Het is geen simpele onderwerp, waarschuwt Riemen de volle aula met leerlingen, docenten en ouders. Hij memoreert twee uiteenlopende klassieke films: de spaghetti western The good, the bad and the ugly en Stalker. In beide gevallen laten ze de kijker achter met de vraag: waar richt ik me op in het leven? Dit soort vragen stelde ook Socrates al. In de moderne tijd constateerde Nietzsche dat de mens in waardigheid had ingeboet en dat we een tijdperk ingingen van nihilisme. Daarin is elke waarde subjectief en worden vragen naar doel, zin en betekenis niet meer gesteld. Volgens Riemen, die graag filosofen en schrijvers citeert, leven we nog steeds in dat tijdperk. De individuele vrijheid, die verabsoluteerd wordt, leidt tot het recht van de sterkste en eindigt in geweld.
Riemer kijkt wel eens rond in een tijdschriftenkiosk en ziet dan dat we techniek, snelheid en amusement belangrijk vinden. Door het hoogste goed te negeren geraken we echter in een toestand van kitsch, waarin iedereen voor zichzelf bezig is en niet meer in staat tot zelfkritiek. In de nieuwe media geven we onszelf een identiteit en tonen die aan zoveel mogelijk anderen. Het is belangrijk in het leven hoe men zich voelt en of iets leuk is. Kitsch veroorzaakt echter een geestelijke leegte. Er ontstaat angst voor de dood en de jeugd wordt geïdoliseerd. Politiek gaat niet meer over het publiek domein maar over holle slogans, onderwijs is gericht op nuttigheid.
Kitsch veroorzaakt een roes die, als die eenmaal is uitgewerkt, ressentiment oproept. In een situatie waarin iedereen gelijk moet zijn, ontstaat angst. De massamens kiest voor onderhorigheid. Ter Braak zag dit proces zich afspelen in de jaren dertig. Er kwam een partij op die het ressentiment aanwakkerde en de joden als zondebok aanwees. Riemen schreef in het boekje De eeuwige terugkeer van het fascisme over parallellen met onze tijd.
In Adel van de geest beschrijft Riemen mensen die de moed hadden zich tegen de tijdgeest te verzetten zoals Natalia Ginzburg, die vond dat het in de opvoeding niet om kleine deugden moest gaan, maar om grote zoals rechtvaardigheid en waarheidsliefde. Vrijheid is de grootste gave, maar ook onze grootste verantwoordelijkheid, zegt Riemen. Zonder dat laatste wordt de vrijheid van bordkarton en kan die gemakkelijk aan flarden geschoten worden.
Tijdens de Q & A stelt een ouder de vraag of er sinds Socrates iets is veranderd en zoja waardoor? Riemen acht onze menselijke natuur niet veranderd, hetgeen bij mij de gedachte opriep dat er dan niets aan de hand zou zijn. Verder was het woord aan de leerlingen. ‘Het is toch wel belangrijk dat iets leuk is?’ vraagt een van hen. ‘U vindt zo’n lezing houden toch ook leuk?’ Riemen zegt dat iemand met leuk als maatstaf weinig zal bereiken. De leerling houdt vol dat hij nu zijn best doet op school om het later leuk te hebben. Riemen schermt met Spinoza die in de Ethica zei dat alles wat voortreffelijk is even moeilijk als zeldzaam is en dat het aankomt op overtuiging. Volgens Riemen moeten de universele waarden telkens opnieuw uitgevonden worden. Je krijgt die niet op presenteerblaadje aangeboden, maar moet die zelf vormgeven.
Verder werd er veel heen en weer gepraat over tegenstellingen als egoïsme versus altruïsme en
massa versus individu. Riemer zei over dat laatste dat men niet teveel outsider wil zijn, maar afdoende antwoorden had hij niet.
Het is allemaal al eerder gezegd en geschreven, bijvoorbeeld in de jaren zestig door Erich Fromm (over de angst van de vrijheid) en in de jaren negentig door Christopher Lasch (over het narcisme). Het gevaar van cultuurpessimisme is dat zoiets een cliché wordt. In de maatschappij bestaan allerlei tegengestelde tendensen. Naast individuele vrijheid heerst er repressie op de werkvloer en zijn er restricties in het onderwijs. De vrijheid van onderwijsgevenden wordt sterk beknot. Initiatieven tot verandering worden door het systeem opgezogen en ingekapseld. Ik miste verwijzingen naar de invloed van de globalisering, naar een duurzaam economisch systeem en de rol van de overheid in het geheel. Het was wat mager om vernieuwing te laten afhangen van een optimistische geest, zoals Amerikaanse jongeren toonden toen die Obama aan de macht brachten, als is die natuurlijk ook nodig. Toch was het interessant om meerdere generaties over dit onderwerp in gesprek te krijgen. De laatste vragenstelster zag in de opstand in Egypte een begin van een revolutie die ons zou kunnen aansteken. Daarmee zou de islam het westen bevrijden, reageerde Riemen gevat. Socrates kan tevreden zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten