Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



dinsdag 7 juni 2011

Recensie: Het graf van de voddenraper (2010), Bart Vercauteren


Grafdelver begraaft zich in zijn werk.

Het leven is lijden. Iedereen krijgt daarvan zijn deel, maar sommigen meer dan anderen. Dat geldt zeker voor de inwoners van het Belgische Mortsel. Het graf van de voddenraper heeft niet voor niets als ondertitel Mortsels requiem.
Hoofdpersoon René is een oudere grafdelver, die bezig is met zijn laatste graf, dat van de voddenraper van Mortsel. Hij herinnert zich de man, Omer geheten, als hij door de straten trok met zijn twee zonen. René zat achter het raam van het café en keek geboeid toe. Terwijl anderen hun neus ophaalden voor zo’n voddenboer, zoals die in Nederland heet, bewonderde René het doorzettingsvermogen van Omer die uit een naburige plaats kwam en voor de oorlog groente in Mortsel verkocht. Een van diens zoons deed hem sterk denken aan zijn eigen zoon Bertje, die met bijna duizend anderen, op tweejarige leeftijd omkwam tijdens een bombardement van de geallieerden in 1943 op een Vlaamse munitiefabriek. Zijn dood is hem altijd blijven kwellen, vijfenveertig jaar lang.

De zoon van de voddenraper, Gert, komt bij hem staan aan het gedolven graf voor zijn vader en de grafdelver en de zoon raken met elkaar aan de praat. René verneemt over parallellen tussen de voddenraper en hemzelf. Pas op het eind van het boek treffen de twee elkaar weer. Daartussenin vertelt René ons over de ziekte van zijn vrouw, zijn werkzaamheden in de bakkerij van zijn schoonvader en de relatie met zijn ouders: zijn vader die in dienst was bij de gemeentewerken, opkeek tegen mensen met een eigen zaak en graag wilde dat zijn zoon een eigen bakkerij zou beginnen. 

Het is vooral het Vlaams dat het verhaal zo mooi maakt, misschien ook omdat het soms raden is naar de betekenis, zoals in de zin: ‘Dan loopt ge tenminste niet achter de haag, zegt de moeder als René dat hij in de bakkerij van zijn schoonvader gaat werken. Ze doelt waarmee ongetwijfeld op de werkzaamheden van haar man, maar het is wel verrassend.
De taal die Vercauteren gebruikt resoneert vanuit de diepte. Hij treft de juiste toon en geeft de pijn waarmee het moeizame verwerken van verdriet in het hoofd van René gepaard gaat onverbloemd weer:
‘Ik zie het flitsen en het gele licht, ik hoor het knallen, en ik voel het trillen. Het gaat nooit over. Dit is geen herinneren, het is altijd opnieuw beleven.’

René weet er niet met anderen over te praten, hij heeft het weggestopt en probeert de schaamte weg te drukken door graven te delven.
‘Ik was begonnen aan die eindeloze puzzel die verdriet, afkeer en schaamte deed uitmonden in diepe leegte: het enige waar ik de volgende vijfenveertig jaar mee zou kunnen leven.’
Hij heeft nadien nooit meer echt geleefd, schuldig als hij voelde. Alleen in bad kan René zich nog openstellen voor de pijn. Zijn grillige ziel is als een nukkige vrouw die verleid wil worden. Hij stelt zich dan voor dat hij contact heeft met zijn zoon, die hem door de narigheid gidst.

De lezer wordt in stapjes ingevoerd in het drama dat René heeft meegemaakt. Eerst in grote lijnen, daarna in detail. De herinneringen van René, die eerder belevenissen genoemd moeten worden, schieten, zoals dat met verwerken gaat, heen en weer in de tijd. Helaas raakt het verhaal daardoor verbrokkeld en leest het niet lekker door omdat de lezer vaak moet achterhalen in welke tijd zich een fragment afspeelt.

Het is jammerlijker dat op het eind te veel herhaald wordt. Het verder zeer verdienstelijke debuut had ook een sterker afloop verdiend dan datgene wat Vercauteren de lezer biedt. Daarmee was het een nog meer op maat geschaafd flonkerend kleinood geworden dat nu wat onaf blijft liggen tussen al die andere Vlaamse juweeltjes zoals van Joris Note en Leo Pleysier.

aangepast 7 juni 12:53 uur

1 opmerking:

  1. Bart mailde me vanmorgen onder andere het volgende:

    'Er zijn wel enkele misverstandjes ingeslopen. De meest grappige vind ik die over het 'achter de haag lopen'. Achter de haag loop je, hier te lande, niet alleen om ze te scheren, maar ook om prettige dingen met een mooi exemplaar van het andere geslacht te doen. Op vrijersvoeten zijn, achter de meisjes aanzitten: dat betekent het dus (ja het is een oude uitdrukking, over gelijkgeslachtelijke lust bestonden toen nog geen zegswijzen. Bestaan die tegenwoordig wel?)
    Ik had er bij het schrijven nooit bij stilgestaan hoe groot het verschil in idioom wel is boven de Moerdijk.'

    Waarvoor dank. Zo leert een domme Hollander weer eens wat van een wijze Belg.

    BeantwoordenVerwijderen