Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



woensdag 28 mei 2014

Filmrecensie: Violette (1978), Claude Chabrol



Depressieve jonge vrouw op zoek naar geborgenheid

Claude Chabrol verfilmde op fascinerende en sfeervolle wijze, soms met snelle wendingen, het levensverhaal van Violette Nozière. Deze jonge Parisienne kwam uit een arbeidersgezin, vergiftigde haar ouders en bestal hen. Ze werd eerst ter dood veroordeeld, daarna werd haar straf omgezet in levenslang en tenslotte kwam ze vrij, trouwde en kreeg vijf kinderen.

Het verhaal begint met Violette die, met haar onafscheidelijke brede hoed (zie foto), het ouderlijk huis verlaat voor een rendez vous met een man in een hotel. Haar vriendin Maddy is van hetzelfde laken een pak. De meiden ergeren zich in het café aan de politieke discussies over de komende Tweede Wereldoorlog en versieren liever een standbeeld van een man met lipstick. Hun ouders weten niets van hun bezigheden en denken dat hun dochters op school zitten. Violette kruipt bij thuiskomst vaak meteen achter haar bureautje.

Haar moeder Germaine vindt tijdens het schoonmaken liefdesbrieven van een oudere heer en is blij voor haar dochter. De heer die op de bijgevoegde foto staat, monsieur Émile, lijkt haar een goede partij voor haar dochter. De problemen beginnen als de huisarts syfilis bij Violette constateert. Een klant van Violette, Pierre, die medicijnen studeert, denkt dat het ook erfelijk kan zijn. De vader van Violette kan daar inkomen. Een familielid kan de ziekte meegenomen hebben uit Arabië. Hij slikt de medicijnen die de dokter heeft voorgeschreven en die Violette, die kennis zou hebben met diens dochter Janine, heeft meegenomen.

Violette heeft een kleptomanische aard. Ze probeert van haar klanten te stelen en ook van haar ouders. Haar moeder ziet een keer dat ze geld uit de portefeuille van haar man haalt maar Violette zegt dat het eruit viel. Een klant die in bed ligt en merkt dat ze geld uit zijn portefeuille haalt zegt dat hij haar gerust wilde betalen. Haar geldzucht heeft nog geen gevolgen, al bekoelt de liefde van haar moeder ten opzichte van Violette wel.

Als Violette kennis krijgt aan Jean Dabin, die veel op reis is en slecht bij kas zit , wil zij wil hem graag helpen. Ze vraagt geld aan monsieur Émile en later steelt ze het spaargeld van haar vader. De ouders willen dat Violette namens hen een brief schrijft aan haar weldoener met de vraag of hij haar wil trouwen, maar loopt weg. Ze besluit na een wanhopige nacht haar ouders te vergiftigen. Haar vader sterft, haar moeder wordt in het ziekenhuis opgenomen.

Tegen de politiecommissaris doet ze het voorkomen dat haar vader haar seksueel misbruikte en dat ze daarom tot haar daad gekomen is. Haar moeder wil tijdens de rechtszaak niets van vergeving weten. Een psychiater zegt dat Violette een denkbeeldige vriendin verzon en ook andere leugens verspreidde.  

In een flashback zien we de manier waarop ze de moord t in het werk gesteld heeft. Naast veelvuldige nachtmerries zijn er ook flashbacks uit de periode dat Violette nog een klein meisje was en bij haar oma werd ondergebracht. Ze luisterde naar hun gevrij en dacht dat haar ouders een geheim hadden.    

Isabelle Huppert speelt de rol van Violette met veel overtuiging. Deze ongenaakbare, getormenteerde vrouw weigert in te gaan op voorstellen van mannen die haar langs de weg zien. Ze heeft veel behoefte aan liefde en geborgenheid maar kan niet kan vinden. Het is de vraag of ze haar trauma’s ingebeeld heeft of dat ze werkelijk in de steek gelaten is. Chabrol lijkt voor het eerste te kiezen, maar zoals vaker in het leven liggen leugen en waarheid dicht bij elkaar.

Hier de trailer

dinsdag 27 mei 2014

A Brand new politics, The Huffington Post, november 2013



Verbondenheid tussen mensen mogelijk

Begin november 2013 interviewde Medhi Hasan van The Huffington Post in een café in Londen Russel Brand over zijn ideeën over de revolutie. Dit naar aanleiding van een eerder interview, eind oktober, in BBC’s Newsnight van Jeremy Paxman met Brand, waarin zich nogal wat communicatieproblemen voordeden. Terwijl Paxman gelooft in de traditionele parlementaire democratie wijst Brand hem op het onvermogen om de ondergang van de aarde, de uitbuiting van een groot deel van de wereldbevolking en het creëren van een onderklasse te voorkomen.

Russell Brand (1975) is een controversieel stand up comedian die een moeilijk leven achter de rug heeft, maar door transcendente meditatie evenwicht in zichzelf probeert te vinden.
In een nogal duister zaaltje neemt Brand plaats in een fauteuil maar zet zich al gauw in een lotus positie. Hij praat heel druk, gedraagt zich als een opgewonden standje (stand up), maar zijn boodschap is net als in het interview met Paxman gemeend.

Op de vraag of hij links is antwoordt Russell dat hij zichzelf niet wil labellen en zich ziet als een individu. Volgens een vriend die het communisme bestudeert heeft, is dat uiteindelijk een stelsel van samendelen. Hij verwijt de conservatieven dat ze alle macht aan zichzelf houden in een systeem dat het egoïsme bevordert en hij bepleit een globale agenda om de armoede in de wereld uit te bannen. Geheel volgens de denkbeelden van Occupy dienen de superrijken in te leveren.

Hasan draagt aan revolutie verwante begrippen aan als gulags en deathcamps, maar Russell is volstrekt geweldloos zegt hij. Hij heeft Marten Luther King en Ghandi als voorbeelden van burgerlijke ongehoorzaamheid. Het gaat hem om een revolutie van het bewustzijn.

Stemmen doet hij niet, zegt hij weer, net als tegen Paxman, omdat het niet werkt, een doekje voor het bloeden, zouden wij in Nederland zeggen. De bevolking verdient ook meer dan alleen stemvee te zijn en gehersenspoeld te worden met brood en spelen. Conservatieven en Labour is een pot nat. Politici zijn schaduwen op de muur, het gaat om echte ideeën. Ook Barack Obama is een administrator, beter dan George Bush maar verder irrelevant. Hijzelf is geen politicus, dat is ook wel te zien aan zijn ludicrous conduct, zegt hij, draaiend in zijn stoel. Een politicus moet dienstbaar zijn.

Hij heeft een sterk spiritueel besef dat hij voedt met transcendente meditatie. Daardoor kan men afstand nemen van egoïstische verlangens, zoals hij die ook wel kent. Ondanks zijn rijkdom kent hij de andere kant van de looking glass. Hij is arm opgegroeid en kende veel problemen waaronder een verslaving aan alcohol en drugs. Verslaafden dienen niet gecriminaliseerd maar geholpen, omdat ze moeite hebben het leven aan te kunnen.

Hulpvaardigheid is ook vereist om de planeet te redden. Zijn bekommernis om Moeder Aarde lijkt op die van astronaut Wubbo Ockels, die zich de verbondenheid van ons wereldbewoners gewaar werd toen hij vanuit de ruimte naar dat fascinerende bolletje keek en zich tot zijn recente dood inzette om het bewustzijn daarvan over te brengen.

Tegen het einde van het gesprek is er ruimte voor de (donkere) zaal om vragen te stellen. Russell zegt geen prediker te zijn van een speciale weg, maar vindt dat iedereen zijn eigen pad moet gaan. Mensen hoeven niet te veranderen of beter te worden, maar mogen zijn wie ze zijn. Don’t get distracted, zegt hij. Tolereer geen vernedering. Hij roept op tot verzet en is optimistisch over verandering omdat onze samenleving uiteindelijk bestaat uit individueel bewustzijn en de voorwaarden voor een andere leefstijl aanwezig zijn. 

Het zijn de oude jaren zestig ideeën, verder ontwikkeld door de New Age beweging, die Russsell inblaast maar het is mooi dat iemand dat weer eens doet. Mooi en belangrijk. Belangrijk en nodig. Nodig en urgent.

Hier het tien minuten durende interview van Paxman met Brand in Newsnight.  

maandag 26 mei 2014

Lieve Joris wint de Bob den Uyl Prijs, VPRO-Boeken, 25 mei 2014



Lieve Joris veroverde de wereld en straks misschien ook nog Neerpelt

Bob den Uyl (1930-1992) was een schrijver van reisverhalen met een bijzondere sfeer. Helaas is deze eigenzinnige melancholicus te vroeg overleden. Hij wordt jaarlijks herdacht met een prijs die naar hem vernoemd is. Dit jaar waren de genomineerden voor het beste Nederlandstalige reisboek uit het afgelopen kalenderjaar in alfabetische volgorde:

Joris van Casteren – Het been in de IJssel
Marcel van Engelen – Het kasteel van Elmina
Raoul de Jong – De grootsheid van het al
Lieve Joris – Op de vleugels van de draak
Rudi Rotthier – De naakte perenboom.
Laura Starink – Duitse wortels

Wim Brands heeft ook andere bundels van Lieve Joris op tafel liggen. Hij zegt tegen de winnares, die hij eerder dit seizoen al sprak over Op de vleugels van de draak, dat er sprake is van een soort oeuvreprijs en of zij zich haar eerste buitenlandse reis nog kan herinneren.
Lieve (1953) vertelt over de reis naar een Zwitsers kamp in haar jeugd. Haar vader zette de kinderen op de trein in Leuven, omdat hij Brussel met de auto niet in durfde. Als journaliste van de Haagse Post diende ze verzoeken in om andere landen te bezoeken. Haar moeder was bezorgd maar dat was een kwestie van wennen.

Brands vraagt wanneer het verlangen om te reizen ontstond.
Lieve vertelt dat ze werd geboren in een tijd waarin er naast de vrije liefde een collectief verlangen om te reizen bestond. Dat was beter dan in Neerpelt achter de kinderwagen te lopen. Haar zus Ria was drieëntwintig toen haar moeder vreesde dat ze zou overschieten. Lieve was de eerste in het gezin die met de traditie brak.

Brands wil weten hoe die reizen ontstonden, want ze deed dat niet altijd in opdracht van de HP.
Lieve vertelt dat ze halftime voor de HP werkte, maar eerder, rond haar twintigste, een paar jaar in de Verenigde Staten woonde waar ze verliefd werd op een Palestijn die haar Libonan en Syrië liet zien. Tijdens een later bezoek aan de Golfstaten wilde ze Midden Oosten specialist worden, zich in de Arabische wereld verdiepen waar ze zich veel vrijer voelde en vergeten waar ze vandaan kwam. Later kwam ze daarop terug. Ze ging terug naar Neerpelt en werd geboeid door haar heeroom die in Congo werkte. Samen wandelden ze langs het kanaal, haar heeroom brevierde en vertelde haar over de Congoboot die hem naar Afrika vervoerde en over de zwartjes op hun blote voeten. Hij kon mooi vertellen, verzon ook verhalen, net als zij zelf doet omdat mensen toch geen beeld hebben van wat zich elders afspeelt.

Brands wil weten hoe zij zich in Congo een weg baant. Hij brengt V.S Naipaul ter sprake die uit India wegging om elders een plek te vinden waar hij zich thuis voelde.
Lieve zegt dat ze een tijdje met hem optrok in Trinidad en in Amsterdam, dat Naipaul een moeilijke man was, maar ook lankmoedig. Tijdens zijn reizen verkende hij alles wat in hem omging. Hij was hard voor zichzelf en voor zijn omgeving en bracht haar af van haar naïeve opstelling over haar functie in de wereld. Hij wilde dat men zich niet als slachtoffer zag maar als een persoon die iets maakt van de omstandigheden waarin men geboren is. Ook de Pool Kapuscinski leerde ze kennen. Dat was in de moeilijke jaren tachtig. Hij was minder gekwetst dan Naipaul, groeide op in een gekoloniseerde plek en voelde zich in Afrika gelukkig. 

Brands vraagt of zij niemand kan zijn.
Niet meer in de hoofdstad van Congo maar nog wel op het platteland, waar ze weer argwaan zal moeten overwinnen om samen te zijn met de bevolking. Afrikanen die handelen met Azië hebben geen last van hun slachtofferschap, zo schrijft ze in Op de vleugels van de draak. Ze hebben afstand genomen van het westerse paternalisme. Lieve beziet hun ambities door de globalisering tegenwoordig met andere ogen. Tegenwoordig wendt Afrika zich zelfs weer tot het Westen voor expertise die de Chinezen niet bezitten.

Brands vraagt zich af of Lieve met haar verhalen in Neerpelt zal eindigen.
Lieve geeft toe dat ze haar hele leven ergens omheen gedraaid heeft en dat ze haar schaamte daarover wil overwinnen met stijl, namelijk door er met afstand over te schrijven. Wellicht gaat ze straks stilzitten en nadenken over de verhouding schaamte en stijl in verband met haar eigen innerlijk landschap. Ze komt nog wel in Neerpelt omdat ze met een zus die het syndroom van Down heeft een huisje in de buurt huurt. Met de auto gaat ze er niet heen. Haar vader heeft het wat dat betreft verder gebracht.  

zondag 25 mei 2014

Theaterrecensie: Ashes to ashes, Harold Pinter, Toneelschuurproductie, 24 mei 2014



Beklemmende eenakter over menselijk onvermogen om elkaar te bereiken

In een van zijn laatste toneelstukken Ashes to ashes uit 1996 toont Harold Pinter (1930-2005) opnieuw de broosheid van ons menselijk bestaan. In de gecondenseerde vorm van een huwelijksrelatie wordt de onmogelijkheid om elkaar te bereiken getoond. Hoewel er af en toe in de Bovenzaal van de Toneelschuur een lach opklinkt is de inhoud somber. Als we niet snel andere manieren vinden om onze sociale relaties anders vorm te geven, dreigt de ondergang van onze beschaving.

Het begint heel onschuldig met Our house van The Beatles, al verraadt de houding van Rebecca (Jessie Wilms) en Devlin (Sander Plukaard) niets veel goeds. Rebecca zit vooraan op het toneel, met haar benen naar voren en naaldhakken aan haar voeten niet meteen een toonbeeld van zedelijkheid, Devlin slaapt achterin met alleen een onderhemd aan op de vloer van houtsnippers. Terwijl Rebecca hem vertelt over een heftige sadomasochistische ervaring met een andere man, kleedt deze onmachtige zich langzaam als een Engelse gentleman.  

Devlin wil alles van Rebecca weten, niet zozeer hoe de minnaar haar bijna heeft gekeeld, maar hoe hij heette, hoe hij eruit zag, hoe lang geleden het was dat zij met hem was, want voor Devlin maakt het een groot verschil of de seksuele verhouding zich heeft afgespeeld voor of na hun huwelijk. Rebecca (what’s in the name?) blijft steken in droomachtige vertellingen: visioenen van deportaties en verdrinkingen. Haar minnaar speelde daarbij een bedenkelijke rol als gids, maar zij voelde zich niet slecht als zij samen een fabriek (!) bezochten waar men de petten voor hen afnam.

Terwijl Devlin met al te logische vragen duidelijkheid probeert te krijgen en de minnaar probeert voor zich te zien, lijkt Rebecca hem niet te horen, al schreeuwt hij haar razend toe. Ze heeft haar eigen preoccupaties. De twee zijn ondanks hun verschillende instelling aan elkaar gewaagd. Met echo’s worden hun stemmen kracht bij gezet, Rebecca probeert Devlin seksueel te overmeesteren of weet hem in zijn houding te verstarren, Devlin duwt zijn vuist in Rebeca’s gezicht om die te laten kussen, net zoals haar minnaar deed. Het loopt zelfs uit op een gevecht. 

Niet dat dit huiselijk geweld iets oplost. De twee gaan gewoon verder, al verdwijnt Devlin tijdelijk achter het grote scherm op de achtergrond dat een plantenwereld verbergt. Het is mooi bedacht dat Rebecca met hem in contact probeert te treden, terwijl zijn schim tussen de kleurloze varens af en toe zichtbaar wordt. Als hij weer terug is, zingen ze samen heel fraai a capella: Ashes to ashes, dus to dust, if women don’t get you, the liquor must, want het zijn liedjes die hen verbindt.

Taal draagt bij aan de verwarring tussen Devlin en Rebecca, bijvoorbeeld over het begrip eindigen, of dat eenmalig is (Devlin) of steeds opnieuw kan (Rebecca), bijvoorbeeld in een relatie (!). Ook de aard van de werkelijkheid is niet eenduidig: heeft een schrijfpen ouders heeft of niet? Haarkloverij is niet aan de orde. In de kunst, zei Pinter tijdens zijn lezing bij het aanvaarden van de Nobelprijs voor Literatuur in 2005, bestaat er geen waarheid of onwaarheid. Anders dan in de politiek heeft iedereen zijn eigen waarheid. In de kunst bestaan er meerdere werelden naast elkaar.

De lichte Vlaamse tongval van Jessie Wilms geeft diepte aan haar wanhoop, die heel tastbaar is als ze een sirene hoort en hoopt dat die voor haar klinkt omdat ze daarmee wordt opgemerkt. Opgelost is er tenslotte weinig, hetgeen de poster duidelijk maakt, waarna het stel terugkeert naar de beginpositie, alleen ligt Rebecca dan naast Devlin, eerst nog met haar rug naar hem toegekeerd, maar dan toch maar naar zijn rug toegewend.

In de regie van de pas afgestudeerde Olivier Diepenhorst die eerder al tekende voor Berenice, meewerkte aan Caligula en met Ashes to ashes toetreedt als vaste kracht van Toneelschuurproducties, werd de onmogelijkheid van de moderne mens om vrede te vinden in een barbaarse wereld pijnlijk duidelijk. Wie om zich heen kijkt, op de televisie beelden ziet uit Oekraïne of het circus rond de Europese verkiezingen zal dit vandaag beamen. Om te ontkomen aan de ondergang moet er meer gebeuren dan een wat andere zetelverhouding in het Europees parlement.  








zaterdag 24 mei 2014

Over de Four Freedom Awards, ingesteld door president Franklin D. Roosevelt



Malala deelt in de erfenis van Roosevelt

Vandaag zijn in Middelburg de Four Freedom Awards uitgereikt, vier prijzen met één overkoepelende. De Award voor Vrijwaring van vrees was voor de zestienjarige Pakistaanse Malala Yousafzai (zie foto) die zich, vanaf de aanslag die twee jaar geleden op haar gepleegd werd, onophoudelijk inzet voor onderwijs aan meisjes. Hieronder meer informatie over de totstandkoming van de prijs.  

Op 6 januari 1941 sprak de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt (1882- 1945) zijn legendarische State of the Union uit voor het Amerikaanse Congres waarin hij opkwam voor vrijheid van meningsuiting, godsdienst, gebrek en vrees. Het was te meer verrassend omdat Amerika niet verder keek dan zijn neus lang was en nog niet betrokken was bij de Tweede Wereldoorlog. Na zijn dood bleef zijn vrouw Eleanora voorvechtster van de opname van de Four Freedoms in het handvest van de Verenigde Naties.

Roosevelt was president van 1933 tot 1945. Met de New Deal zorgde hij voor werk in de tijd van de Great Depression. Het ging daarbij om hulp, herstel en hervorming. Paradepaardje was het TVA project in het dal van de Tennessee rivier. Door het bouwen van de Fontana Dam bestreed men overstromingen en erosie en verschafte men het Zuiden van elektriciteit. Er werkten 200.000 mensen aan de dam. Eromheen ontstond een stad.
Wendell Wilkie verzette zich tegen de levering van goedkope elektriciteit door de overheid, omdat zijn eigen private onderneming uit de markt werd geprijsd. Hij verkocht zijn maatschappij aan de TVA en ging in de politiek. Hij werd in 1940 de Republikeinse presidentskandidaat, maar verloor van Roosevelt, die als marineman in de oorlogsjaren het vertrouwen van het Amerikaanse volk kreeg. Nog steeds zijn de meningen in de Verenigde Staten over een private dan wel een publieke oplossing van problemen verdeeld. Tijdens de verkiezingen in 2012 laaide het debat weer hoog op, ditmaal tussen Romney en Obama.

De Four Freedom Awards wordt vanaf 1982 afgewisseld uitgereikt in Middelbrug en in New York. In Middelburg vindt de uitreiking plaats in een abdijcomplex dat plaats biedt aan zevenhonderd genodigden. De prijs bestaat uit een hoofdprijs en vier deelprijzen. In 2008 kreeg Richard von Weizsäcker de hoofdprijs en waren de prijzen voor de vrijheid van vrees voor War Child, die voor de vrijheid van gebrek voor Jan Egeland, directeur van de Human Rights Watch, die voor de vrijheid van meningsuiting voor Lakdar Brahimi, vertegenwoordiger voor de VN voor Afghanistan en Irak, en die voor de vrijheid van godsdienst voor theologe Karin Armstrong.

Elisabeth, achterkleindochter van Roosevelt reikte in 2008 in Middelburg de prijzen uit. In haar inleiding zei ze dat het eenvoudig lijkt om tolerant te zijn en begrip te hebben, maar dat de schijn bedriegt. Vervolgens werd het lied Alle Menschen werden Brüder gespeeld en gezongen. Willemijn Verloop, directeur van War Child, zei in haar dankwoord dat het War Child gaat om het doorbreken van angst en haat bij kindsoldaten en ervoor te zorgen dat ze een vak kunnen leren waarmee ze zich in het levensonderhoud kunnen voorzien. Karin Armstrong wilde graag meewerken aan het scheppen van een globale gemeenschap waarin harmonie heerst en wederzijds respect. Richard van Weizsäcker noemde 8 mei 1985 in de Bondsdag de dag van de bevrijding van het nationaal-socialisme. Hij is het geweten van de natie. Bij de val van de Muur prees hij de moed van de Oost-Duitsers en hij benadrukte de vredelievende bedoeling tijdens de vereniging van de Duitslanden. Hij geeft adviezen en bestrijdt vreemdelingenhaat. In 1990 kreeg hij daarvoor al de Geuzenpenning. In zijn dankwoord zei hij dat er geen einde komt aan de geschiedenis. Het idee van Roosevelt om behalve de vrijheid van meningsuiting en godsdienst ook de vrijheid van gebrek en angst te noemen getuigde van een vooruitstrevende visie. Het gaat ook om een rechtvaardige economie, ook al is de werking daarvan moeilijker vast te stellen dat bij de eerstgenoemde vrijheden. Ook persoonlijk is hij blij met de prijs. Op zijn achtentachtigste is hij gelukkig dat zijn generatie zich inzet voor een betere toekomst.

Hier een overzicht van de prijswinnaars. Bron van dit artikel is een NOS - uitzending over de uitreiking in 2008 en de uitzending van Andere tijden over Roosevelt op 4 november 2012.

Aangepast op 25 mei 2014 om 12:40 uur.