Dierbaar maar wat afstandelijk portret van zijn moeder.
Het verhaal, opgedragen aan zijn zieke vrouw, begint veelbelovend met een bezoek van de jonge Ethel en haar 80-jarige oudoom Soliman, een oom van haar meder Justine, aan de wereldtentoonstelling te Parijs. De oude heer is vooral geïnteresseerd in het paviljoen Frans-Indië en speciaal in een soort huis dat daar tentoongesteld wordt. Hij besluit om dit zogenaamde Paarse Huis voor zijn kleindochter te kopen en slaat het op op een stuk eigen grond in de stad met het plan om het daar later weer op te bouwen. Ethel en haar vriendinnetje Xenia gaan er vaak langs op hun wandeling naar het Ile des Cynges, een eilandje in de Seine dat uitziet op de Eiffeltoren, waar ze een eigen plekje hebben. Hoewel de ouders van Ethel veel ruzie maken, haar vader Alexandre een verhouding heeft met een zangeres en tegen de zin van zijn vrouw in regelmatig in zijn salon dure partijtjes organiseert, zwijgt Ethel daarover tegen Xenia, omdat ze weet dat haar vriendinnetje met haar Russische moeder en de armoede waarin zij leeft, grotere problemen heeft.
Daarmee hebben we het meest aansprekende deel wel gehad. In de rest van het verhaal gaat het tegen de achtergrond van de heftige redevoeringen van Hitler en de naderende oorlog, gestaag bergafwaarts met de familie: de oudoom overlijdt, de gezondheid van de vader gaat achteruit, net als diens financiële situatie waardoor Ethel wordt onteigend, de grond van de oudoom wordt verkocht en de plek waar ooit het Paarse Huis had moeten komen een wensdroom blijft.
Daarover spreken ook de volgens Ethel de onderaardse ruimtes die men tijdens de bouw van apppartementen op het terein vindt: ‘Ethel droomde van die ruimtes in de diepte, het beeld van haar oudoom kwam weer boven, alsof hij nog steeds aanwezig was in die onderwereld en zich verzette tegen de bouw van het appartementencomplex, tegen de onteigening vna zijn nichtje, tegen de opheffing van zijn Indische droom.’
Dit verhaal van de Nobelprijswinnaar 2008 blijft na een sterk begin teveel achter een gordijntje hangen. Het is komt niet veel verder dan een flets verhaal over een Parijs gezin dat door de oorlog wordt verdreven naar Nice en vandaaruit de bergen in, waar weinig meer is dan soep, zuur brood en hout voor de kachel.
Na de oorlog wil het Engelse en joodse vriendje Laurent Feld van Ethel, die zij al in de salon van haar vader leerde kennen, niet met haar naar mee het Ile des Cynges, omdat aan de overkant de Vél d’Hiv was, het wielerstadion, waar veel joden waaronder zijn tante Léonora verzameld werden.
De afstandelijke toon die in het verhaal sluipt is afwezig in de proloog, die heel zintuiglijk begint met de melk, het zout en het witbrood dat het meisje na de oorlog weer proeft. Terugkijkend concludeert de verteller dat de door hem te beschrijven honger een andere is.
Refrein van de honger is een eerbetoon aan de moeder van de schrijver, aan haar jeugd, waarin zij van jongs af aan veel te stellen had met haar ouders die zich gedroegen als egoístische pubers. Door hun geruzie en de financiële ineenstorting kreeg Ethel last van duizelingen en depressies en werd er een gat in haar geslagen, waar ze mee te leven had, maar waar ze sterker uit te voorschijn kwam.
Aan het einde luistert de schrijver naar de Boléro met met zijn dwingende ritme en crescendo. Dat herinnert de schrijver aan de ontroering van zijn moeder toen die deze muziek hoorde. Hij vindt het geen gewoon muziekstuk maar een profetie. ‘Het vertelt de geschiedenis van een woede, een honger. Als het in alle heftigheid eindigt, is de stilte die volgt verschrikkelijk voor de verdoofde overlevenden.’
Wellicht doelt hij met die andere honger op een een toestand van vrede na alle doorstane kwellingen.
(vertaald door Maria Noordman en uitgegeven te Breda in 2010)
Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.
Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.
Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.
Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.
Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.
In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.
Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.
Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.
Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.
Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.
In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten