Laat duizend bloemen bloeien
Mijn vorige bericht over het artikel van Kazin en de reacties daarop van zes nazaten roept in ieder geval bij mij enkele kanttekeningen op.
Wat is de functie van literaire kritiek? Die vraag leek niet afdoende beantwoord. Daarover nadenkend lijkt het mij dat die functie niet eenduidig is. Men kan verschillende doelen voorstaan: de lezer inlichten over een nieuw verschenen boek, dan wel een boek proberen te duiden in zijn maatschappelijke context. Misschien zijn dit twee uitersten en valt het eerste onder de noemer recenseren, namelijk het beoordelen van de kwaliteit van een boek en is het tweede, waarbij boeken ook met elkaar vergeleken worden, literatuurkritiek in de ware zin des woords. Daartussen bevinden zich mengvormen waarbij men verschillende boeken tegelijk recenseert, zoals debuten die in een voorbije periode zijn uitgekomen, het oeuvre van een schrijver bespreekt of boeken met hetzelfde thema of uit dezelfde landstreek.
Een andere vraag betreft de veranderende functie van de kritiek. In deze tijd waarin de communicatie op internet bloeit, geven steeds meer lezers hun mening over boeken. Daarnaast zijn er literaire sites en uitgeverijen die het lezerspubliek oproepen om beoordelingen te schrijven. Zo heeft uitgeverij Ailantus een club in het leven geroepen waarvan de leden het eerste hoofdstuk van nieuwe boeken kunnen lezen en de proef opvragen om te recenseren met als beloning het toesturen van het boek. De uitbundige groei in allerlei richtingen herinnert aan de slogan van de Chinese culturele revolutie.
De tijd dat we afhankelijk waren van enkele gezaghebbende geesten lijkt achter ons te liggen. Ik moet daarbij denken aan het Duitse programma Literarisches Quartett dat is nagebootst door Zeeman met boeken, een programma dat vanwege de onbegrijpelijke taal in Het sterkste meisje van de wereld belachelijk gemaakt wordt door Alex Boogers.
Ik denk niet dat de blogger tegenover de criticus geplaatst moet worden. Over het algemeen zal een journalist meer de kwaliteit bewaken, zoals ook gesteld werd in de commentaren op Kazin, maar er zijn ook diepgravende blogs. Ik denk in de eerste plaats aan die van Marc Reugebrink. Ik vond daarop een boeiend artikel uit 2008 waarin hij onder de titel De geboortelijkheid van de criticus ingaat op het Literarisches Quartet en wel op de presentator daarvan, Marcel Reich-Ranicki, die door Reugebrink wordt neergezet als dé literaire mandarijn bij uitstek, hét gezicht van de Duitse literaire kritiek, de beul van het beeldscherm, een soort Petrus aan de hemelpoort van de boekverkoop. Deze literaire bobo wordt in een boek van Martin Walser onderuit gehaald, omdat hij, in een tijd waarin God dood verklaard is, zich teveel op zijn eigen mening laat voorstaan. Hoewel het gezag van de literaire autoriteit is afgenomen en ieder zijn eigen idee heeft over wat mooi is, gaat dat volgens Reugebrink niet op voor ethische waarden.
Daarmee zijn we terug bij Kazin, die veel belang hechtte aan de ethische dimensie van de literatuur. Het is interessant om na te denken over de manier waarop die tegenwoordig aan de orde gesteld kan worden. Waarschijnlijk niet meer op deze wijze zoals Pankaj Mishra zou willen en door maatschappijkritische Chinese schrijvers wordt uitgeoefend, want die leven in een heel ander soort samenleving dan de onze. Depolitisering is misschien een noodzakelijke ontwikkeling in de westerse maatschappij. De manier waarop men inspeelt op het bewustzijn van mensen moet noodzakelijkerwijs een andere zijn dan in minder gedemocratiseerde landen. Hoewel altijd het gevaar bestaat dat kritiek wordt ingekapseld, blijft een onuitroeibaar streven bestaan naar waarheidsliefde en waarheidsvinding. Van dat laatste werd recent een mooi staaltje te zien in de documentaire Het zwijgen van Lou de Jong.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten