Voordat ik inga op het non-fictieve Leer ons stil te zitten wil ik eerst nog aandacht vragen voor het vorige fictieboek van Tim Parks, dat over een antropoloog handelt, die veel lijkt op George Bateson. Parks zegt aan het begin van het boek dat hij elementen uit diens levensloop en geschriften gebruikte bij het creëren van het personage Albert James. Hun levens stemmen echter slechts op enkele punten overeen.
Het verhaal begint met John, de 24-jarige zoon van de antropoloog Albert James. John doet in Londen als student onderzoek in een laboratorium en heeft een leuke vriendin, Elaine, die actrice is, maar moet naar Delhi in India omdat zijn vader plotseling overleden is. Hij wil graag nog een laatste blik op Albert werpen, maar zijn moeder Helen, een ziekenhuisarts, weigert de kist te openen. Na de crematieplechtigheid keert John alweer gauw terug naar Londen, omdat hij met zijn moeder weinig contact heeft.
Hij krijgt in Londen een brief bezorgd, waarin zijn vader zich cryptisch uitdrukt, onder andere over dromen die hij heeft over zeeën en rivieren. John is platzak en leent geld van zijn grootmoeder, de moeder van Helen, die het ermee oneens is dat haar dochter zo ver weg zit. Ook in de familie van zijn vader is niet alles koek en ei. De broer van Albert heeft zelfmoord gepleegd omdat hij tegen de zin van zijn vader toneelschrijver wilde worden. Als John ziet dat zijn vriendin Elaine een verhouding heeft met de toneelregisseur en voelt dat ze de seks speelt, theatraal klaarkomt, keert hij terug naar Delhi om de dood van zijn vader nader te onderzoeken.
Inmiddels is daar ook de biograaf Paul uit Boston gearriveerd. De corpulente man heeft een biografie over Ghandi op zijn naam staan en twee echtscheidingen achter de rug. Hij wil graag een biografie over de vermaarde antropoloog Albert schrijven. Helen geeft daarvoor echter geen toestemming. De verhouding tussen hen is zodanig dat de lezer aanvoelt dat ze iets met elkaar krijgen, ook al vindt Helen Paul net zo’n lapzwans als haar broer.
De uit vijf delen bestaande roman zit vol verhaallijnen, personen en verwikkelingen, waarbij alternerend tussen zoon John en biograaf Paul geschakeld wordt. Ik kon hen soms moeilijk uit elkaar kon houden, omdat ze beiden op zoek zijn naar de doodsoorzaak van Albert, die aan prostaatkanker leed maar toch wel erg snel het loodje legde. Soms kijken we ook binnen in het huwelijk van Albert en Helen vanuit het perspectief van de laatste.
Dromen van zeeën en rivieren vond ik conventioneler en minder geraffineerd dan Buitenbereik of Europa. Terwijl in de laatste twee boeken de verhalen op ingenieuze wijze doorspekt zijn met innerlijke monologen, ogen die in dit boek minder soepel. Ik vroeg me af of ik te maken had met ouder werk dat Tim Parks nog op de plank had liggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten