Nauwelijks eer aan te behalen na verfilming door
Polanski.
Er bestaat een grote uitwisseling tussen verschillende
kunstvormen: boeken worden verfilmd of voor het toneel bewerkt. Dit is ook het
geval met Rosemary’s
baby . De bestseller van Ira Levin uit 1967 werd al een jaar later verfilmd
door Roman
Polanski met Mia Farrow als de getormenteerde zwangere vrouw in de hoofdrol.
Met die beelden nog scherp in het achterhoofd vroeg ik me af hoe daar nog met
een toneelstuk tegen op te boksen is, maar pFors, een nieuw
theaterplatform in Haarlem, doet een poging.
De effecten die in de film gemakkelijker de suspence
opwekken worden ook in de bovenzaal van de Stadsschouwburg uitgeprobeerd:
felrode lichten aan de zijkanten van het brede toneel en repeterende metalen klanken
geven een voorschotje op het komende onheil. Dat wordt nog versterkt door de naïeve
instelling van het jonge stel Woodhouse dat een gesplitst appartement betrekt
in de oude Havikshorst. Vooral Rosemary is meteen verkocht. Ze ziet grote mogelijkheden om
daar een gezinnetje te stichten. Haar man Guy, een aankomend toneelspeler, is
wat aarzelend. Hij moet nog zien dat hij aan de bak komt, maar Roos wuift zijn
twijfels weg. Het komt allemaal goed.
Het jonge stel wordt meteen al belaagd door de oudere buren
Minnie en Roman Castevet, die de vorige eigenaresse hebben gekend die daar is
overleden en zelf een drugsverslaafd meisje onder hun hoede hebben gehad, met
wie het ook slecht is afgelopen. Vooral de nieuwsgierige Minnie zet meteen haar
voet tussen de deur van haar nieuwe buren. Guy, die inmiddels een rol heeft
gekregen van een collega die plots blind is geworden, vindt dat prima. Een
beetje gezelschap kan geen kwaad.
Het is mooi zoals de vier personen vanuit de achtergrond steeds naar voren springen om hun eigen of een andere rol op zich te nemen.
Dat geeft veel vaart aan het stuk, dat af en toe aan niet al te belangwekkende dialoogjes dreigt te bezwijken. De video boven het toneel met daarop de
angstige blikken van Roos geeft een grotere intensiteit die nu eenmaal op het
toneel moeilijker is over te brengen.
Marijtje Overduin draagt het stuk met overtuigend spel. Mooi
wordt door haar de conceptie van Rosemary’s baby verbeeld, bovenop de tafel en
haar woede-uitbarsting aan het eind is een verademing. Roos is temidden van al die discutabele
personen tenminste iemand met een hart, al laat ze zich vaak overhalen door
haar man Guy om zich aan te passen, bijvoorbeeld om toch maar de kruidendrank te slikken die Minnie
voor haar bereidt op verzoek van de onbetrouwbare gynaecoloog Abraham Sapirstein. Guy zelf zit
tussen twee vuren in. Hij houdt van zijn vrouw maar wil ook het contact met de
buitenwereld, dat steeds meer uit een satanisch net gaat bestaan, goed houden.
Ik vraag me af of de keuze van dit stuk, dat het
toch vooral moet hebben van de suspence, gelukkig is geweest. Omdat de personages zich nauwelijks
ontwikkelen, valt er op het relationele gebied niet zo veel te verhapstukken.
Alles verloopt zoals verwacht: Roos zit steeds meer in de verdrukking, haar man
is onschadelijk gemaakt en de boze wereld kan zijn gang gaan. Volwassenen, die
een beetje door de hekserij heen kijken, worden toch wat teleurgesteld. Dat
gold al voor de film van Polanski en dus helemaal voor deze theaterproductie.
Jammer voor alle goede bedoelingen. Wellicht leent Una giornata
particolare zich beter voor een theatervertolking.