Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



woensdag 7 november 2012

Jacques Brel in Belpop, Canvas, 29 oktober 2012


Jacques Brel werd geboren in 1929 in Schaarbeek, Brussel in een Franstalig bourgeoisgezin.
Zijn grootvader was streng en somber, zegt zijn dochter Isabelle (1958). Zijn vader was mede-eigenaar van een kartonfabriek. Zijn andere dochter France (1953) zegt dat haar vader het muzikale van zijns moeders kant had. School interesseerde hem niet. Volgens neef Bruno verkleedde Jacques zich graag. Bij de humanistisch-katholieke jeugdbeweging Franche Cordée legde hij zich toe op zang en toneel. Hij ontmoette er Thérèse Michielsen ‘Miche’ met wie hij op in 1950 trouwde. Het paar kreeg drie dochters: Chantal (1951-99), France en Isabelle.

Zijn muziekcarrière begon met keurige liedjes op gitaar zoals Les deux fauteuils. Jacques voelde zich niet thuis in de kartonfabriek, zegt Isabelle. Hij stond voor de keus om kippen te houden of in de muziek door te gaan. Omdat hij geen kapitaal had, maar wel een gitaar, koos hij voor het laatste. Hij maakte Il y a en La foire (1953) en werd ontdekt door Canetti, de talentscout van Philips.

Hij vertrok naar Parijs waar hij, uitgedost als dandy, zijn liedjes in kleine zaaltjes ten gehore bracht. Men vond hem te braaf en te katholiek, maar Juliette Gréco was onder de indruk van hem en vertolkte zijn liedje Le diable (Ca va), hetgeen Brel naamsbekendheid opleverde.

In 1954 komt zijn eerste plaat bij Philips uit. Die wordt een flop. Brel is triest. Met Quand on n’a que l’amour (1954) krijgt hij een nieuwe kans en die wordt een groot succes. Brel deed zijn gitaar weg, haalde er begeleiding bij van onder andere pianist Gérard Johannest en accordeonist Corti. Vrouwen vonden Ne me quitte pas (1959) geen lied voor een man. Zelf hield Brel er ook niet van om door het stof te kruipen voor een vrouw, maar het nummer maakte hem onsterfelijk en werd veel gecoverd. Les flamantes (1959) bevat kritiek op de Vlaamse vrouw, die alleen geïnteresseerd zou zijn in geld en de kinderen. In Brugge mocht hij het niet zingen maar deed het toch, ondanks dat hij werd uitgefloten tot tweemaal aan toe. Hij haat voorzichtigheid, zegt Brel zelf. Als hoofdact in Olympia Parijs raakte hij van tevoren paniek, maar na een cognac en kotsen stond hij er. Hij bracht Madeleine en Les bigots (1961) met een enorme uitstraling, zegt France. Brel zwaaide op het podium met zijn armen uit angst en zweette zich dood. Optreden was elke keer weer een gevecht. Voor elk optreden moest hij kotsen.

Met Marieke en Mijn vlakke land (1962) kwam het Vlaams erin. Brel werd een zanger voor alle Belgen. Hij hield van het land met zijn dwaasheden en buitensporigheden. Hij was nergens thuis maar altijd op reis, als een fysieke behoefte. Optredens, soms meerdere per dag, liepen volgens hetzelfde stramien. Vijftien liedjes zonder applaus en daarna wegwezen zonder toegift. Brel had niet altijd succes. Soms stond er een gammele piano in een zaaltje, die het optreden vergalde. Hij zong L’ivrogne en was zelf een nachtbraker. Hij kon na een optreden niet slapen. Hij baseerde zijn liedjes op observaties. Jeff (1964) was de chef expeditie in de kartonfabriek, Marieke een bloemenverkoopster. Hij had een goede band met zijn lijfvriend Jojo. Zijn vrouw Miche en hun drie kinderen interesseerden hem minder. Hij was erg streng voor hen, zeggen Isabelle en France.

Amsterdam (1964) sloeg in als een bom in Olympia. Brel zong het daar tot drie keer aan toe, al geloofde hij zelf niet in het nummer. Het succes leidde tot tournees naar Canada, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, waar hij steeds werd onderbroken door een vertaler. Het was muisstil, maar op het eind kreeg hij een langdurige staande ovatie, waardoor het zelfs tot een toegift kwam. In juni 1967 gaf Corti er de brui aan, tot teleurstelling van Brel. Hij keerde zich tegen de muzikanten en stapte niet veel later zelf ook op. Vijftien jaar optreden was genoeg. De afscheidsreeks eindigde in Olympia met Les chansons des vieux amants (1967). Het publiek wilde niet opstappen. Ieder ging daarna zijn weegs zegt Johannest weemoedig.

Brel weet niet wat de toekomst brengt. Hij stapt in de musical De man van la Mancha. De Verenigde Staten ontdekten hem. Daarna speelde hij met wisselend succes in films en regisseerde er ook twee, waarvan de tweede, Le Far West (1973), erg flopte. Brel vindt troost in het zeilen. Hij wil met France de wereld rond, maar als ze op zijn boot komt bevindt zich daar ook een andere vrouw, Maddly Bamy, de toekomstige levensgezellin van Brel. Brel is geschokt door de dood van Jojo. Hij voelt dat alles verloren is. Een verkoudheid leidt tot griep en vervolgens tot kanker. Brel vecht niet, zegt France en trekt zich terug uit de relatie. Brel en zijn geliefde verblijven op een bounty eiland, waar Brel aan zijn laatste plaat Les marquises werkt.

In Parijs wordt hij opgejaagd door de pers. In het geheim oefent hij met de begeleiding bij Juliette Gréco. Johannest zegt dat Brel niet lang kon zingen. Ondanks zijn ademnood maakte hij grapjes. Hij bezong zijn doodsstrijd in Veillir (1977), haatte de showbizzwereld en wachtte samen met zijn geliefde op de dood. Brel overleed op 9 oktober 1978 op 49 jarige leeftijd in Bobigny, maar is nooit uit het leven verdwenen.        

Hier mijn favoriet Mijn vlakke land.

aangepast 17:07 uur. 

2 opmerkingen: