Religie niet de hoofdreden van het sektarisch geweld
Pieter Jan Hagens van Buitenhof ondervraagt de voormalige Britse non en
godsdiensthistorica Karen Amstrong over haar nieuwe boek In naam van God. Het verschijnen ervan noemt hij op het juiste
moment, maar Armstrong zegt dat er tegenwoordig altijd wel iets gebeurt om een
nieuw boek van haar aan op te hangen.
Hagens vindt het opmerkelijk dat er in Parijs ook een
aanslag op joden werd verricht.
Volgens Armstrong komt dit door Palestina. Waarschijnlijk
zit Islamitische Staat (IS) achter deze aanslag, omdat ze meer macht in het
machteloze Palestina willen veroveren. Antisemitisme is niet eigen aan moslims.
Pas na de stichting van de staat Israël kwam dat op. Armstrong zat in een VN
commissie die de oorzaken van antisemitisme onderzocht en vaststelde dat dit
conflict eerst opgelost moet worden voordat andere problemen kunnen worden
aangepakt.
Hagens vraagt Armstrong wat ze vindt van de uitspraak van
Rutte die de aanslag op de vrijheid sterk verwierp.
Armstrong zegt dat de vrijheid bij ons heilig is, ook voor
haar als schrijfster en voor de economie, maar niet voor Al Qaida die haar
doelen nauwkeurig kiest en graag ons vrijheidssymbool aanvalt om daarmee een
slag van beschavingen uit te lokken.
Hagens wil weten of de islam de bron van het geweld is?
Volgens Armstrong lokt macht geweld uit. Jihad betekent niet
alleen heilige oorlog maar ook en veel meer: strijd. In de Koran wordt het woord
zo’n veertig keer genoemd en slechts tien keer is er een verband met geweld.
Hagens vraagt of de Koran al dan niet gewelddadig is?
Religie heeft wel met het geweld te maken, maar is er niet
de hoofdreden van. Het gaat bij terrorisme altijd om politieke macht. IS wil de
natiestaten in het Midden Oosten ontmantelen, zoals Irak dat werd opgericht
vanwege de olie, Al Qaida is uit op een clash. Ze noemt de instelling van het
kalifaat door IS onzin. Het begrip was de laatste eeuwen een dode letter met
alleen een symbolische waarde. Door Atatürk werd het ontmanteld. Sjiieten en
soennieten zien er niets in, dus het Westen hoeft er niet bang voor te zijn.
Hagens komt nog eens terug op religieus gemotiveerd politiek
geweld.
Armstrong stelt dat de twee in het Midden Oosten niet te
scheiden zijn. Bin Laden was duidelijk over zijn politieke ambities.
Hagens vraagt of de godsdienst verantwoordelijk kan worden
gesteld voor het geweld.
Armstrong bevestigt dit. Het zou in de godsdienst moeten
gaan om compassie en medelijden. Wij als zingevende wezens hebben religie
nodig. Veel terroristen zijn niet gelovig. Daarnaast zijn er bekeerlingen en
niet belijdende moslims in de gewapende strijd actief.
Hagens brengt de scheiding van kerk en staat naar voren, die
in moslimlanden ontbreekt.
Armstrong is blij met deze scheiding, want die voorkomt
geweld. Ze vertelt dat ze als non niet deugde, niet in armoede en
gehoorzaamheid kon leven en niet vroom genoeg was. De cartoons had zij niet als
beledigend ervaren. Vrouwen zijn toch al minder gewelddadig. Terrorisme heeft altijd
te maken met vernedering, geschoktheid door het lijden van moslims en de
behoefte om hen te helpen. Daarbij speelt een gebrek aan zingeving. Ze zou Barack
Obama adviseren om de geweldsimpasse te doorbreken door demonstraties, niet
alleen voor Westerlingen maar ook voor omgekomen Palestijnse kinderen, slachtoffers
van Boko Haram in Nigeria en de vele burgerslachtoffers die door bombardementen
in Syrië, Afghanistan en Irak gemaakt worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten