Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



vrijdag 17 juni 2011

Notities over Onverplichte lectuur (1988), Wislawa Szymborska


Nadat ik mijn stukje over de ontmoeting met de dichteres de wereld in had gestuurd vond ik nog aantekeningen over bovengenoemde boek:

Onverplichte lectuur bestaat uit ongeveer zeventig stukjes, die de Poolse Nobelprijswinnares voor Literatuur 1996, vanaf 1986 in het weekblad Het literaire leven schreef. Ze besprak bij voorkeur boekwerken die door niemand anders de moeite waard gevonden werden. Op het moment van verschijnen van de vertaling in 1998 schreef ze de stukjes (over oude culturen, verre landen, allerhande memoires, fantasiewezens maar ook over literatuur, de kalender en het moderne leven) nog steeds, in die tijd in een Poolse krant en om de twee weken. Vertaler Gerard Rasch heeft voor deze uitgave een selectie gemaakt uit bloemlezingen die eerder in Polen verschenen. Om het ontkomen aan het verwijt dat ze niet kan recenseren, noemt ze de stukjes feuilletons, hetgeen in Polen ongeveer hetzelfde is als columns.
Szymborska houdt van boeken omdat men, anders dan bij andere kunstuitingen, met een boek vrij is. Om er mee te doen en laten wat men wil, herinner ik me. Aldus het voorwoord.

Szymborska kiest een originele invalshoek, net als in haar gedichten, die trouwens geschikte vakantiekost zijn. Het zijn observaties vanaf de zijlijn, waarbij ze naar aanleiding van een of ander onderwerp – ik heb het idee dat het haar niet uitmaakte wat het was - haar eigen gedachten de vrije loop laat, bijvoorbeeld over de geschiedenis van het oud papier of op het gebied van de zoölogie. Met het boekwerk als uitgangspunt liet ze haar gedachten los. De mooiste stukjes vond ik die over mensen, zoals de dichteres Sappho en de schrijvers Andersen en Dickens, maar ook over relatief onbekenden als Willem Kolff, de uitvinder van de kunstnier. Ik kon er niet teveel tegelijk van nuttigen. maar bekeek vaak eerst de titel van het boek die aan het eind genoemd werd. Dat gaf me een referentiekader.

Verder nog wat verspreide opmerkingen die ik u niet wil onthouden:

Het is grappig zoals ze haar eigen onkunde etaleert over een boek dat over materie gaat.
Ze leest ook boeken met nutteloze informatie, die doen denken aan de Engelse voorkeur voor useless information.
Ze dacht ooit ze dat ze dit soort boekwerken besprak omdat ze niet goed of slecht afliepen, maar inmiddels werd ze door het boek Ongelukken thuis geloochenstraft.
Ze schrijft grappig over Plato, die de lotgevallen van Socrates optekende. De laatste ondervraagt Szymborska op socratische wijze.
Ze schrijft gevat over yoga en ik-verlies en kiest zelf voor verrijking van het ik.
‘Honderd minuten voor onze schoonheid.’ Szymborska trekt dat door en fantaseert verder.
Het boek ‘Natuurlijke verwantschap’ van Goethe vindt ze nog altijd verontrustend.
Uit het titelverhaal blijkt dat Szymborska gewone woorden wil schrijven.
Een mooi stukje over de Essays van Michel de Montaigne. Meerdere zelfs. 
Montaigne baadde zich, terwijl tijdsgenoten een afkeer hadden van water.
Ze schrijft ironisch over kalenders.
De pijnlijkste vraag luidt wanneer bij maatschappelijke problemen moeten ingrijpen; of we zijn te vroeg of te laat. ‘De wereld zit vol met allerlei sluimerende krachten, maar hoe kan je hier van tevoren weten, welke je zonder schade wakker kunt laten worden en welke in elk geval moeten blijven slapen? Tussen het ogenblik wanneer het luiden van de alarmklok nog voorbarig en belachelijk is, en het ogenblik wanneer het voor alles al te laat is, moet ergens één ogenblik zijn, het juiste, het geschiktste om een ramp af te wenden. Bij zoveel kabaal gaat het doorgaans onopgemerkt voorbij. Maar welk ogenblik is dat? En hoe herkennen we het? Dat is waarschijnlijk de pijnlijkste vraag die de mens van zijn eigen geschiedenis gesteld krijgt.’

De huidige monsters zijn zij die zich gespecialiseerd hebben. ‘Twijfel aan zichzelf kent hij niet, de twijfel van anderen wenst hij niet. Hij is gespecialiseerd - soms afzonderlijk, maar liever gecombineerd - in nationalisme, antisemitisme, fundamentalisme, de klassenstrijd, de generatiekloof en verschillende privé-fobieën die hij publiekelijk tot uitdrukking moet brengen.’

In de dagboeken van Thomas Mann laat hij zich niet als engel zien, maar die bestaan ook niet in de literatuur. Dat ging dus toch over literatuur.

 






1 opmerking:

  1. Gister overleden. Een herdenking op http://www.nrc.nl/nieuws/2012/02/02/nobelprijswinnares-van-de-literatuur-szymborska-overleden-poezie-met-kwinkslag/

    BeantwoordenVerwijderen