Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



dinsdag 16 juni 2015

Drs. P : Niet van talent gespeend (2006), documentaire van Frank van Osch



Geïnteresseerde toeschouwer van de wereld, wars van privézaken

Drs. P was een vreemde eend in de bijt in het Nederlandse cultuurlandschap. Zijn, door hem zelf op de piano begeleide, liedjes werden niet tot de literatuur gerekend, maar tot de kleinkunst. Hij brak door met Dodenrit (1974) en stond daarmee, tot zijn eigen verbazing, opeens in de hitparade en was in het populaire popmuziekprogramma Toppop te zien. Ik zag hem daar als een wat wereldvreemde man met een sterke articulatie en een krakende stem die me nu aan Bram Moszkovicz doet denken.  

Aan het begin van de documentaire staat Heinz Polzer, zoals Drs. P in werkelijkheid heette, in zijn regenjas op het trapje van zijn Amsterdamse grachtenwoning en kijkt met de een gereserveerde, maar tegelijk ondeugende blik in de camera. Vervolgens zien we een brief aan de documentairemaker waarin hij hem waarschuwt voor een mislukking. Hij is namelijk niet iemand die zichzelf graag laat zien. Het leven is een schouwtoneel, waarin hij het liefst als geïnteresseerde toeschouwer aan deelnam. In de documentaire, die met liedjes als Veerpont en Dodenrit wordt opgefleurd, zegt hij zelf dat hij met zijn pseudoniem een muur opbouwde. Desondanks geeft het portret een aardige kijk op de Zwitser (Thun, 1919) die drie dagen geleden op 95 jarige leeftijd overleed.

Leden van de Amsterdamse Vereniging voor Zondagschilders leggen zijn beeltenis vast op doek of papier en geven meteen hun indruk weer, die uiteenloopt van ondeugend, wijs tot beschouwend. De heer in kwestie, die zichzelf te midden van het gezelschap een landschap voelt, vult dat aan met redelijk scherpzinnig, erg sceptisch, humoristisch en niet van talent gespeend.

Zijn vriend Ivo de Wijs begon ooit alles van Drs. P te verzamelen omdat hij wilde weten hoe Polzer dat nou deed. Hij toont de boeken in de kast die over dit fenomeen gaan en ook singles van zijn liedjes. Polzer, die met zijn carrière stopte voordat de aftakeling inzette, schreef volgens een streng rijmschema en bedacht eerst het einde dat sterk moest zijn. Hij was daarbij genadeloos voor zichzelf. De Wijs sprak nooit met Polzer over persoonlijke zaken. Dat is de afdeling Herman van Veen, zegt De Wijs. Polzer polste hem eens tijdens een bezoek om de waszak met diens auto naar de wasserij te brengen omdat hij het vervelend vond daarmee over straat te lopen. Het klapstoeltje waarop Polzer zat, was symbolisch voor zijn wereldbeeld.

Polzer vertelt dat hij een kind is van een Nederlandse moeder en een Oostenrijkse vader, dat zijn ouders scheidden toen hij drie jaar oud was en dat hij daarna naar Utrecht kwam. Hij toont het statige huis waarin hij met zijn moeder woonde, tegenover een baron die hij nooit gesproken heeft. Hij noemt zichzelf een enigszins zwijgzaam en bescheiden maar eigenzinnig kind. Bijzonder is dat hij de eerste jaren niet sprak. Zelf zegt hij daarover dat dit kwam door zijn aangeboren scepsis. Van Osch is zo dapper om daarop door te vragen en hoort over zijn argwaan ten opzichte van de mensheid en de geschiedenis die hem niet optimistisch stemt. Tijdens het bombardement op Rotterdam stond hij als corpsstudent belendende panden nat te houden. De angst en de schrik van zijn omgeving werden hem diep ingeprent. Zijn eerste literaire bijdrage Dolf en Ben ging over twee bijzondere vriendjes met een fanatieke oom die veldwachter was en leverde hem een gevangenisstraf van een half jaar op. Daar bedacht hij zijn eerste liedje over de platgebombardeerde Schiedamsedijk, waar altijd veel reuring was. Zelf bezocht hij alleen in Mexico een prostituee. Nieuwsgierigheid is nu eenmaal een machtige drijfveer, zegt hij daarover.    

Polzer bezoekt het Nederlands Theater Instituut en is onder de indruk van het archief dat over Drs. P bestaat. Hij komt het gedicht Ultraviolet tegen dat over het gevaar van de ultraviolette straling gaat en herinnert zich vaag dat hij dat schreef. Het meest tevreden is hij over het tegendraadse liedje Goed nieuws dat hij voor Ivo de Wijs schreef. Hij is blij dat iets gemaakt heeft dat nog wel even zal voortbestaan. Dood gaan vindt hij niet erg, het leven zou anders vervelend worden. De starheid van Polzer krijgt op het eind een barst als hij met zijn zeer geliefde vrouw Mieke een feest verlaat. Tenslotte laat deze bijzondere man toch iets van zijn kwetsbaarheid zien. Gegroet, Drs. P!

Hier een mooie opname van De zusters Karamazov uit 1993.

1 opmerking:

  1. Ik las later in de krant dat Polzer op zaterdag overleed. Waarvan akte.

    BeantwoordenVerwijderen