De titel zet ongetwijfeld op het verkeerde been, want het gaat niet over megastallen, maar over (auto)biografieën, het thema van de aankomende boekenweek. SLAA organiseert daarop vooruitlopend vanavond in de Balie een avond over de opkomst van de biografie. Als opwarmertje organiseerde zij in februari een wedstrijd onder het motto: Dit is je kans. Je kon in 400 woorden uitleggen waarom het onderwerp van je biografie een gebonden uitgave verdient. De bedoeling was een wervende tekst te schrijven. De vorm was geheel vrij. Zo kon je bijvoorbeeld de eerste en de laatste zin weergeven, een anekdote beschrijven, de levensloop in hoofdlijnen weergeven of een dag uit het dagelijks leven van de hoofdpersoon schetsen. Hieronder volgt mijn inzending in precies 400 woorden:
Mijn autobiografie krijgt eindelijk een kans!
De twaalfdelige romancyclus Lege huls die dertig jaar van mijn leven beslaat, begint op mijn twaalfde met de intrede in een internaat. Dat vormt het vertrekpunt van een leven vol moed en vooral angst.
In heb aan deze reeks tien jaar gewerkt, dagelijks na mijn vertrek uit het onderwijs in 1997. Ik zie nog precies voor me hoe de delen, waarvan sommige zelfs in twee ringbanden, op de kamertafel stonden. Ze namen de hele breedte van de tafel in beslag, maar er was nog genoeg ruimte voor de appeltaart die ik had gebakken en die ik, geluksvogel, samen mijn nog jonge kinderen en mijn vrouw met smaak verorberde. Mijn vrouw zei gelukkig niets. Misschien was ze opgelucht dat het project was afgelopen en dat ze niets meer hoefde te lezen; misschien was ik zelf nog het meest opgelucht omdat haar kritische opmerkingen over mijn complexe zinnen en de geringe rekening die ik met de lezer hield, mij altijd weer van streek maakten en ik mij manmoediger moest gedragen dan ik was om dat te verbergen. Onze kinderen zaten nog op de basisschool, aten taart en wisten nergens van. Ik schreef Lege huls tijdens de uren die zij op school zaten en stond altijd klaar om hen weer op te halen. Ik weet nog dat ik tegen ouders op het schoolplein met veel bravoure vertelde, dat ik het voor mijn kinderen schreef, dat die later precies zouden kunnen lezen wat hun vader had meegemaakt, maar in mijn hart wist niet of ik een schrijver was. Andere lezers gaven ook weinig bevestiging. Ze misten spanning in het boek. Ze wisten niet waar het verhaal naar toe ging. Zelfs oud-klasgenoten uit het internaat begrepen mij niet. Zij hadden een goede tijd gehad. Ik werd in die jaren verscheurd door innerlijke conflicten en raakte verdwaald. Het heeft lang geduurd voor ik weer de weg terug vond, geholpen door de nodige vriendinnen, die allemaal dachten het varkentje wel even te wassen en door hulpverleners met goedbedoelde adviezen. Ik heb mijn levensverhaal wel eens willen aanbieden als document humaine, als de geschiedenis van iemand die door de veranderde tijdsomstandigheden in de jaren zestig werd vermorzeld, maar het is er nooit van gekomen. Vandaar dat ik vijf jaar na de appeltaart, terwijl de banden in een keurige rij achter mij staan, deze kans met beide handen grijp.
Helaas behoorde ik niet tot de zes genomineerden. Ik ben benieuwd wat die ervan gebakken hebben en wie de gelukkige is die straks de gebonden uitgave in zijn of haar kast heeft staan.
in een gewoon gezin heb je dat ook
BeantwoordenVerwijderenzelfde omgeving, totaal andere beleving
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderen