Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



dinsdag 4 september 2012

Het België van Annelies Verbeke, VPRO-televisie, 2 september 2012


Onbenullige zoektocht naar de Waal.

Ik heb al eerder mijn bezwaren kenbaar gemaakt tegen documentaires waarbij de kijker in de weg gelopen wordt door een in het beeld staand persoon, maar het schijnt inmiddels algemeen gebruik te zijn om op die manier documentaires te maken. Programmamakers denken misschien op die manier meer kijkers te vangen. Alweer een uitwas van het cijferfetisjisme, dat om de televisie heen hangt. De VPRO is niet te beroerd om met deze trend mee te doen, loopt er zelfs mee voorop.

In de nieuwe serie, Het België van…, bijt schrijfster Annelies Verbeke (1976) de spits af. Ze is een Vlaamse uit Londerzeel, woont in Gent en gaat, onder het motto dat de Belgische identiteit niet bestaat en dat zoiets vrijheid schept, naar Wallonië, dat ze niet kent. Ze heeft zelfs geen Walen onder haar vrienden. Op zoek naar de Waal, luidt de titel van haar tocht. Ze ziet er tegen op omdat ze nauwelijks Gents spreekt, laat staan Frans. Om het avontuur te vergroten gaat ze liftend.

De verschillende liftgevers vinden dat de tegenstellingen tussen Vlamingen en Walen opgeklopt worden. Een van hen is een Vlaming die al twintig jaar in Wallonië woont. De laatste brengt haar naar Charleroi, de industriestad in verval. De Waal Carolo bedacht een tour door de stad, naar de buik van het industriële monster. Ze klimmen samen de steenkoolbergen op. Annelies heeft er niet zoveel over op te merken. Ze raakt niet gedeprimeerd.

Ze stelt zich vervolgens aan de zijde van Pascal Verbeken, die in een wasserette meer van de inwoners aan de weet probeert te komen. Ouderen kijken vaak met melancholie naar het verleden, zegt hij. Vroeger kwamen er arme Vlamingen naar hun stad, inmiddels zijn de verhoudingen omgekeerd. Een delinquent aan met een enkelband zegt dat hij, als dat kan, op het Front Nationaal gaat stemmen. Annelies staat er wat verloren bij. Ze stamelt tegen Pascal dat de crisis misschien ook iets goeds brengt.

Ze wil naar een carnaval in het nabijgelegen Binche, maar drinkt zichzelf eerst moed in temidden van de werklozen in een café. In de vroege ochtenduren worden de Gilles uitgedost, mannen verkleed in bijzondere kostuums, een traditie waarmee de winter verjaagd wordt. Ze krijgen stro onder hun kostuums gestopt, gaan bij elkaar op bezoek en delen later fruit uit tijdens de carnavalsoptocht (zie foto). Annelies houdt het al gauw voor gezien.

In Luik, de stad van Georges Simenon, bezoekt ze een boekhandel. Ze vraagt een naar boek van Simenon, maar geen Maigret, waar hij er zo’n vierhonderd van schreef en daar beroemd mee werd. De verkoper raadt haar de autobiografische Pedigree aan, maar omdat het met kleine letters in het Frans geschreven is, zet Verbeke het boek terug en zegt dat ze het wel eens in het Nederlands op de kop zal tikken. Simenon had een boeiend leven, niet in de laatste plaats omdat hij veel vrouwen het hof maakte. Tienduizend zei hij zelf, twaalfhonderd volgens zijn vrouw. Belgische schrijvers zijn niet in tel. Simenon vertrok naar Parijs en vond zichzelf een Frans schrijver. Zelf wordt Verbeke als Nederlands schrijfster gezien.

Vanaf het nieuwe hypermoderne station van Luik neemt ze de trein naar Brussel. Een Luikenaar vertelt haar dat het station een liggende vrouw voorstelt en dat ze straks gezelschap krijgt van een fallussymbool in de vorm van een hemelshoge woontoren. Verbeke zat op school in Brussel en worstelde daar al met het Frans. Ze verneemt dat er veel wantrouwen is tegen de Fransen die in grote getale het in aanzien staande Nederlandstalige onderwijs volgen.

Tenslotte bezoekt Verbeke Oostende. De kustplaats geeft haar het gevoel uit te kunnen wijken als het haar allemaal te veel wordt. De schilderijen van Ensor geven iets weer van het gespletene en ongrijpbare van haar land. Ze staat voor het vervallen beeld van Leopold II.       
Wellicht vertelt Congo kenner David van Reybrouck volgende week meer over het wrede koloniale verleden van onze zuiderburen. Laat Verbeke maar thuisblijven en licht absurdistische boeken schrijven.

Hier meer over Arm Wallonië van Pascal Verbeken, hier foto’s van de uitzending.  

Hier nog een eerdere beoordeling van mij van Slaap! (2003):


Fantastisch debuut in meerdere opzichten over Maya, een jonge vrouw met slaapstoornissen
die een oudere man ontmoet, Benoit de Gieter, met een vergelijkbaar probleem.
Het boek blijft daar niet als een omgekeerde Ontaarde slapers bij hangen, maar kent een prachtige ontwikkeling. Maya en Benoit raken elkaar kwijt en in veertien, niet met name genoemde, hoofdstukjes lezen we over de tumultueuze gebeurtenissen in hun beider levens.

Het verhaal zit goed in elkaar en is ontroerend. De moeder van De Gieter is een hoer maar hij denkt zelf als kind dat ze kokkin is en dat de mannen kreunen vanwege het lekkere eten dat zij hen voorzet. Op school wordt Benoit gepest en na een gewelddadige reactie moet hij intern bij de nonnen; hij verzint een potvis om hem in zijn leven te troosten.   

Een boek met diepgang, zoals over oneindigheid of over loslaten.
‘Loslaten schept een toekomstillusie die gebaseerd is op de wil zichzelf in de lucht te laten opgaan. Bijgevolg valt ons verleden in onbewaakte momenten uit diezelfde lucht weer op onze hoofden. Niets gaat helemaal voorbij. Dat verzacht de noodzakelijkheid van een dapper geënsceneerde opruimactie echter niet. Weggooien schept plaats, al is die dan verzonnen.’

Een boek met veel humor ook. Maya gaat ’s nachts de deur uit en belt aan bij een flat in de buurt. Ze ziet daar de volgende naamplaatjes onder elkaar: Ahib Won De Gieter. De eerste man laat niet van zich horen, Won begint meteen over geld dat hij niet wil betalen, De Gieter laat haar meteen binnen, alsof hij op haar heeft gewacht. De man die door moeders uit de buurt met kleine kinderen wordt aangezien voor een potentiële Man Met Een Kelder, zegt daarover zelf het volgende: ‘Hadden die dwaze geiten even nagedacht, dan zou het bezitten van een kelder vrij onlogisch zijn voor iemand van de tweede verdieping.’

Origineel, kleurrijk, met veel vaart en prachtige personages, zoals Ingrid, een cijferfreak uit het zottenhuis waar ook Benoit verblijft en die men probeert van haar dwanghandeling af te brengen door haar terug te laten tellen. Een aanrader.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten