Een land zonder kunst heeft geen identiteit.
Het is bijna veertig jaar geleden dat H. Michielse in Kultuur als instrument van de heersende macht de cultuur als een bewustzijnsvorm voorstelde, gestoeld op de manier waarop de maatschappelijke productie georganiseerd is. De andere spelling geeft aan dat we in een ander tijdsgewricht leven. De cultuur komt er bij componist, schrijver en docent Leo Samana heel wat beter van af, maar wordt nog steeds bedreigd. Samana zet in een gratis Home Academy-lezing uiteen waarom kunst in deze tijd ondersteuning behoeft en gesubsidieerd dient te worden.
1. Inleiding
In het midden van de 19de eeuw riep Thorbecke nog dat het niet aan de regering was om kunst te subsidiëren, maar na WO II schiep het subsidiestelsel een nationale lappendeken aan geldelijke ondersteuning. Elke provincie had recht op zijn eigen podia.
In de jaren tachtig werd bezuinigd en liet men de kunsten aan het maatschappelijk veld over. De huidige bezuinigingen lijken ingegeven door rancune en de sector zelf steekt de kop in het zand.
2. Kunst en cultuur
Cultuur betreft volgens Samana alles wat de mens voortbrengt, dus ook met zijn geest. De mens wordt door cultuur bepaald en de cultuur voedt de economie. Kunst, een product van cultuur, komt van kennen en niet van kunnen. Hoe verhevener de kunst, des te selectiever het publiek. Hoe verhevener, des te belangrijker de kunst, dacht men in de 19de eeuw. Goethe stelde dat de mens in de cultuur een taal vindt om zijn ziel in uit te drukken. Deze visie weerspiegelt de culturele ontwikkeling in de 19de eeuw. Het volk zocht naar een identiteit en de kunst verschafte die.
Kunst en cultuur staan in nauwe wisselwerking met onze binnen- en buitenwereld. Kunstuitingen voeden de buitenwereld en die voedt op zijn beurt weer nieuwe uitingen.
3. Kunst als representatie
Kunst vertegenwoordigt zowel het individu als de collectiviteit. Dat geldt voor alle kunstvormen, maar ook voor de cultuur in zijn geheel. Kunst en maatschappij vormen een ondeelbaar geheel. Individu en maatschappij werken op elkaar in. De manier waarop we naar kunst kijken is nauw verbonden met de zienswijze in de maatschappij. Kunst is ook handel. Kunstondersteuning vindt gewoonlijk alleen plaats als men daar zelf beter van wordt.
4. Cultuur in onze tijd
Kenmerk van onze tijd is de overdaad aan kunstuitingen. De ethische oriëntatie is veranderd in een esthetische. Vluchtige kunst, zoals de podiumkunsten, moet het hebben van uitvoeringen en kost veel geld. Kunst is steeds meer iets geworden van smaak, maar die moet men wel bezitten. Goede smaak bevestigde vroeger de genotszin. De beter onderlegde burgerij financierde de kunst. Tegenwoordig bepaalt de massa steeds meer de kunstzinnige maatstaven. We bevinden ons in een warenhuis, te omvangrijk om te overzien, waarin ieder iets van zijn of haar gading kan vinden. Het labyrinth kan als symbool van de moderne mens gezien worden, verstrikt als hij is in een esthetiserende wereld. Over smaak valt niet te twisten, maar een kompas zou handig zijn.
5. Kunst en cultuur in nieuw perspectief
Het is niet eenvoudig om ieder tevreden te stellen. Meer dan de helft van de Nederlanders is betrokken bij een of andere vorm van kunst. Dat schept een grote verantwoordelijkheid voor de overheid. De beoordeling van kunst kan niet van bovenaf worden opgelegd maar zal van onderop moeten plaatsvinden via cultuureducatie. Op dit gebied valt nog een hele inhaalslag te maken. Het kunstonderwijs moet gericht zijn op creativiteit en inventiviteit en er moet aandacht zijn voor materiaalbehandeling. Kunst haalt ons uit onze beslommeringen, het verheft, traint de hersenen, vergroot onze verbeeldingskracht en ons abstractievermogen en bevordert onze sociale zin. In een sterk economisch gerichte maatschappij als de Nederlandse is kunsteducatie een plicht.
6. De rol van kunst in een maatschappij
Het vak kunst moet in het onderwijs worden opgenomen. Als product van cultuur is kunst behalve van belang voor de individuele - en de groepsidentiteit, ook onderwerp van contemplatie en transcendentie, sociaal smeermiddel en middel tot ruilhandel. Kunst draagt bij tot het welzijn. Bovendien is de economie, anders dan gedacht, zelf afhankelijk van cultuur.
7. De verantwoordelijken
Er zijn velen betrokken bij de podiumkunsten. De kosten zijn een punt van discussie. De overheid dient zijn verantwoordelijkheid te nemen en erin te investeren, de burgers dienen hún steentje bij te dragen en het bedrijfsleven dient als sponsor op te treden. Kunstzinnigheid is in het belang van de staat. De democratisering in de 20ste eeuw moet in 21ste eeuw vastgelegd worden in het onderwijs. Het resultaat zal zijn: een bindend vermogen, verbroedering, versterking van de identiteit, het genereren van geld, vergroting van de creativiteit en verheffing.
8. Afronding
Kunst spiegelt de geest. Voor een deel heeft kunst de rol van religie overgenomen. Kunst verbroedert en verheft. Een land zonder kunst heeft geen identiteit. De prijs mag niet verward worden met de waarde ervan. Samana bepleit verplichte kunsteducatie tot aan de volwassenheid. In een tijd waarin de culturele sector tot een supermarkt is geworden is een goed beleid nodig, uitgezet door mensen met verstand van zaken.
aangepast op 11 oktober 2011 om 10:20 uur.
aangepast op 11 oktober 2011 om 10:20 uur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten