Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



donderdag 5 maart 2015

Nog even langs de fotograaf (2015), documentaire van Rudi Boon



Gevluchte Duitse fotografe legt portretten vast van joodse wijkgenoten

De Duitse fotografe Annemie Wolff (1906-1994) - voluit Anna Maria Wolff-Koller geheten - fotografeerde in 1943 haar joodse buurtgenoten in Amsterdam Zuid. Simon Kool stuitte twintig jaar na haar dood op de foto’s nadat hij in het archief van het Scheepvaartmuseum een paar mooie foto’s van de Amsterdamse haven in de tijd van de wederopbouw zag. Hij ging op zoek naar de onbekende fotografe en ontdekte dat ze leefde met een geheim.

Rechthebbende van de havenfoto’s was Monica Kaltenschnee uit Haarlem, die in de oorlog met haar ouders vlakbij Wolff in Amsterdam Zuid woonde. Monica ruimde na haar dood haar foto archief op en bewaarde dat in haar huis in Haarlem. Monica kende de familie van Annemie uit verhalen omdat ze vaak bij hen in huis kwam. Annemie was met haar man architect Helmuth Wolff naar Amsterdam gevlucht. Daar begonnen ze een fotostudio aan de Churchilllaan. Ze gaven het blad kleinbeeldfoto uit. In 1939 organiseerden ze in Arti et Amicitiae een tentoonstelling met werk van lezers, waaronder dat van prins Berhard die foto’s van Beatrix had ingestuurd. In de meidagen van 1940 schreef Helmuth nog dat de volgende lente weer als vanouds mocht zijn, maar na de capitulatie deed hij samen met Annemie een zelfmoordpoging. Dat gebeurde meer onder vluchtelingen. Alleen Anniemie overleede die. Ze zweeg over de doodsoorzaak van haar man.

In het Nationaal Archief is ze te vinden onder de noemer vrouwenlevens en dan onder koken en nog meer specifiek onder groente. Ze maakte namelijk ook foto’s van gerechten, maar dat niet alleen. Monica toont de Leica’s waarmee zij en Helmut fotografeerden. Helmut leerde het vak van Annemie. Ze vond het heel spannend om in hun donkere kamer te zijn.

Kool bekijkt de dozen die Monica heeft meegenomen. Instructies over de omgang daarmee had ze nooit gekregen. Ze zegt dat Annemie veel vernietigd had vanwege boosheid op de gemeente Amsterdam. Kool ontdekt tussen de spullen een kistje met honderd fotorolletjes met een kasboek vol namen en adressen. Het blijken portretten van joodse wijkgenoten die vanaf januari 1943 gemaakt zijn. Marga Minco schrijft hierover in Het bittere kruid. De zorgeloze, zelfbewuste gezichten lijken zich niet bewust van hun naderend einde. Volgens Kool zijn de portretten van Annemie een vorm van wraak op de Nazi’s. Ze vertelde er later nooit over, net als het zwijgen over haar man. Monica wist er niets van. Omdat Annemie op driehoog woonde, moesten de onderburen te vertrouwen zijn en dat waren ze blijkens brieven uit het archief in Den Haag ook. Na de oorlog kreeg Annemie zonder problemen het Nederlanderschap toegewezen.

Een genealogisch onderzoeker toont foto’s aan nabestaanden en geportreerden, zoals Berdi die in december 1942 geboren werd en in januari bij pleegmoeders werd ondergebracht. Deze zorgden zo goed voor haar dat de band met haar eigen moeder daar niet tegen bestand was. (Haar verhaal deed me denken aan dat van Anita Gans in Het jaar erna) Na de oorlog begon voor haar de oorlog, zegt Berdie. De Amerikaanse Rita Goldberg schreef een boek over haar moeder Hilde Jacobsthal die op 19 juli door Annemie in verpleegstersuniform werd geportretteerd (zie foto). Ze dook onder in de provincie, maar vertrouwde het daar niet, kwam terug naar Amsterdam en werd hysterisch toen ze zag dat haar ouders inmiddels weggevoerd waren. Rita zegt dat de ouders misschien een portret van Hilde hadden laten maken als herinnering aan haar. Overlevende Peter Kahn liet een pasfoto bij haar maken voor zijn valse identiteitsbewijs waarin hij Pieter Knaake heette.

De vraag blijft waarom Annemie de kasboeken bewaard heeft. Monica vindt het jammer waarom ze nooit meer vragen heeft gesteld, maar denkt dat Annemie er weinig over kwijt had gewild. Net als de moeder van Rita Goldberg kon Annemie een muur optrekken als het over zaken ging die wonden in haar hadden geslagen. In 1953 kreeg ze een brief van haar broer Heinz die voor Hitler had gevochten, in Rusland krijgsgevangen had gezeten en pas vrij was gekomen. Ze schreef hem een cynische brief terug en stortte zich op de toekomst. In haar geval de haven van Amsterdam, vol bedrijvigheid.

Hier de trailer op vimeo, hier de site van Stichting Annemie en Helmuth Wolff, hier mijn bespreking van Het jaar erna (2014).

  






Geen opmerkingen:

Een reactie posten