Hoe het verval van de handelsfactorij Deshima zich als een film ontrolt.
Als ik aan de VOC denk dan hoor ik meteen Balkenende strijdlustig maar ook wat wanhopig roepen om een bepaalde stoere mentaliteit die in vroeger eeuwen zou hebben bestaan maar die wij inmiddels kwijt zijn geraakt. Het is daarom een welkom onderwerp, dat David Mitchell, heeft uitgekozen. Hij weet de wereld van rond 1800 treffend te verbeelden. Het verhaal begint zeer stijlvol met de gecompliceerde geboorte van een zoon van de Japanse magistraat in Nagasaki. De vroedvrouw die met behulp van Hollandse kennis het kind levend uit het onderlijf van de concubine Kawasemi haalt, heet Orito Aibagawa. Zij is de dochter van een samoerai en een leerling van de flamboyante Hollandse dokter Marinus, die het niet nalaat om eigenhandig nierstenen te verwijderen uit de blaas van de Hollandse matrozen.
Het verhaal speelt zich af op het eilandje Deshima vlak voor de kust van Nagasaki. Op de site http://www.engelfriet.net/Alie/Aad/deshima.htm zijn mooie plaatjes van de handelsfactorij in de baai te zien. De VOC heeft daar een aanlegplaats vanwaar schepen afvaren naar Batavia. Omdat er eerder trammelant was met kapitein Snitker die handel dreef ten eigen bate, is er een nieuwe persoon benoemd, Opperhoofd Vorstenbosch, die voorgeeft dat hij wel bonafide is. Hij wordt in zijn onderzoek naar de malafide praktijken geassisteerd door klerk Jacob de Zoet, de hoofdpersoon uit het boek. De roodharige en groenogige Domburger raakt in de ban van de vroedvrouw Orito. Helaas krijgt, zoals de titel al aangeeft, zijn liefde weinig kans door zijn schuldgevoel maar vooral door zijn gêne, die aandoenlijk is.
Na de dood van haar vader wordt Orito naar een klooster hoog in de bergen afgevoerd waar zich onfrisse praktijken afspelen die in tweede deel op bijna bedwelmende manier uit de doeken gedaan worden. In het derde deel krijgt Deshima te maken met een aanval van de Engelsen en vervult De Zoet een heroïsche rol.
We vallen vaak midden in de gebeurtenissen. Mitchell weet het zeemansleven met al zijn botheid en hardheid fantastisch te beschrijven. De juiste sfeer wordt geschapen door oude begrippen uit de scheepvaart en uitspraken zoals iemand die zijn stiereneus in een koolblad leegt, spionnen die dwarskijkers worden genoemd en de maankalender die gebruikt wordt om de Japanse data aan te geven. In het dankwoord van de uitgever wordt Roelof van Gelder genoemd, die in Zeepost verrassende oude brieven uit de tijd van de VOC naar boven haalde.
Er wordt veel in dialoogvorm gesproken waarbij tegelijk ook actie plaatsvindt, bijvoorbeeld als De Zoet een tentoonstelling bezoekt en zich daarbij een gesprek herinnert met de vader van zijn in Holland achtergebleven vrouw Anna. Soms wordt daarbij ook nog cursief de gedachten aangegeven. Af en toe wordt dat procedé te vaak herhaald. Tolken van verschillende rangen maken die dialogen nog ingewikkelder. Ze cirkelen om de personen heen, zoals hoofdtolk Ogawa die eerst met Orito zou trouwen en daarmee een concurrent is van De Zoet.
Mooi is het Nederlandse taaltje van de Japanners, zoals dat van Aibagawa. Mooi ook zoals De Zoet haar naam uitspreekt in lettergrepen. ‘Ai, mond gaat open, ba, lippen komen samen, ga, wortel van de tong, wa, lippen.’
Verder komen er leuke taalgrappen in voor zoals gesnitkerd worden. De Zoet denkt in eerste instantie dat Orito de meid van een courtisane is, een begrip dat Orito niet kent. Als De Zoet dan in andere woorden vraagt of de handlangster van een hoer is antwoordt Orito met de wedervraag waarom een hoer een lange hand nodig heeft. Dit soort misverstanden is veelvuldig aan de orde.
De Hollanders komen er toch al niet zo goed vanaf. Mitchell laat twee Engelse zeelieden die zich opmaken voor de aanval op Deshima zeggen dat hun taaltje klinkt als het geknor van parende varkens. Iets verderop worden zij het westerse volk met minste scrupules genoemd. Zij zijn stijfkoppen, zegt De Zoet daar zelf over en hij lijkt zich daarmee rechtstreeks te richten tot Jan Peter Balkenende. Ik hoorde dat Obama dit boek laatst meenam op vakantie. Misschien is dat ook een idee voor onze voormalige minister-president.
Leuk dat je dit boek onder de loep hebt genomen. Ik ben dol op de boeken van David Mitchell en heb dit ook meteen gekocht toen het uitkwam. Ik vind het idd een prestatie zoals hij zich heeft ingeleefd in de VOC-tijd. Toch heb ikzelf nog altijd de beste herinneringen aan Wolkenatlas en Dertien (in het engels Black Swan Green).
BeantwoordenVerwijderen