De wetenswaardigheden van een levende held.
De 101-jarige Hans Keilson zat afgelopen zondag in het programma Boeken. Hij was wat doof en moeilijk te verstaan en herhaalde zich soms zoals oude mensen doen. Wim Brands toonde zich als een hulpvaardige zoon die de Bussumer, nu het nog kan, vroeg nog eens te vertellen over vroeger. Hoe het was in de tijd van de nazi’s en waarom hij niet, zoals zijn vrouw, een katholieke grafologe, uit het handschrift van Hitler, eerder begreep dat de man de wereld in brand zou zetten.
Hans Keilson, die voor arts studeerde, mocht zijn beroep niet uitoefenen en werd turn- sport en zwemleraar. Hij debuteerde met Das Leben geht weiter (1933) bij Fischer Verlag. Dat was meteen het laatste boek dat men uitgaf van een jood. Anders dan zijn vrouw dacht hij dat het zo’n vaart niet zou lopen. De joden waren in Duitsland goed geïntegreerd.
Hans Keilson interesseerde zich voor de beweegredenen van de nazi’s en schreef daarover In de ban van de tegenstander, dat in de jaren zestig al goede kritieken in de V.S. kreeg. Hij begon voor de oorlog al aan het manuscript, maar verborg het in een broodtrommel in de tuin. Brands vraagt zich af hoe Keilson compassie met de nazi’s kan hebben, terwijl zijn grootste verdriet nog altijd is dat zijn ouders, die samen met hem in 1936 naar Nederland vluchtten in 1943 in Auschwitz zijn vermoord, omdat oudere mensen nu eenmaal moeilijk konden onderduiken. Keilson verklaart het door zijn klinische blik, die van de medicus die wil weten, en onderzoeken.
De nazi’s kweekten een haat waar ze zelf aan ten gronde gingen, Hitler en Eva Braun voorop. Keilson weet niet wat Hitler tot zijn haat heeft gebracht. Hij doet daar geen uitspraak over. In het algemeen wordt haat onderschat, zegt hij. Haat is spiegelbeeldig aan de liefde en sluit een nauwe persoonlijke verwantschap in.
In 2010 werd Komedie in mineur opnieuw uitgebracht. Keilson toonde zich verrast over de nieuwe waardering van het boek, omdat hij als psychiater niet met literatuur bezig is. Het boek gaat over zijn onderduiktijd. In Delft ondersteunde hij ondergedoken joodse kinderen, die ruzie maakten, opstandig werden, hun situatie niet begrepen. Hij gebruikte een vals paspoort en was tot verbazing van Brands nooit bang. Al op de middelbare school schreef hij een essay over Demian van Herman Hesse en besprak, hoewel men eigenlijk niet mocht praten over onderwerpen die het eigen nest bevuilden, een gedicht van Heine. Zijn gedichten werden na de oorlog gepubliceerd in De gemeenschap van Van Duinkerken en Brands las er een voor.
Na de oorlog werd Keilson psychiater. De traumatisering was groot onder joodse kinderen vanwege het vroege afscheid ouders, opvang in pleeggezinnen en hun toekomst als oorlogswezen.
Het was mooi om hem mee te maken. Waar zie je nog zo´n levende held?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten