Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 28 mei 2011

Recensie: De wonderen van de heilbot (2006), Oek de Jong


Overpeinzingen van een veelbelovend romancier

In dit dagboek dat Oek de Jong van 1997 tot en met 2002 bijhield tijdens het schrijven van zijn roman Hokwerda’s kind, komt niet alleen de literatuur aan bod, maar krijgen we ook een beeld van zijn verdere leven. Hij is een liefhebber van de schilderijen van Carvaggio, die voor zijn schrijverschap inspirerend zijn, laat ons delen in hobbies als hardlopen en zeilen en beschrijft met liefde over Jeanne met wie hij al zeven jaar samen is, soms in een zomerhuisje in Muiderberg of bij haar dochter die in een oud station in Frankrijk woont. Hij schuwt zelfs niet de lezer deelgenoot te maken van zijn depressies.
Hij heeft zijn handen vol aan de Revisor en wat boeken betreft gaat zijn voorkeur uit naar Tsjechov. Hij vindt het boeiend als een schrijver eenzelfde thema in verschillende boeken herneemt. In dit verband heeft hij het oevre van Hermans uitgeplozen en daarover zijn Kellendonk-lezing gehouden, die is opgenomen in de essaybundel Een man die in de toekomst springt. Deze lezing werd in de Volkskrant bekritiseerd door Kees Fens en Komrij sabelde hem jaren na dato nog neer over zijn esoterische inslag. Oek de Jong mist, schrijft hij,  nederigheid en eerbied in het dagelijks leven, verzet zich tegen het nihilisme in de literatuur en kwam daar in latere novellen voor uit. Later betreurde hij het dat hij zichzelf daarmee al te lichtvaardig als een mysticus had neergezet en moeilijk van dat etiket kon afkomen.

Het schrijfproces staat in dit dagboek centraal. In het geval van De Jong is dat des te interessanter omdat hij al vele jaren geen romans meer schreef. Tot zijn ergernis werd hem vaak de vraag werd gesteld of hij daar nog wel mee bezig was. Hij moest, zegt hij, zichzelf opnieuw uitvinden nadat hij in eerdere jaren meer bezig was met essays, terwijl hij toch het liefst verhalend schrijft.

Dit dagboek geeft aandacht aan vele zaken die schrijvers zullen herkennen, zoals het belang van details en  van bijpersonen voor de inkleuring van de hoofdpersoon en het moeten loskomen van het eigen ik om tot een kunstzinnige prestatie te komen. Ook gaat het om op zaken als het niet buiten de eigen tijd kunnen staan - en daarom veroordeeld zijn om tot een generatie te behoren die het verval met zijn mee draagt, maar die daardoor aan een nieuwe generatie weer nieuwe impulsen kan schenken - en het belang van de energetische kracht in proza, een facet die eigenlijk nooit zo naar voren komt in recensies.

Langzaam ontstaat bij De Jong een idee voor een nieuwe roman, eerst door de novelle Rubberen Roos te schrijven die over twee geliefde op een woonboot gaat. In een latere versie van zijn boek laat hij de sportieve hoofdpersoon Lin trainen door een tafeltenniscoach die hij heeft ontleend aan de ontluisterende verhalen van Bettine Vriesekoop, waarmee hij tegelijk aantoont dat schrijvers vaak indrukken uit de realiteit invoegen in het werk waarmee ze bezig zijn.

Naarmate de roman vordert peinst De Jong veel over de psychologische verantwoording van de hoofdpersonen en de constructie van het boek. Hij denkt eerst lange tijd dat een man Lin moet vermoorden maar hij kiest tenslotte toch Lin als moordenares. Hij vraagt zich tussendoor ook af of het boek niet te eenvoudig is, hetgeen ik een reële vraag vond. Tijdens het lezen van het boek vond  ik de inhoud inderdaad soms wat aan de magere kant.
Schrijven blijkt echt een bevalling voor De Jong. Hij zegt niet voor niets verschillende keren dat hij zichzelf voor een bepaalde maand heeft uitgerekend maar de deadline schuift steeds weer op.

De verhouding tussen fictie en autobiografisch schrijven is in zijn optiek paradoxaal. Hij wil loskomen van zichzelf en zijn eigen ervaringen en de verbeelding de voorrang geven, want juist dan komt de eigen ervaring beter tot zijn recht.
‘Wanneer ik een scène moet uitdenken en mijn verbeeldingskracht laat werken, zakt er als het ware een sleepnet omlaag in mijn onbewuste, in de zee van het heel en half vergeten, en wanneer het weer bovenkomt met beelden en ideeën, zie ik in die vangst dikwijls mijn eigen ervaring flonkeren, maar altijd vervormd, van gedaante veranderd.’

Oek de Jong geeft ons in dit dagboek een boeiend en openhartig inkijkje in het leven van een romancier en schrijft daarmee een voor Nederlandse begrippen bijzonder document humain.

gewijzigd 29 mei 2011 10:31 uur

1 opmerking: