblijvende uitstapjes die Onno maakt naar de bibliotheek in de stad,
wandelingen door het dorp of in een park, doen denken aan een opstel van een
adolescent. De omslag met drie paar puntschoenen die in het duister
opdoemen, kon ik niet plaatsen. Ook psychologisch is de ontwikkeling het verhaal matig. Onno is in
de ban van de schoonheid van Mercy, maar later begrijpen we dat zij zijn
kwelgeest is, omdat ze lijkt op de vrouw die hem verleidde terwijl zijn
echtgenote zwanger was. Ook de relatie tussen vader Onno en zoon Harry is
moeilijk te doorgronden. Onno voelt zich schuldig over zijn opvoeding en ziet
zelfs overeenkomsten met de manier waarop Kollie met Mercy omgaat.
Het is jammer dat zo’n roman niet is tegengehouden door de
uitgever, dat de schrijver niet de tijd gegund wordt om door verder te
(her)schrijven en in bedrevenheid te groeien. Uitgeverij Babel & Voss lijkt
me een genommeerd merk, maar deze publicatie is een misser.
Ik vond het een prima boek
BeantwoordenVerwijderenIk vond het een prima boek
BeantwoordenVerwijderen