Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 4 januari 2014

Recensie: De bijbel voor ongelovigen (2012), Guus Kuijer



Bijbelverhalen toegankelijk gemaakt voor onwetenden

De getalenteerde kinder- en jeugdboekenschrijver Guus Kuijer heeft een nieuwe taak gevonden in het hertalen, zeg maar, van oude bijbelverhalen. In zijn Nawoord van De bijbel voor ongelovigen zegt hij dat hij in de schoenen gaat staan van een oude meester of juf die gloedvol over deze verhalen kon vertellen. Het verschil met hen is, zegt Kuijer, dat zij ongetwijfeld gelovig waren en dat hij dat niet is. Wat dat betreft had hij het boek beter De bijbel door een ongelovige kunnen noemen, denk ik.

Kuijer begint zijn boek dat Het begin Genesis als ondertitel heeft, met de schepping van de wereld door God. Hij vertelt vervolgens de geijkte verhalen in zijn eigen woorden na zoals over de Ark van Noach, de Toren van Babel en de put van Jozef uit het boek Genesis, die echter bij de jongere generatie onbekend zullen zijn.

Een vijftal vertellers nemen elk een gedeelte van het bijbelboek Genesis tot hun rekening, om te beginnen Adam. Door het hele boek heen zegt de verteller dat het belangrijk is om de stamboom van de voorvaderen uit het hoofd te leren, zelfs in omgekeerde volgorde. De wortels dienen erin gestampt te worden.

Vooral het scheppingsverhaal is lastig om te vertellen. Kuijer stelt een wat verbaasd rondkijkende God voor, zoals Martin Michael Driessen rond dezelfde tijd deed in zijn roman De vader van God. Het is flauw dat God zich alleen voelt, seks buitengewoon gezellig is en dat God niet zou weten wat water is. Kuijer neemt het woord dat werkelijkheid wordt wat al te letterlijk. Zijn toon is onvast, ook in het hoofdstuk waarin verteller Selach vertelt dat hij moe wordt van het gezeur van zijn vrouw, maar die wordt steeds beter.

Eerst komt nog Cham die vertelt over zijn vader Noach. De aartsvader wordt voorgesteld als een dwaze man van zeshonderd jaar oud, hetgeen niet ongewoon scheen te zijn in die tijd. De zoon helpt hem als enige van zijn broers met het bouwen van de ark, vooral om zijn vader van de drank af te krijgen.

Selach, de derde verteller, is de achterkleinzoon van Noah in de lijn van Sem, een broer van Cham. Deze verteller trouwt met Milka en wil een toren bouwen, net als Noach, om kennis op te doen, iets dat door zijn fanatiek gelovige vrouw veroordeeld wordt. Selach merkt al snel de spraakverwarring op die, na een teken van God door Milka ontvangen, ernstiger vormen aanneemt.

Goden en mensen zijn gewaagd aan elkaar. God schuwt zelfs het kwaad niet om het goede te bereiken. Er vindt zelfs een gevecht plaats tussen Jakob en God dat door Jakob gewonnen wordt. De God van Abraham, Isak en Jakob is een andere God dan die van de Kanaänieten of de Egyptenaren. De eerste komt uit Mesopotanië en bestaat niet, zoals de andere goden, uit een beeld, maar slechts uit een woord.

De tweespalt tussen gehoorzamen en opstandigheid zit er al vroeg in, al sinds Eva de vroomheid van haar zoon Abel verafschuwde. Deze twee krachten worden steeds opnieuw gesymboliseerd, ook door de zonen van Abraham, de gehoorzame Isaak en de opstandige Ismaël. Kuijer doet het voorkomen of de mens nooit verder was gekomen als hij God steeds gehoorzaamd had.

Sarai is de vierde en de eerste vrouwelijke verteller. Zij trouwt met Abram en gaat met hem en haar slaaf Hagar door het land van de farao’s naar Kanaän, terwijl Lot, een neef van Abram in het stad Sodom bij de Jordaan bleef, die later vernietigd wordt. Na de besnijdenis van Abraham en alle anderen jongens en mannen als teken van het verbond tussen God en de mensen doopt God hun namen om tot Abraham en Sara. 

Ben Omi, die door zijn vader Jakob Benjamin wordt genoemd, is de laatste verteller. Hij is de jongste broer van Jozef en een introspectieve geest. Hij laat aan de hand van het verhaal van Jozef die met Rachel en haar zus Lea trouwde, zien hoe jaloezie een allesvernietigende kracht in het leven vormt. Ook Sara werd erdoor verteerd nadat ze Hagar vroeg een kind te krijgen van Abraham.

De verhalen die vooral over de menselijke conditie gaan en de menselijke aard beschrijven, zijn levende voortbrengels van de menselijke geest, benadrukt Kuijer. Ze veranderen naargelang ze verder verteld worden. Iedereen voegt er iets bij of haalt er wat af, zoals dat gaat met doorvertellen. Kuijer heeft het niet van een vreemde. Hij geeft alle aartsvaders een menselijk, soms al te menselijk gezicht. Maar dat geeft niet. Op de eerste plaats is het belangrijk dat deze verhalen worden doorverteld, denk ik. Ze vormen onze levensbron. Guus Kuijer zet zich er voor in dit cultureel erfgoed te behouden. Onwetenden krijgen een kans zich aan de bron te laven. Inmiddels is een tweede deel uit dat vanaf Exodus tot en met Rechters loopt en verschijnt er dit jaar een derde deel. Kuijer heeft nog een lange weg te gaan, maar die is mooi en zinvol.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten