Ik vond na het lezen van een interview met de genomineerde voor de Libris Literatuurprijs 2011 die vanavond in het Amstel hotel de hoofdprijs ontvangt voor De maagd Marino, nog wat aantekeningen over het voorlaatste boek van Petry, die ik u niet wil onthouden:
De achterblijver is een weergaloze roman over de homoseksuele wiskundige Gram Goetleven die aan het ultramachine project Baby werkt, dat de mensheid moet overtreffen (de loef af moet gaan steken) en die naar Amerika gaat om daarover een toespraak te houden.
Het begint ermee dat Gram door Benjamin Miami, zijn joviale chef, wordt uitgenodigd hem naar het moederbedrijf in Texas te vergezellen. Gram voelt zich gevleid, maar houdt tegen de lezer een slag om de arm.
‘Helaas, dames en heren, kon ik me niet geheel naar behoren voorbereiden op deze lezing omdat in de dagen voor mijn afreis mijn agenda werd doorkruist door allerlei beslommeringen die verband hielden met mijn vader.’
Petry lijkt al bezig met zijn lezing. Prachtig, zo’n perspectief.
Gaandeweg doet hij steeds meer doekjes open over zijn vader, die door zijn vrouw in de steek is gelaten en zich als seksmaniak heeft ontwikkeld.
‘Het ging om de banaal enkelvoudige geheimen van een banaal enkelvoudig mens, dacht ik. Ik wou dat zijn verhalen perverser waren geweest (…). Als ze meer wreedheid hadden bezeten, (…) en getekend waren geweest door schrijnende, onophefbare tegenstrijdigheden, wie weet zou ik dan in mijn vader inderdaad een man hebben gezien met wie het enigszins de moeite loonde te praten. Maar ze kraaiden alleen maar het ongeloofwaardige, puur vleselijke plezier uit van overbelichte doorsneepornografie. Stuitend monotoon gaven ze blijk van een ongecompliceerde honger naar de charcuterie van de andere sekse.’
Ik zou het hele boek willen citeren, zo mooi geformuleerd en zo onopzettelijk lijkt het. Als een taxichauffeur hem naar de luchthaven brengt en ze in de file staan, denkt Gram aan het stille lijden van de autobezitters.
‘Terwijl het auto-ontwerp hier zegevierend de ruimte in beslag nam, konden wij niets anders doen dan gelaten deze overwinning ondergaan.’
Op de luchthaven ontmoet hij niet Miami maar een koele Bitschkowa (Gram ziet alleen poppetjes en manwijven). Hij probeert om kort te gaan in het vliegtuig een lezing te schrijven. Hij gaat daarbij vaak - onderhoudend en gemakkelijk omschakelend - terug naar zijn verhouding met zijn vader, het bezoek aan zijn moeder met haar nieuwe agressieve vriend in Frankrijk, het overlijden van zijn vader en de kopstoot van een vriend.
Tenslotte komt het door toedoen van de koele Bitsch, die zegt dat Miami op een zijspoor gezet is niet meer tot een toespraak. Zwaar overspannen keert Gram naar België terug.
‘Het (…) was deze omsingeling van sprekende dieren die me deed knarsetanden en zelfs snikken van onmacht.’ Aldus het slot van dit boek dat ik vanwege zijn eenvoudige structuur, beeldende taal, mooie personages en boeiend thema, aan het begin van dat jaar al het beste boek van 2007 vond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten