Oude Hollandse schrijver tot leven gebracht
Het is alweer negentig jaar geleden dat Louis Couperus (1863-1923)
op zestigjarige leeftijd overleed. Om zijn bestaan aan de vergetelheid te
ontrukken en zijn gedachtegoed op te poetsen heeft Bas Heijne een documentaire
gemaakt en een essay uitgegeven. In TROS Nieuwsshow wordt hij daarover ondervraagd
door Mieke van der Weij en Peter de Bie.
Van der Weij hoorde Heijne tijdens de presentatie van het boek
zeggen dat hij zich verantwoordelijk voelt voor de geestelijke nalatenschap van
Couperus.
Heijne zegt dat hij van Couperus veel geleerd heeft over
zichzelf en de wereld. Achter diens gevestigde reputatie als dandy schuilt een scherp
observerende, worstelende en snoeihard oordelende schrijver, die vragen stelt
die Heijne zich ook stelt.
Couperus verbergt achter een facade een diepere laag, waarin
hij persoonlijk bezig is met de vraag wat hij in het leven te zoeken heeft en
wat een goed leven inhoudt. Hij werd geboren in een veilige statische wereld
maar die raakte uit het zicht door het verdwijnen van God en de afstand van de koloniën.
In zijn meesterwerk De Stille Kracht (1900)
kijkt hij onbevangen en onopgesmukt naar de wereld en stelt hij scherpe en
eerlijke vragen.
Van der Weij brengt zich maniërisme naar voren, maar vindt
zelf ook dat Couperus meer is dan dat.
Heijne zegt dat Couperus, rusteloos als hij was, zich
doodwerkte en zelden in Den Haag was. Hij maakte sommige boeken mooi om de
grauwheid van de wereld te overstijgen. Zijn debuutroman Eline Vere (1889) is net zo scherp als De avonden van Reve.
Van der Weij vraagt naar zijn ervaringen voor de documentaire
in Indonesië. Hij bezocht onder andere de residentie van Van Oudijck uit De Stille Kracht.
Volgens Heijne was Couperus radicaler was in zijn kritiek op
het koloniale bewind dan Multatuli. Terwijl de laatste activististischer was en
de slechte behandeling van de werkers aanklaagde, verwierp Couperus het hele koloniale
systeem. Heijne vergelijkt dat met het huidige bankwezen. Net als bankiers
zaten de machthebbers opgesloten in hun visie. Couperus keek er doorheen.
Op een bepaald moment is hij in de documentaire in short te
zien, zegt Van der Weij.
Heijne antwoordt dat hij niet vanuit een traditioneel
academisch oogpunt naar Couperus kijkt, maar vanuit zijn eigen ervaring. In
zijn columns in de NRC probeert hij zelf door het nieuws heen te kijken. De
vraag wat hem motiveert is niet altijd gemakkelijk maar maakt het leven wel
interessanter.
Van der Weij vraagt hoe hij het einde duidt van De Stille Kracht.
Volgens Heijne gaat resident Van Oudijck kapot aan zijn
rationele benadering van de problemen. De mekkaganger die vaker in het boek
verschijnt staat symbool voor mystieke kracht en het idee dat niet alles in het
leven te begrijpen is. Dat geldt niet alleen voor Indië maar is een menselijke
ervaring die tijdloos is. Van oude mensen,
de dingen die voorbij gaan (1906) is nog steeds gewaagd, zoals de zinsnede over
een vieze oom die alle seksuele varianten kende:
‘Hij stelde zich schadeloos, door warmpjes tegen Lili zijn
knieën te leunen en haar frisch lichaam aan te voelen... Zijne oogen troebelden.’
De erotiek spat eraf zegt Wouter de Koning hier
in een brief aan Orlow Seunke over een nieuwe verfilming van De Stille Kracht.
Heijne maakte samen met Jan Louter de documentaire Louis
Couperus - niet te stillen onrust, die op 1 oktober wordt uitgezonden in
het Uur van de Wolf, en hij schreef het essay Angst en schoonheid, Louis
Couperus, de mystiek der zichtbare dingen, dat vorige week verscheen. Hier
het leesfragment Lezers uit het begin
van het boek.
Hier de
biografie van Louis Couperus door F.L. Bastet uit 1987 in de DBNL.