Aanleiding voor dit gesprek is de nieuwe essaybundel van Bas Heijne met de provocerende titel Moeten we van elkaar houden? waarin hij ingaat op de aantrekkingskracht van het populisme en het gebrek aan respons daarop van de middenpartijen.Aan tafel zitten, behalve gespreksleider Peter van Ingen, Paul Schenderling van het CDJA en Adriaan van Veldhuizen van de PvdA. Beide jongemannen zitten in de politiek omdat ze geïnteresseerd zijn in ideeën, resp. de christen - en de sociaal-democratische.
Heijne herhaalt nog eens dat het CDA geen verhaal heeft, hoezeer ze daar elke keer weer over beginnen.
Van Ingen noemt de kernpunten uit het boek van Heijne: het verlies aan identiteit en aan gemeenschapszin bij de bevolking, een gevoel van bedreigdheid en een zich afwenden van een samenleving waarin de boven kant graait en de onderkant gehuld gaat in burka’s.
Heijne legt uit dat het populisme in heel Europa in opmars is en dat er twee reacties op zijn: afschuw of een poging om de retoriek met feiten te bestrijden.
Van Veldhuizen wil stijl en inhoud van elkaar onderscheiden. Wilders heeft een aansprekende vorm gevonden, maar mist inhoud. De middenpartijen hebben wel inhoud, maar missen de taal om die over te brengen.
Heijne zegt dat het dieper zit. Op emoties van mensen wordt met abstracties gereageerd. Men zou in gesprek moeten gaan over de betekenis van een hoofddoek en waarom die wordt gedragen.
Schenderling (CDJA) zegt dat vrijheid niet inhoudt dat je kan doen waar je zin in hebt. Het algemeen belang is daarmee vaak in strijdt. Hij wil weer een morele component in de samenleving.
Van Veldhuizen (PvdA) zegt dat vrijheid belangrijk is, omdat het volgens de sociaal-democratie de mogelijkheid biedt voor ontwikkeling.
‘Wat hebben we met elkaar te maken ?’ roept Heijne.
Van Veldhuizen vindt het te gemakkelijk om de politiek aansprakelijk te stellen voor de afnemende gemeenschapszin. De populisten zijn er goed in om verwarring te zaaien
Heijne antwoordt dat het niets uit haalt om mensen buiten te sluiten. Men moet de dialoog aangaan en niet in abstracties praten.
Volgens Schenderling kun je abstracties pas begrijpen als je ze doorleeft hebt. De verzorgingsstaat heeft de mensen passief gemaakt, het gemeenschapsdenken moet weer centraal komen te staan.
Volgens van Veldhuizen speelt ook de ontzuiling een rol.
Heijne signaleert een crisis in de middenpartijen, die een crisis is in het verhaal, dat gedragen moet worden door overtuigingen.
Van Ingen vraagt of een recent interview met Plasterk in NRC helpt, waarin hij de mensen wil vertellen wat goed voor hen is en hen wil verheffen.
Partijgenoot Van Veldhuizen zegt dat hij wat stijl betreft de plank misslaat, maar dat het wel goed zit met de verheffing. De sociaal-democratie is altijd op de staat gericht geweest en moet die verheffing nu anders zien te vertalen.
Heijne haalt een ander interview aan uit dezelfde NRC, waarin de loco-burgemeester van Amsterdam na het sluiten van islamitische scholen met de ouders ging praten om thuisonderwijs te voorkomen en te zorgen dat de kinderen naar school gingen. Betrokkenheid is volgens Heijne het sleutelwoord.
Hierbij een recensie van het boek van Bas Heijne:
Mijn commentaar op het gesprek volgt in De kunst van de vrijheid
Geen opmerkingen:
Een reactie posten