Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



woensdag 25 mei 2011

Recensie: Catwalk (2009), D. Hooijer


Ode aan de tegendraadsheid.

Hooijer heeft een heel eigen pen. Eentje die dwars schrijft. Bij haar weet je nooit waar je aan toe bent. Het lijkt nog het meest op een toneelstukje waarbij iedereen uit de toon mag vallen en mal mag doen. Dat was zo in haar verhalenbundels, het geldt ook voor de roman Catwalk.

Het verhaal begint met weduwenaar Fons die op het kantoor van zijn broer Maarten werkt. Het zijn detectives die met hun voeten in de vensterbank naar buiten kijken en gnuiven om zelfbedachte taalvondsten. Maarten blijft op kantoor en Fons doet de beluisteringen.
Vervolgens schakelen we over naar Margriet, die voor een escortservice werkt, maar er genoeg van krijgt om door souteneur Karrie voor zijn louche karretje gespannen te worden. Margriet gaat op bezoek bij haar moeder Eva, een actrice die in Parijs woont. Samen besluiten ze een neuscorrectie te laten verrichten. Inmiddels trekt de oudere achterbuurvrouw Mieneke vanwege de zomerhitte in de flat van Margriet omdat die airco heeft. Zij neemt haar naaister Wilma mee. Omdat Wilma een voorliefde heeft voor extravagante kleding, besluiten ze een modeshow te geven voor hun kennissen in het huis van Mieneke, die eerder getrouwd was met een zakenman en met speculaties een eigen huis bijeen spaarde. Maison William heet de modeshow en dat wordt heel grappig verstaan als Wiljehem.  

Dat is nog maar het begin van een verhaal met vele verwikkelingen, dat over meerdere jaren loopt. Margriet raakt al gauw zwanger van jeugdvriend Hein en aan het eind kan hun kind zelfstandig zwemmen.

De personages zijn kleurrijk. Maarten is een charmante man. ‘Hij loopt met een zwier die ook op een evenwichtsstoornis zou kunnen duiden,’ stelt Margriet vast. Maarten raakt later in de ban van de vrouw van kwart voor tien, een jonge vrouw met een muts die altijd op dat tijdstip buiten op straat staat.
Fons heeft de dood van zijn vrouw niet verwerkt. Hij kan er niet toe komen de huisfilmpjes te bekijken.
‘Waarom hebben zijn vrouw en hij zich nooit gerealiseerd dat er films moesten komen waarop ze ernstig keken? Hij haat de tuinen en de confetti, de kerstbomen en de kinderpartijtjes, alles nog door hem georganiseerd. Hij had dieptepunten moeten filmen.’
Fons raakt in de ban van de vrouwen. Hij gaat bij Mieneke eten en strekt zijn hand naar haar uit, maar raakt haar net niet aan. Later schuift Mieneke haar hand een beetje in de richting van zijn uitgestoken hand, maar het lukt hen niet de toenadering tot stand te brengen. Mieneke vindt de liefde te uitputtend en teveel gedoe en Fons kan haar niet overhalen.

Hooijer zet de lezer regelmatig op het verkeerde been. Haar gedachtekronkels zijn ongrijpbaar, haar fantasie adembenemend. Ze vervalt niet in automatismen, maar blijft oorspronkelijk. Terloops schrijft ze de simpelste, maar mooiste zinnen. ‘Kijk een Vlaamse gaai,’ zegt Mieneke na een bezoek aan haar zieke ex. Hooijer gaat tegen de draad in. Toch is het niet echt absurd. Ze houdt met een draadje contact met de werkelijkheid. De wijze waarop ze het verdriet van Fons beschrijft of Wilma die tijdens een cruise ziek wordt van ledigheid is ontroerend.
De droge humor is zeer te genieten, als je eenmaal gewend bent aan de manier van schrijven. Tijdens een aanslag door de criminele Arend op het detectivebureau zag ik een typetje voor me van Wim de Bie, iemand die niet helemaal goed bij zijn hoofd is. Zo lopen er meer rond bij Hooijer. 

Het is knap hoe Hooijer de verschillende lijntjes aan elkaar vast weet te knopen, maar het is vooral haar talige vermogen dat indruk maakt.
‘Ze heeft Fons al een paar keer peinzend aangekeken, waar slaat dat op?’ is een voorbeeld van een directe taaluiting, in dit geval door Mieneke als ze merkt dat Fons met haar zit te flirten.
Hooijer schrijft vanuit een vrouwelijk perspectief, bijvoorbeeld als het gaat over Arend die in de straat als een oplichter te boek staat. ‘Behalve een. Eén vrouw zei dat Arend een schat van een man was met wie ze heel goed had kunnen praten. Maar die vrouwen had je altijd.’

‘Het is gewoon om te lachen dat het leven nergens op slaat,’ zegt Wilma op het schip. Daarmee tekent ze de zienswijze van Hooijer: lichtvoetig, onvoorspelbaar en elegant.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten